![]() |
![]() |
uit ADO 104 ADO wandelt naar domein Meerdael
|
![]() |
![]() |
![]() |
t Was een mooi zicht, zo'n 120 achter doechelaars die van her en der
opdoken om in domein Meerdael het unieke Belgische champagneverhaal uit eerste
hand te vernemen; Paul Vleminck en François Eggerickx leidden ons eerst in 2 groepen rond
in Pauls bloeiende wijngaerd. De 21 000 stekken die in 1994 aangeplant werden, zijn nu volop productief. Een ander stuk werd vorig jaar aangeplant en een derde deel zal in de nabije toekomst aangepakt worden zodat er uiteindelijk op 3 hectaren ongeveer 50.000 wijnstokken van de Chardonnay variëteit zullen staan. Indertijd stootte de keuze voor deze soort op enig ongeloof. Maar het bleek snel dat het microklimaat op deze plek erg geschikt is: het fabeltje dat men een warme zuiderheling nodig heeft werd weerlegd: dan lopen de planten immers veel te snel uit in het voorjaar en krijgt men last van vorstschade. Paul verwacht dat hij snel navolging zal krijgen, elders in België. Dat wijn verbouwen een arbeidsintensieve bezigheid is werd wel vlug duidelijk. Het belangrijkste is de jaarlijkse snoei. Slechts één jonge scheut wordt overgehouden en aan de horizontale spandraden bevestigd. Specialistenwerk, dat door Franse loonarbeiders gedaan wordt. Zij zakken, naarmate het seizoen vordert, verder al snoeiend af naar het noorden. Uit de ogen op die overgebleven scheut ontwikkelen zich dan de nieuwe ranken waarop zich de trossen vormen. Hoe minder trossen men laat staan, hoe beter hun kwaliteit, maar hoe kleiner de opbrengst en hoe duurder de wijn. Het plukken gebeurt hier nog manueel. Machinaal plukken vermindert de kwaliteit én de levensduur van de aanplanting. Met een goede behandeling kan een wijnstok gemakkelijk 40 tot 50 jaar worden. Maar goede plukkers vinden blijkt een probleem. Het is een week geconcentreerd en hard werken. Enkel de mooi afgerijpte trossen mogen erin, en het moet snel gaan. De computergestuurde membraanpers haalt het sap eruit. Het sap gaat dan naar de cuvee, een soort roestvrijstalen vat. Daar wordt het bezinksel, dat aan de wijn een bittere smaak zou geven, weggefilterd. Om de temperatuur bij de gisting te stabiliseren op 20° worden de tanks met water gekoeld. Na een dag of vijftien bekomt men wat men in vaktermen een stille wijn noemt. Die stille wijn wordt gebotteld, met toevoeging van nieuwe gist en afgesloten met een kroonkurk. Dan laat men de wijn rustig gisten gedurende een vijftal maanden. Ook nu is de temperatuur (12°) erg belangrijk. Eén en ander beïnvloedt de kwaliteit en de grootte van de pareltjes. Die moeten volgens de geldende champagne-normen klein zijn en van overal in het glas ontsnappen. Door de gistcellen wordt de wijn opnieuw troebel. Ook dat bezinksel moet weer verwijderd worden. Vroeger werden de flessen in speciale rekken gezet en elke dag een beetje gedraaid en schuiner gezet, zodat het bezinksel uiteindelijk in de flessenhals terecht komt. Maar ook dat is verleden tijd: een computergestuurde machine, waarin 2 kratten van 400 flessen staan, vibreert om de 10 minuten en kantelt de flessen zowel horizontaal als verticaal. Het bezinksel wordt verwijderd door de hals te bevriezen, de ijsprop vliegt eruit en de fles wordt bijgevuld. Ook dat werkje wordt door vaklui gedaan die met een mobiele installatie ter plaatse komen. Het resultaat van al dat werk is een mousserende wijn voor 100 % gemaakt van de Chardonnay, de edelste onder de witte druivensoorten met het zachte karakter dat deze druif kenmerkt. Een heldere bleekgele kleur met een rijke en overvloedige belletjesvorming geven hem een feestelijk uitzicht. Zijn geurigheid is fris en fijnzinnig met een delicaat aroma van lentebloesem en rijp fruit. In zijn verfrissende en charmerende smaak wordt het rijp fruit mooi geaccentueerd door een elegante zuurtoon die eveneens zorgt voor een aangename afdronk. Aldus de folder. En onze wandelaars kwamen, zagen en proefden dat het goed was. |
![]() |