![]() |
|||
![]() |
uit ADO 113 |
![]() |
Dichter in 't dorp:Reine Wellens |
![]() |
|||
![]() |
Germaniste, in een vorig leven lerares, vertaler en redactielid van Muzisch Meedaal. Haar gedichten spreken van de natuur, verwantschap en verbondenheid, vervreemding, heimwee en verlies. Ze werd bekroond met de De Craeneprijs en de Poëzieprijs van Merendree. | ![]() |
![]() |
![]() |
|||
![]() |
![]() |
Afscheid Als aders op witte huid, zo staan ze Het voorjaar wacht in harde botten het eerste vloeien van bloed. Komen |
|
![]() |
|||
![]() |
![]() |
Hadden we gedacht dat ze altijd Dat we drie kerselaren plantten, voor elk volgroeid, zijn uitgevlogen. En jij, voor altijd |
|
![]() |
|||
![]() |
![]() |
Begijnhof, Leuven De poort verleidt je tot een kleine stad van vrouwen. De brug, besloten hofjes, een gevoel van vroegte hier. |
|
![]() |