uit ADO 102

  Hasan, Emine  en kinderen

Koerden.jpg (5809 bytes)    In Oud-Heverlee woont een Koerdisch gezin met vader Hasan en moeder Emine en 8 kinderen tussen de 20 en 5 jaar oud, 5 meisjes en 3 jongens. De twee oudste kinderen wonen in Leuven. Prachtige kinderen, met grote heldere bruine ogen en fijne scherpe gelaatstrekken.
Zes jaar geleden vluchtte de familie naar België waar ze als politieke vluchtelingen erkend werd

 

Een korte historiek van het Koerdische probleem in Turkije is hier wellicht op z’n plaats:
Sinds 1984 woedt er een niet-officiële oorlog tussen de Koerden en de Turkse opeenvolgende regeringen en worden de Koerden hun culturele en historische rechten ontzegd. Deze bevolkingsgroep, die toch 1/4 van de bevolking uitmaakt, mag niet onderwezen worden in de eigen Koerdische taal en alleen de scholen waar uitsluitend in het Turks wordt onderwezen blijven open. Dus zijn in veel dorpen scholen gesloten, met analfabetische kinderen tot gevolg. Zo begon een van de meisjes van dit gezin in Oud-Heverlee het vierde leerjaar zonder te kunnen lezen of schrijven. Alle kinderen gaan hier naar school en spreken goed onze taal. Voor hun ouders fungeren ze als tolk. De vader volgt Nederlandse les in Leuven om daarna werk te kunnen vinden, de moeder heeft het druk met de kinderen, dat is wel duidelijk.

Na eerst naar vreedzame oplossingen gezocht te hebben die zonder resultaat bleven, kwam er gewapend verzet van de PKK (Koerdische Arbeiderspartij) tegen de Turkse onderdrukking: guerrillaoorlog, zelfmoord-commando’s, e.d.). Doel is de erkenning van de Koerdische rechten, het voortbestaan van hun eigen cultuur (waar de Koerdische taal een belangrijk deel van vormt) en uiteindelijk het oprichten van een eigen soevereine staat: Koerdistaan. In Turkije wonen ongeveer 15 miljoen Koerden op een totale bevolking van meer dan 60 miljoen. Het Koerdische volk leeft verspreid over de landen Turkije, Iran, Irak en Syrië (in totaal 40 miljoen! dit is 4 x de hele Belgische bevolking). De Turkse regering laat officieel weten dat de Koerden nooit een eigen autonoom grondgebied kunnen bezitten omdat Turkije ondeelbaar is, zij zijn een ‘broedervolk’ , maar het argument dat het Koerdische landsgedeelte grote olie-rijkdommen bezit, wordt nergens gehoord.

De Koerdische familie vraagt zich al lang af, maar vooral nu tijdens de oorlog om Kosovo, waarom de NATO nóóit ingreep in Turkije ten gunste van de Koerdische bevolking of minstens de Turkse regering daadwerkelijk onder druk zette om de verlangens van de Koerden te respecteren in plaats van de eigenheid van dit volk systematisch te onderdrukken en hen tot ballingschap te drijven, zo ze al weg kunnen. Het antwoord is eenduidig: Turkije is al sinds 1952 lid van de NATO en dus een bondgenoot van Het Westen (dit in tegenstelling tot Servië); een belangrijke bufferstaat tussen Europa en Azië, een mogelijke uitvalsbasis indien nodig. Dat Turkije nu de Kosovaren steunt, vinden deze Koerden goed, maar onbegrijpelijk gezien de houding van de Turkse regering zelf ten opzichte van een groot deel van hun eigen bevolking. En dan durft de Turkse regering de Serviërs te beschuldigen van volkerenmoord…
De Turkse regering beschuldigt de Koerden van misdaden, maar verdraait de feiten. Het is juist de Turkse regering die de nieuwsberichten verdraait, de Koerdische dorpen aanvalt, de jongeren wegsleurt en monddood maakt.
Iedere kant heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen gelijk (komt u bekend voor?)

De leider van de PKK, Öcalan, werd onlangs in Kenia opgepakt en teruggevoerd naar Turkije. Het proces, een oneerlijk proces volgens Amnesty International en buitenlandse advocaten, is net begonnen en de uitslag staat quasi vast: doodstraf. In de ogen van de Turken en de Koerden die zich schikken naar de wil van de Turkse regering (‘collaborateurs’ in de ogen van de Koerden), is Öcalan een misdadiger; voor de Koerden zelf is hij dé vrijheidsstrijder, de grote voorvechter van de Koerden, die vrede wil en een eigen land voor zijn volk.

Godsdienst speelt geen rol van belang in dit conflict: zowel Turken als Koerden zijn grotendeels Moslims, een minderheid is Christen, Arabier of Jood.

Telefonisch heeft deze familie veel contact met hun Koerdische verwanten, maar van teruggaan is geen sprake. Dat zou hun dood zijn. Koerdische dorpen worden onverwacht aangevallen door Turkse militie, jongeren tijdens de nacht opgepakt om nooit meer terug te keren. Deze familie heeft het zelf aan den lijve meegemaakt: zij hebben hun neef van vaderszijde nooit meer teruggezien nadat hij op jonge leeftijd werd meegesleurd, waarschijnlijk verdacht van banden met de PKK.

Of deze situatie ooit zal verbeteren voor de Koerden? Een open, grote vraag. Indien nog binnen hun levensverwachtingen, dan zouden de ouders onmiddellijk terugkeren naar hun land, hun geboortegrond, hun dorp, familie en kennissen. Uiteindelijk blijf je altijd gehecht aan je land van herkomst.
De oudere kinderen zijn minder zeker. De oudste zoon van 20 studeert automechanica en wil zijn eigen garage openen. Maar, hij heeft na slechts zes jaar verblijf in België nog heel veel herinneringen aan zijn geboorteland en misschien, àls de situatie zou verbeteren, gaat hij terug.
Zonder duidelijk beeld op de toekomstige ontwikkelingen in Turkije en de regio, kan men moeilijk een vastomlijnd toekomstplan hebben.
De jongere kinderen herinneren zich hun land niet echt meer. De jongste, nu 5 jaar oud, werd geboren in België en kent zijn land van oorsprong alleen via verhalen van ouders, broers en zussen.

Ze voelen veel racisme in België, maar worden er maar zelden mee geconfronteerd. Angstaanjagende verhalen hierover zijn vaak indrukwekkender dan de werkelijkheid.
In het begin van hun komst naar België werd er nog erg veel sympathie opgebracht voor de situatie van de Koerden; nu niet meer. De mens vegeet snel, gebeurtenissen volgen elkaar te vlug op, ellende overal, en dan ben je snel uit het nieuws. Maar hun ellende blijft bestaan. Ondanks de afgezwakte of niet meer bestaande media-attentie.
Geen enkel familielid heeft werkelijk racisme aan den lijve ondervonden tijdens de drie eerste jaren in St.- Joris-Weert en de daarop volgende drie jaren in Oud-Heverlee.
De steun van het OCMW is zeer goed, de begeleiding ook. Het huis in Oud-Heverlee is groot genoeg voor een doorsnee Belgisch gezin, voor een zo groot Koerdisch gezin wat krap, maar zij zijn heel blij hier te mogen leven in vrede. En waarom werd door de vader niet veel eerder Nederlandse les gevolgd? Hij was te ziek de eerste jaren, maar nu zal hij er alles voor doen om werk te vinden en zijn gezin te onderhouden. De oudste kinderen denken er ook zo over. De jongsten zijn gelukkig nog te klein om zich zorgen te maken.

Niets is moeilijker dan de waarheid te kennen.
De waarheid is datgene wat je beleeft, gelooft, weet, denkt en door je omgeving ingeprent krijgt.
Maar vooral is de waarheid voor degenen die het meemaken nu: de werkelijkheid.
En de rest zal geschiedenis zijn. Helaas