uit ADO 102

 

De geschiedenis van 't Zoet Water

deel 2

zoetwater.jpg (5179 bytes)     

In het eerste deel beschreven we dat inkomsten van het Lunapark sterk terug liepen door de toenemende concurrentie, Walibi ondermeer. Ook hadden vele gezinnen ondertussen een autootje aangeschaft en zij zochten al eens verdere horizonten op. De familie Duchesne besloot het park te sluiten De bedoeling was heel het terrein te gebruiken als caravanning-park.....

 

 

Aan de ingang van het Luna-park verscheen plots een bord met ‘gesloten wegens werken”. Zowel door Willy Kuypers (V.U. volksvertegenwoordiger) als door de gemeentelijke milieuraad - misschien ook nog door anderen - werd het gemeentebestuur gevraagd te onderzoeken of de gemeente niks kon doen met het Luna park. Het schepencollege nodigde Stanny Duchesne uit voor een gesprek. Er waren nog andere geïnteresseerden, zo bleek. De Boerenbond en een verzekeringsmaatschappij wilden er een ontspanningscentrum voor hun personeel van maken. Het gemeentebestuur aarzelde wel wat omwille van de financiële risico’s. De gemeenteraad van 21.8.1978 besloot toch eensgezind (Fusiebelangen, CVP en Volksunie) het Luna-Park voor 100.000 frank per maand te huren en dit voor een periode van 15 jaar. Door het in huur nemen van het Luna-park zou het tenminste zijn openbaar karakter behouden en zou het geen afgesloten privé-gebied worden. De speeltuigen waren al lang niet meer in optimale staat. Eigenlijk betaalde de gemeente vooral de gunstige commerciële ligging van het terrein.

Het schepencollege beheerde in die tijd het Luna-Park, en begon met het plannen van vernieuwingen. Het oude hoofdgebouw moest restaurant worden, met als bovenverdieping een zaal voor verenigingen. Er zou een nieuwe parking komen met toegang langs de Waversebaan, nieuwe speeltuigen enz...enz...

Albert Van Hamel, die namens de plaatselijke V.U. jarenlang ijverde dat het ‘Kultuurpakt’ zou toegepast worden op het beheer van het park, krijgt in 1984 zijn zin. Voortaan is het beheer van het Zoet Water niet meer in handen van het Schepencollege, maar van het V.K.T (de Vereniging voor Kultuur en Toerisme). In het beheer moeten alle politieke partijen die in de gemeenteraad zitten vertegenwoordigd zijn. Maar in de praktijk houdt het schepencollege natuurlijk een stevige vinger in de pap: alle grote uitgaven, het personeels-beleid , en het bestendig toezicht blijven in handen van het college. Voorzitter van het V.K.T. wordt Jules Albrechts. (CVP, later FB). Dat is vandaag nog altijd het geval.

Maar de gemeente slaagt er niet in het park uit de rode cijfers te houden. Zo blijkt de uitbating door de gemeente in 1984 een verliespost van 3 miljoen op te leveren. De huurprijs bedraagt op dat moment al 1,44 miljoen per jaar. Men begint eraan te denken het park aan te kopen. Op dat ogenblik geeft de schatting een waarde aan van 9 à 10 miljoen frank. Door de aankoop zou men ongeveer één miljoen per jaar besparen.

De familie Duchesne vraagt 50 miljoen voor de verkoop, de gemeente wil 10 miljoen geven. Op 19 februari 1985 beslist de gemeenteraad de onteigenings-procedure in te zetten. Er volgt een hele heisa. Via anonieme pamfletten wordt de bevolking opgeroepen zich vragen te stellen tegenover de Lunapark-politiek van de gemeente. De familie Duchesne verdedigt zich ondermeer met advertenties in de media. Maar het mag niet baten, de onteigening gaat toch door. De gemeente betaalde toch nog toe ongeveer 12 miljoen, maar er loopt nog altijd een gerechtelijke procedure. De gemeente mag zich nu wel eigenaar noemen van het recreatiepark, maar of het nu een commercieel succes is? Voortaan zal er haast geen gemeenteraad meer voorbijgaan of oppositie en meerderheid slaan mekaar om de oren met erg afwijkende winst- en verliescijfers… Een voorbeeldje uit een gemeenteraad van die periode kon net zo goed uit een verslag van verleden jaar geplukt zijn: “De voorgelegde cijfers gewagen van een winst van 1,6 miljoen. Maar zoals steeds worden de opgestapelde verliezen (5,4 miljoen)en de terug te betalen leningen niet meegeteld. Het loon van het gemeentepersoneel dat eigenlijk in het recreatiepark werkt wordt niet verrekend (6,2 miljoen ) enz...enz... Bijkomende moeilijkheid is dat het boekjaar loopt van oktober tot oktober. Aan de gemeente kostte het recreatiepark dat jaar 8,3 miljoen, rekende de oppositie voor, en dat is ruim 1 % van de gemeentebegroting.”

In 1989 stelt VKT een manager, Mariola Van Dongen, aan, die het park uit de rode cijfers moet helpen. Het idee van een feestzaal duikt op. Men droomt ook van een drijvend podium op het water.

We schrijven 1990. Het kan blijkbaar niet op: na het aantrekken van een manager, komt er ook een contract met het studiebureau VDF. Die zal een studie maken over de verdere uitbouw van het recreatiepark. Een contract dat nogal wat commotie veroorzaakte, er komt zelfs een extra gemeenteraadszitting van op vraag van de oppositiepartijen (CVP, VU, Agalev). Volgens het contract heeft het studiebureau recht op 1,4 % van de kostprijs van alle projecten uit de studie die zullen verwezenlijkt worden. Voor het studiebureau zal de verleiding dan natuurlijk groot zijn om zoveel mogelijk voor te stellen… Een blanco cheque?

In 1991 heeft het studiebureau zijn plannen klaar. En inderdaad, het studiebureau ziet het groots, luister maar: “…eerst werden de behoeften bestudeerd: er is nood aan infrastructuur voor feesten en vergaderingen, aan een sporthal, aan wandel-, fiets-, en autoroutes die aan ‘t Zoet Water vertrekken, aan congreszalen met bungalows voor overnachtingen (tijdens weekdagen voor congresgangers, tijdens de weekends voor toeristen). En vanuit die behoeften gaat het studiebureau aan het plannen: De M. Noëstraat moet omgelegd worden en ter hoogte van het inmiddels gesloopte cafétaria op palen (een soort viaduct dus) met eronder een hotel, verschillende restaurants, feestzalen en voor de cafetaria grote terrassen met zicht op het water. Verder nog een bowling, een lunapark met open en overdekte zwembaden, een half in de grond verzonken sporthal, vijf tennisvelden, één ervan met tribunes voor tornooien, een brouwerijcomplex, een motel met 60 bedden, een congrescentrum voor 1000 personen, voetbalvelden en parkings. En nog wat klein gerief zoals een gaanderij, een Andreas Vesaliummuseum en een tuinkamer. “ (ADO nr 61). Manager Van Dongen maakt brandhout van de plannen en heeft een alternatief: een feest- en cultuurzaal, een sporthal, congresaccommodatie langs de Waversebaan en ja, de M. Noëstraat verleggen, of ingraven, zodat de vijvers en het Park verenigd worden.... Na een eerste serie besprekingen bleef alleen de realisatie van een pannenkoekenhuis, een museum van heemkunde en nieuwe, te betalen, speeltuigen, zoals auto’s op batterijen als economisch rendabel over.

Als compensatie voor het vele belastingsgeld wordt het park vanaf 1991 wel het hele jaar door gratis toegankelijk voor de inwoners van Oud-Heverlee.

Manager Mariola Van Dongen krijgt in september 1991 haar ontslag.

Nieuwe plannen of niet, het Park blijft ondertussen verlies-latend, alhoewel de situatie dragelijker geworden is. Het verlies voor de gemeente wordt beperkt tot 0,5 à 2,5 miljoen, naargelang de bron.

Verlies of niet, de vzw VKT denkt aan uitbreiding. Men wil een feestzaal bouwen, op een nabijgelegen terrein van de gemeente. Goedkoop zal het niet worden: de gemeente leent 40 miljoen, en geeft 10 miljoen startkapitaal. BTW, parking, enz….Men komt al gauw op een sommetje van om en bij de 75 miljoen… zonder de uitrusting. De Roosenberg komt net niet klaar tegen de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1994.

Op financieel vlak blijft het slecht draaien. Nemen we 1996 als voorbeeld. De balans oogt mooi, maar dit voornamelijk dank zij deze "inkomsten": 2 miljoen subsidie om de huurvermindering die gemeentelijke verenigingen genieten te compenseren; 10 miljoen subsidie (jaarlijks sinds 1995); 6 miljoen terugbetalingen van investeringen. Ook de huur van de cafetaria gaat naar de VZW en niet naar de eigenaar (1,7 miljoen) Tenslotte levert de gemeente nog altijd een deel van het personeel (ong. 3 miljoen) Vorig jaar tenslotte verschenen er dan geruchten over een nakende privatisering van het Zoet Water. Burgemeester Vandezande: “Laten we liever spreken van het in concessie geven van de uitbating van het park. We willen de werknemers in het park een horeca-statuut geven. De gemeentearbeiders krijgen nu 2 dagen compensatieverlof per werkdag in het weekend. Dat is onhoudbaar op den duur. Die mensen zouden we ander werk geven. Op die manier hopen we 5 miljoen te besparen. Voor de rest verandert er niets, uiteraard mogen onze inwoners nog altijd gratis binnen. “

Het recratiepark werft dus voortaan (en betaalt…) eigen personeel aan. Daaronder ook een nieuwe manager. Dat werd Eric Huard (28) uit Sint-Truiden. Hij volgt daarmee directeur Hugo Delestinne op, die terug naar het gemeentehuis verhuist, waar hij de verantwoordelijk zal zijn voor het cultureel beleid.

Eric Huard is relatief onbekend met de streek en met de recreatiesector. De geschiedenis van ‘t Zoet Water heeft hij ook maar uit ons vorig nummer vernomen, geeft hij ruiterlijk toe.

Graag hadden we met de nieuwe manager, na zijn ‘100 dagen’ een gesprekje gehad. Maar dat werd op het laatste moment afgezegd. Het mocht niet van Jules Albrechts, die ons later zelf wel zou contacteren voor een babbel. Blijkbaar zijn onze interviews staatsgevaarlijk… Nochtans maken we er erezaak van een interview altijd voor te leggen aan de geïnterviewde vóór publicatie. Hopelijk voor hem is dit voorval niet symptomatisch voor de vrijheid die hij als manager krijgt... …