uit ADO 103 |
Voedselteams |
![]() |
![]() |
![]() |
Dioxine-crisis, hormonenmaffia, mestoverschotten, legbatterijen, varkenspest,
agro-industrie, resistentmakende onkruidbestrijding, genetische manipulatie, ... er loopt
toch wat mis in onze voedselketen. Sinds enige tijd zijn heel wat mensen zich -terecht, zo
blijkt overigens meer en meer- bezorgd gaan maken over wat ze op hun bord krijgen. Het
doet niet altijd deugd gelijk te krijgen. Maar wat doe je eraan? Zelf kippen gaan kweken?
Inderdaad de nieuwste rage, zo stond het een paar weken geleden in de krant. Maar helemaal
zelfvoorzienend, kom nou?
Zij stelden vast dat er bij de consument een groeiende vraag naar kwaliteit van de voeding bestaat. Ook bij boeren en tuinders is er toenemend ongenoegen. Heel wat van hen willen weg uit het klassieke systeem van het louter leveren van grondstoffen aan de voedselindustrie. Ze willen zelf, met respect voor de grond, een voedselproduct leveren. Industriële landbouw wordt als grootschalig, kapitaalsintensief en vervuilend beschouwd. Maar hoe krijg je je leningen afbetaald? Bestaat er geen systeem om enige zekerheid van afzet te garanderen? Voedselteams zijn meer dan een distributiemodel voor landbouwproducten. Verschillende doelstellingen worden nagestreefd. Een eerste doel is het herstellen van het vertrouwen tussen de consument en de landbouwer. Nog slechts 2% van de bevolking boert, wij kennen geen boeren meer (al is dit in een toch wel plattelandsgemeente als Oud-Heverlee minder zo dan in de stad) en onbekend is onbemind. Je ziet ook zelden of nooit de positieve kant van de landbouw in de media. Daarbij komt nog dat heel wat producten onherkenbaar zijn (tiens, zegt mijn neefje, frieten, kun je dat ook zelf van aardappelen maken?) en ook altijd en overal beschikbaar (aardbeien op nieuwjaar?) Als alle contact verbroken is, zal ook de boer zich niet meer verantwoordelijk voelen voor wat op je bord terecht komt. Via rechtsreekse contacten tussen producent en consument weten de mensen hoe en wat, en groeit het vertrouwen. Een tweede doelstelling is het bevorderen van de duurzame landbouw. Nu zitten wij in
een groeimodel: meer produceren, meer concurreren, meer exporteren. Wie anders wil, moet
het nog steeds zelf uitzoeken en zal vaak tevergeefs aankloppen bij overheid. Duurzame
landbouw is milieuvriendelijk en probeert de natuurlijke kringloop te respecteren in een
ecologisch verantwoorde landbouw. Duurzame landbouw probeert de autonomie van het eigen
bedrijf te vergroten. Niet meer een anonieme schakel te zijn in een voedselketen, maar de
meerwaarde van eigen kennis en eigen arbeid te behouden op het eigen bedrijf. Duurzame
landbouw betekent diervriendelijkheid: het respecteren van het soorteigen natuurlijke
gedrag van dieren. Er is dus ook vlees in het voedselteam. Niet iedereen is immers
vegetarisch. Geen ingevoerd krachtvoer uit de derde wereld, maar een min of meer
diervriendelijke veeteelt. Best zijn gemengde bedrijven, maar ook de biologische landbouw
wordt tegenwoordig erg gespecialiseerd. Het bevorderen van sociale contacten is een laatste doelstelling. Bij het wekelijkse
ophalen van je bestelling sla je al gauw een babbeltje en ontmoet je weer nieuwe mensen
uit je buurt. Af en toe kom je als voedselteam samen om te evalueren of alles naar wens verloopt.
Misschien zijn er mensen in uw buurt geïnteresseerd ? |
![]() |