![]() |
|
![]() |
|
uit ADO 101![]() De geschiedenisvan 't Zoet Water.
|
Om iets meer te weten te komen van de geschiedenis van het pretpark -
indertijd sprak men altijd over "Lunapark" - gingen we te rade bij de familie
Duchesne. Drie generaties Duchesnes, "bompa" Stanny Duchesne, dochter
Clementine, kleindochter Ann en kleinzoon Michel vertellen de boeiende geschiedenis van
wat eertijds een unicum was in België. Stanny Duchesne, alhoewel 93, weet het nog
allemaal alsof het gisteren was |
![]() |
|
![]() |
|
![]() |
|
![]()
|
|
![]() |
De eerste vijver, de Molenvijver was een tijdlang in twee verdeeld. Dat blijkt ook op deze foto. Op de scheidingsdijk staat een rij lindebomen. Vermoedelijk is deze afscheiding verdwenen bij de aanleg van de M. Noëstraat, waarbij een gedeelte van de vijvers gedempt werden. Het Molenhuis op de achtergrond is samen met het Spaans dak, de kapel en de omgeving, geklasseerd als dorpsgezicht in 1980 |
Sinds wanneer het Zoet Water de Leuvenaars heeft aangetrokken, weten we niet. Nog voor het woord toerisme werd uitgevonden? Alleszins waren de "Zoete Waters" rond 1900 al het doel van menige zondagse uitstap van de Leuvenaars. Bij vormsel of plechtige communie was het naar verluidt een soort traditie geworden om met de familie stoetsgewijs naar 't Zoet Water te trekken. Ook Ernest Claes was niet ongevoelig voor de romantiek die de plek uitstraalde. Of was het de romance met Liza Noë die hem naar die plek dreef ? In ieder geval, in zijn boek "Leuven, o schone dagen" kunnen we het volgende lezen Twee jack-Op's, nog twee jack-Op's, aan tafel nog... Zij hebben die namiddag gerold, samen met vader Christiaens, die het zeer gewillig aanvaardde, dat ze ter zijner eer, zegden de brave jongens, er een plezant dagje van maakten. De boog kan niet altijd gespannen blijven, niet waar, papa?....Ze hebben enkele studentencafé's bezocht, vader Christiaens betaalde, ze zijn in open voiture naar de Zoete Waters gereden, ze zongen onderweg, en Felix Van Cauwenbergh had de bolhoed opgezet van vader Christiaens en deze droeg de groene studentenpet van Felix. Vader Christiaens zong mee: O waters, Zoete waters, U toch vergeet ik nooit...
|
|
![]() |
Om iets meer te weten te komen van de geschiedenis van het pretpark - indertijd sprak men altijd van "Lunapark" - gingen we te rade bij de familie Duchesne. Drie generaties Duchesnes, "bompa" Stanny Duchesne, dochter Clementine, kleindochter Ann en kleinzoon Michel vertellen de boeiende geschiedenis van wat eertijds een unicum was in België. Stanny Duchesne, alhoewel 93, weet het nog allemaal alsof het gisteren was: |
Het "Zoet Water" moet men in de beginperiode van het park wel anders voorstellen dan nu. De Waversebaan was een slecht gekasseide holle weg. Van de M.Noëstraat (de straat is genoemd naar de broer van Liza Noë die gesneuveld was in de Eerste Wereldoorlog) was nog helemaal geen sprake. Er lag wel een weg een honderdtal meter verder, die voornamelijk gebruikt werd door de bosarbeiders. In die tijd kon men zelfs niet rond de vijvers wandelen, zo moerassig was het er. Tijdens de oorlog is er zelfs een natuurlijk strand ontstaan aan de tweede vijver, toen een hoop zand na een hevig onweer de berg afspoelde. "Hoe dikwijls ben ik daar niet gaan zwemmen..."mijmert Clementine nog na. Het enige huis dat er stond was het huidige café "In de Molen" dat toentertijd als molen en als café fungeerde. |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() Stanny Duschesne doet zijn verhaal: "Mijn vader, Arthur Duchesne, was een rasechte Leuvenaar, maar ook een echte natuurliefhebber. Hij was bezeten van de vissport. Hij had verschillende eigendommen, een boomgaard in Kessel-Lo, nog een lap grond in Wilsele, maar altijd met een vijver erbij. De vijvers van het Zoet Water waren toen nog eigendom van de Staat, en er mocht daar niet gevist worden. Zij waren trouwens samen met Heverleebos en Meerdaalwoud verhuurd aan de hertog van Arenberg voor de jacht. Vader kon, met de hulp van de broer van de toenmalige burgemeester van Leuven, de heer Vanderwaeren, die toen directeur was van het ministerie van landbouw, bekomen dat de vijvers afzonderlijk verhuurd werden. Hijzelf kon twee hectare grond kopen. De vijvers werden verhuurd aan de familie Bellefroid, die ook de vijvers aan de abdij van Park bezit. Op de vijvers werd vis uitgezet, die daarna weer gevangen werd, zogenaamde "vetvijvers" dus. Ook Arthur mocht er volgens de overeenkomst komen vissen." Stanny vertelt verder: "Mijn vader en vooral ikzelf waren fabrikanten van fietsen. Ons atelier bevond zich in de Diestsestraat in Leuven. Nu is daar de meubel-winkel de Vadder gevestigd. Op het toppunt van onze bedrijvigheid hadden we 28 man personeel in dienst. Maar in de oorlog brandde het atelier af, en het werd ook zwaar opboksen tegen de concurrentie, eerst uit 'de Vlaanders', later uit het buitenland. Je moet weten, op zeker ogenblik waren de dag-lonen in "de Vlaanders" amper de helft van die in het Leuvense! Bij het terugkomen van een bedankingsreis naar Lourdes, bezocht vader een pretpark in hartje Parijs, tegenover de Arc de Triomphe. Iets kolossaal voor die tijd, haast helemaal in hout opgetrokken. Het was een ware attractie voor de Parijzenaars en de buitenlanders. Terug thuis begon het plan te rijpen om iets dergelijks uit te bouwen aan het Zoet water. Er werd begonnen met een groot huis te bouwen. Op het ogenblik bestaat daar nog slechts een klein gedeelte van, net achter De Roosenberg, Het is nu in gebruik als sanitair en als EHBO post. |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() Het was werkelijk een reuzenwoning. Gedurende de oorlog heeft de ganse familie daar gewoond, wel 40 personen! Stilaan werd dan begonnen met het plaatsen van zwieren en andere speeltuigen. In 1932 werden de eerste materialen voor de gebouwen en de attracties met een stootwagen van 500 kg over de oude kwade kassei van Leuven naar het Zoet Water gebracht. Het hout van de gebouwen en later ook voor de houten velodroom kwam uit een speciaal daarvoor aangekocht stuk bos. Een houten velodroom, inderdaad, wij waren niet voor niets fietsenmakers. Maar dat hout in weer en wind, daar was veel miserie mee, en na enkele jaren hebben we dat moeten vervangen door beton. In die tijd werden er regelmatig koersen gehouden op onze velodrome. En volk dat daar op afkwam! Poeske Scherens, die hier op de Tiensevest woonde, kwam er regelmatig trainen. Op de binnenste ovaal werd ook vanalles georganiseerd, bokswedstrijden bv. En verder was de rolschaatspiste erg populair. Clementine Duchesne was zelf een rolschaatscrack. Er werden rolschaatsdemonstraties gegeven en gedanst op schaatsen "Soms stonden de toeschouwers zes rijen dik." In die tijd kreeg het Zoet Water park ook twee keer hoog bezoek: Prins Filip, toen een jaar of veertien, kwam zich met een hoop makkers enkele keren uitleven in het park. Op de foto kan je zien dat de Prins zich kostelijk amuseerde op de piste, waar men tegen betaling enkele toertjes kon rijden met een heuse moto. "Dat was trouwens dé topattraktie, soms stonden er meer dan honderd kinderen ongeduldig hun beurt af te wachten", mijmert Stanny. De moto's reden 7 à 8 km per uur, het bleef dus superveilig, net als al de andere attracties. Onze verzekeringsmaatschappij moet er erg rijk van geworden zijn, want nooit heeft ze een frank moeten uitkeren, weet Stanny. In de ateliers maakte Stanny en zijn werklieden trouwens alles zelf. Inspiratie haalde hij in Parijs, maar ook ergens aan een kust in Rusland, waar er een reusachtig speelplein was. Hij was er één van de eerste buitenlandse bezoekers. Maar Stanny deed meer dan kopiëren. Handig gebruik makend van het reliëf van het terrein ontwierp hij ondermeer de spectaculaire "monorail", waar je hangend in een zeteltje, tussen de bomen door, heel het pretpark door naar beneden slingerde. Werkelijk alles was eigen fabrikaat, van de "Spoetnik" tot de radarbootjes.
Het duurde trouwens niet lang of de Russen kwamen bij hem een kijkje nemen.... Langzaam
breidde het park zich verder uit. De hele familie Duchesne heeft er gewerkt als slaven,
getuigt Clementine. Het werd een attractiepool als geen ander. Veertig, vijftig
schoolbussen tegelijk, het was geen uitzondering eind juni, de tijd van de schoolreizen |
![]() |
|
![]() |
|
![]() |
|
![]() |
Clementine Duchesne, zoon Michel en dochter Ann beheren nog altijd het caravan-park |
Het einde nabij ?Het Zoet Water was een unicum in België. Maar dat bleef niet duren. Stanny herinnert zich nog levendig de heren uit de banksector die op prospectie kwamen in het park. Zij verkenden de markt voor wat later het Walibi- pretpark zou worden. Tegen die miljoeneninvestering kon 't Zoet Water natuurlijk niet op. En ook elders kwam concurrentie. Het werd moeilijk concurreren voor 't Zoet Water.... In 1968 begon dochter Clementine met het "Zoet Water' caravanning park. Meteen een groot succes, want twee jaar later stond het park al vol. Daarom werd er regelmatig uitgebreid. Toen de inkomsten van het Lunapark begonnen te slinken, besloot de familie het park te sluiten. De bedoeling was helemaal over te schakelen op caravan-park. Aan de ingang van het Luna-park verscheen plots een bord met 'gesloten wegens werken". Toen ging de politiek er zich mee bemoeien. Vele politici, zowel van de gemeente als verder uit de regio, zagen de sluiting van het park niet zitten. Men wilde het recreatiepark behouden voor de bevolking en anderzijds wou men de intussen welig florerende lokale horeca van een zeker faillissement behoeden. Meer daarover in het tweede deel in volgend nummer. De familie weigerde echter te verkopen. Er werd gedreigd met een onteigening. Maar uiteindelijk besloot de gemeente het park in huur te nemen. In 1978 was het zover. Enige jaren later, in 1984 wordt de gemeente dan toch eigenaar van het park. Clementine Duchesne, zoon Michel en dochter Ann beheren nog altijd het caravan-park. Ook hier verloopt het pad niet altijd over rozen. 150 staanplaatsen zijn er, en de mensen zijn tevreden, vertelt Michel. Als er ééntje per jaar vertrekt, is het veel. Ze zijn dan ook verwend met zwembad, tennisplein, petanque, en uiteraard de uitzonderlijke omgeving. Maar vorig jaar was het een echt drama. Het werd duidelijk dat het ernst was met de maatregel van de overheid om permanente bewoning te verbieden in een caravanpark. 48 gezinnen waren in dat geval. Vele persoonlijke drama's, wenende mensen op de receptie... Prettig is anders, vertelt Clementine... En dan is er nog een ander besluit dat geen genade vindt in de ogen van de familie Duchesne. De maximale oppervlakte van de caravans wordt beperkt tot 48 m2. Wat groter is, moet tegen de vlakte. Erg weinig voor een gezin met kinderen. Wat ook niet begrepen wordt is het verschil in belasting tussen de verschillende gemeenten. Oud-Heverlee blijkt uitzonderlijk duur te zijn: 10.000 frank verblijftaks voor een residentiële caravan en 2000 frank milieutaks. Andere gemeenten vragen veel minder, weet Michel, op sommige plaatsen is het gratis, anderen vragen 2000 frank. Een heel verschil voor veel mensen. In volgend nummer beschrijven we hoe onze gemeente in het bezit kwam van het Park en hoe het zich verder ontwikkelde tot het park zoals we het nu kennen. Reacties en/of foto's natuurlijk welkom.
|
![]() |
![]() |
![]() |