uit ADO 102: lezersbrief

Een zakenman uit vaalbeek

In ADO nr. 101 van april 99 verscheen een intrigerend artikel over de zakelijke belangen van
Albert Vandezande, waarop ik toch even wou reageren.
Laat ik vooreerst duidelijk stellen dat ik (net) niet in Oud-Heverlee woon, met Albert Vandezande geen enkele band heb en niet verdacht kan worden van enige sympathie voor de man. De enige spelers in de gemeentepolitiek van Oud-Heverlee die ik ken, behoren tot het kamp van de oppositie.
Dat neemt niet weg dat ik het grondig oneens ben met de manier waarop in dit artikel op een subtiele manier een sfeer van verdachtmaking gecreëerd wordt rond de persoon van Albert Vandezande. Het artikel “Een zakenman uit Vaalbeek” - overigens goed geschreven en juist daarom zo misleidend –baadt immers in een sfeer van insinuaties en niet-uitgesproken beschuldigingen.

Enkele voorbeelden :

de zaak Interleuven-Matrabouw en de kwestie van de verzekeringspolissen van de gemeente: hier worden twee voorbeelden van belangenvermenging aangehaald, waarvan één blijkbaar dateert van 1993. Deze zaak oprakelen zonder daarbij voldoende toelichting te geven, is niet fair t.o.v. de betrokkene, zeker niet wanneer men de paragraaf besluit met een verwijzing naar “Palermo aan de Dijle”. De (overigens anonieme) auteur meent blijkbaar dat Albert Vandezande er mafiose praktijken op nahoudt. Mogen we voor dergelijke beschuldigingen wat meer bewijsmateriaal vragen ?

“bij de genaamde Albert Vandezande is het bingo “ : het is tot nader order niet verboden dat een burgemeester zijn mandaat combineert met een bestuursmandaat in één of meerdere vennootschappen. Daar is niets mis mee en het feit dat de auteur de bestuursmandaten van Albert Vandezande via de Balanscentrale van de Nationale Bank heeft opgevist, bewijst overigens dat A.Vandezande de wettelijke verplichtingen terzake heeft nageleefd, wat in dit land niet evident is. Qua openbaarmaking is er m.a.w. geen vuiltje aan de lucht.

“commercieel geen kleine jongen, onze burgemeester “ : vanaf hier sprokkelt de auteur zonder verdere duiding allerlei balansgegevens (weten alle ADO-lezers wat “eigen vermogen” precies betekent ?) De auteur stelt vast dat de omzet met 200 mio. steeg terwijl de tewerkstelling nauwelijks wijzigde. En dan? Hieruit kan hoogstens geconcludeerd worden dat in de NV Vandezande de productiviteit verhoogd is, wat met de huidige loonkosten voor een bouwbedrijf een pure noodzaak is.

AVRT : er is bij mijn weten geen verplichting om vennootschappen in de Gouden Gids op te nemen. Hieruit afleiden dat A.Vandezande “verstoppertje wil spelen” en zaakjes doet “die het daglicht niet verdragen” vind ik een merkwaardige gevolgtrekking.

Door ook de mandaten in PBE en Intergas te vermelden wordt de schijn gewekt als zouden deze electriciteits- en gasmaatschappijen ook tot het “imperium” van Albert Vandezande behoren en als zou hij dus persoonlijk de winsten opstrijken “die na een lange periode van investeringen binnenstromen”. Ik neem aan dat Albert Vandezande voor deze politieke mandaten enkel zitpenningen ontvangt. Dat de NV Vandezande het gebouw van PBE heeft opgetrokken bewijst op zich nog geen vriendjespolitiek.

De laatste paragraaf is zonder meer grof : hier wordt terloops ook nog eens fiscale fraude of alleszins ontwijking van belastingen gesuggereerd. Het opslorpen van verlieslatende door winstgevende vennootschappen levert inderdaad “welbepaalde fiscale effecten” op, maar is bij mijn weten toegelaten. De auteur besluit met een veelbetekend “volgt U nog of moeten we er een tekening bij maken”. Ik volg dus niet en daar moet inderdaad een tekening bij. Als je suggereert dat A.Vandezande “welbepaalde fiscale effecten” nastreeft, moet je uitleg geven, ofwel zwijgen.

Kortom, hier wordt zoveel niet expliciet gezegd, maar wel gesuggereerd dat het niet mooi meer is. Het artikel is geschreven volgens het tegenwoordig veelbeproefde recept van de pseudo-onderzoeksjournalistiek : gooi een aantal gegevens op een hoop (“volgt U nog ?”), bind het geheel door hier en daar mogelijke verbanden te suggereren, overgiet rijkelijk met een saus van verdachtmakingen en insinuaties, snippper er nog wat schampere knipoogjes tussen en klaar is kees. Warm opdienen.

Wat is de bedoeling van het artikel eigenlijk ? Wou de auteur enkel de zakelijke belangen van burgemeester Vandezande op een rijtje zetten, dan volstonden twintig regels en hoeft daar geen enkele commentaar bij want de cumul van ondernemerschap en burgervaderschap is volledig geoorloofd (of gunnen we hem zijn zakelijke successen niet ?).
Was het daarentegen de bedoeling aan te tonen dat A.Vandezande niet zuiver op de graat is, dan mag die bedoeling niet tussen de regels verstopt worden en moet men met harde bewijzen komen, niet met los zand.

Goede kritische artikels over politiek in het algemeen en gemeentepolitiek in het bijzonder : we hebben het als kiezer broodnodig. Maar hier wordt op een nauwelijks verholen manier gesuggereerd dat Albert Vandezande zich bezondigt aan politiek-zakelijke belangenvermenging, zonder dat daar ook maar enig begin van bewijs voor aangedragen wordt. Dat is, om het in bokstermen uit te druken, een slag onder de gordel. Bepaalde Vlaamse politieke stromingen maken van politiek een bokswedstrijd, maar van ADO verwacht ik beter.
Voetbal is (of was) in Oud-Heverlee meer populair dan boksen, dus laat ik het in voetbaltermen zeggen : de auteur speelt niet de bal maar de man, en dan nog met een tackle langs achter.
Indien ADO de ambitie koestert de handel en wandel van Albert Vandezande kritisch door te lichten, dan moet dat op een serieuze manier gebeuren en niet met wat losse gegevens die veel suggereren,maar niets bewijzen. Of zoals Shakespeare zei, in een totaal andere context weliswaar, ”ambition should be made of sterner stuff”.
En ja, ook dit nog. Dergelijke persoonlijke aanvallen kunnen toch niet anoniem. Of is de verantwoordelijke uitgever ook hiervoor verantwoordelijk ?
Koen Vandendriessch

Een wederwoord van de redactie

Lezers hebben best recht op een eigen mening, ook over ADO-artikels. We publiceren die graag. Lezers mogen aan artikels ook best een eigen interpretatie geven, en er allerlei “niet-uitgesproken beschuldigingen” in ontdekken. En het vervolgens gloeiend oneens zijn met hun eigen interpretaties en met wat volgens hen wordt gesuggereerd. Moet kunnen. Maar die interpretaties ook in onze mond leggen, al staat dat er manifest niet, daar hebben we het knap lastig mee. Neemt u er misschien even dat omstreden artikel bij. Schreven we dat Albert Vandezande er mafiose praktijken op nahoudt? Schreven we dat Albert Vandezande zich niet houdt aan zijn wettelijke verplichtingen tot openbaarmaking van zijn mandaten? Schreven we dat het verplicht is om vennootschappen in de gouden gids te vermelden ? Schreven we dat Vandezande met AVRT nu zaakjes doet die het daglicht niet verdragen en verstoppertje wil spelen? Schreven we dat het door vriendjespolitiek was dat Albert Vandezande, PBE bestuurder, het gebouw van PBE mocht zetten ? Schreven we dat cumul van ondernemerschap en burger-vaderschap niet geoorloofd is ? Moeten we zo nog lang doorgaan ? Neen dus. Dat staat er helemaal niet. Soms schreven we zelfs letterlijk het tegendeel. “Dat een burgervader voor de kost in de zakenwereld zit, daar is op zich niets fout mee. Iedereen moet leven”. Zo stond het in dat artikel.

Moest er voor andere stellingen meer bewijsmateriaal zijn? Tja, we veranderen ADO niet graag in een juridisch dossier om alle bewijsmateriaal in extenso te publiceren. We hebben daar overigens de ruimte niet voor. Zeker niet als we daar vroeger al uitgebreid over publiceerden. Zoals een vorig artikel in april 1993 over de zaken van Vandezande. Ook toen al een omstreden artikel. Waarmee sommigen echter achteraf ontdekten dat Vandezande vanuit de beheerraad van Interleuven namens Interleuven contracten afsloot met zijn eigen firma Matrabouw. Die met anonieme vrachtwagens het vervoer deed van huisvuil voor Interleuven. Dat was een inbreuk op de statuten van Interleuven. Nadat Agalev-Leuven dit op een persconferentie bekend maakte moest Vandezande ontslag nemen als bestuurder van Interleuven. Toen had Vandezande wel goede reden om “verstoppertje” te spelen met Matrabouw door Matrabouw niet op te nemen in de Gouden Gids, en deed Matrabouw inderdaad zaken die het daglicht schuwden. Dàt schreven we wel. In ADO nr 73 besteedden we er toen een artikel aan om dit gedetailleerd uiteen te zetten. Moesten we die anderhalve bladzijde weer afdrukken? En ook die bladzijden waarin we gedetailleerd uiteen zetten hoe de gemeente een deel van haar verzekeringspolissen laat lopen bij het verzekeringskantoor van de echtgenote van de gemeentesecretaris (ADO 87) . Moeten we ook die twee bladzijden weer afdrukken, en ook de twee bladzijden lange brief van de gouverneur hierover waaruit we slechts enkele zinnen citeerden. Of dat artikel waarin we uitlegden hoe schepen Vanderveeren bij de deputatie betrapt werd op leugenachtige verklaringen over de milieuvergunning van garage Vandezande? (ADO 73) Dat hoefde voor ons niet in extenso herhaald worden, wie deze feiten een beetje volgde, weet ook dat sommigen van deze politieke meerderheid er niet steeds graten in zien om commerciële belangen te mengen met politieke mandaten. Daar wilden we in de inleiding even kort aan herinneren, het is nu eenmaal relevant bij een artikel over commerciële belangen en politiek. En dat hebben we (misschien wat te) puntig samengevat als dat het hier soms een beetje lijkt op een Palermo aan de Dijle. Al willen we niet elke Palermitaan dit gebrek aan scrupules toedichten. Oh, en wie al die artikels nog eens wil nalezen, die kan sinds kort terecht op onze web-site (www.ado.be).

Met die elementaire sociale ethiek wil het hier namelijk al eens mislopen. Daarom leek het ons na zes jaar nog eens nuttig om een volledig beeld te geven van de verschillende zakenactiviteiten van onze gemeentebestuurders. Moeten we dan zoals de lezer vraagt “op twintig regels” de negen namen van de vennootschappen van de burgemeester opsommen en het daarbij laten ? Is het dan niet relevant ook nog wat meer te zeggen: wat voor firma dat is, hoe groot die is, hoe omvangrijk het zakelijk belang is van onze burgervader daarin. Met wat demagogie zouden we dan het totale vermogen kunnen geven, of de “bruto-winst”, de schuldenlast, of met wat sensatielust het bedrag van de uitbetaalde vergoedingen aan bestuurders en aandeelhouders. Dàt deden we niet, ook al kennen we ook die cijfers. Dàn zouden we de man spelen, niet de bal. En mag je aan mensen die niet in de zakenwereld zitten ook wat aangeven waarom iemand er belang bij kan hebben om een spinnenweb van vennootschappen op te richten, vervolgens de ene op te slorpen door de andere, en vervolgens weer een nieuwe op te richten. We zijn het met de lezer eens dat dit soort van constructies welbepaalde fiscale effecten kan opleveren, en ook dat dit is toegelaten. Het tegendeel hebben we niet beweerd.

Een persoonlijke aanval op Vandezande vinden we dat artikel niet. Als het vaststond dat deze zaken louter in de privésfeer bleven, hadden we ze niet gepubliceerd. We dagen u (en Vandezande) graag uit om ook maar één foutieve bewering aan te duiden in het artikel.

Met Achter d’ Oechelen hebben we niet de gewoonte om onze artikelen te ondertekenen. Gevoelige artikels zoals dit worden vooraf overlegd in de redactie, en per e-mail rondgestuurd. Het resultaat is dan een stuk waar de hele redactie zo ongeveer mee kan leven. Dat biedt een wat grotere garantie op objectiviteit. Maar om u een plezier te doen, zullen we het op uw verzoek, voor deze keer wel eens doen.

Herman Fonck