![]() |
|||
![]() |
uit ADO 117 |
![]() |
De economische waarde van Heverleebos en Meerdaalwoud |
![]() |
|||
![]() |
Leven wij op de rand van een goudmijn?Beslissingen over bossen en natuurgebieden werden tot nu toe altijd genomen op een basis van los zand, volgens sommigen misschien wel op drijfzand. Stellingen van groene jongens zoals " bosuitbreiding is een prioriteit omdat natuur waarde heeft " overtuigen natuurlijk lang niet iedereen en zijn daarom misschien niet alleen zaligmakend. Als we nu eens een keiharde prijs konden plakken op milieugoederen? Onmogelijk? Een studie van een team van de faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen heeft zopas het tegendeel bewezen. In die studie werd de economische waarde van Meerdaalwoud en Heverleebos bepaald. Dat is nog nooit vertoond in Vlaanderen. Het is de eerste keer dat men de economische waarde van een natuurgebied bepaald heeft. Meestal hoort men enkel spreken over de kosten van een natuurgebied en van het milieubeleid, zoals de aankoop en het beheer van terreinen. Die zijn natuurlijk gemakkelijk vast te stellen en op te tellen. Hoe bepaald men de waarde van zoiets als Heverleebos en Meerdaalwoud? Niet eenvoudig te meten, zoveel is zeker. De onderzoekers hebben er een dik rapport over gemaakt van 356 blz. Hierna een samenvatting. Wij proberen het simpel te verwoorden, in werkelijkheid zijn de enquêtes en onderzoeken natuurlijk veel meer diepgang. Waarover spreken we als we het over "waarde" hebben?Die waarde van een gebied wordt bepaald aan de hand van de gebruikswaarde en aan de hand van de niet-gebruikswaarde van het bos, stellen de onderzoekers De gebruikswaarde is de waarde die het fysieke gebruik van het bos kan opleveren. De waarde van de recreatievormen die voorkomen in het bos: wandelen, fietsen, mountainbiking, joggen, paardrijden…maar ook van houtexploitatie, jacht enz. Maar verder moet je ook rekening houden met de baten die resulteren uit de ecosysteemfuncties die het milieugoed vervult. Ecosysteemfuncties van toepassing op bossen zijn onder andere klimaatregulering, biodiversiteit, vermindering van luchtvervuiling, CO2-captatie. (Denk maar aan het kopen van vervangende "schone" Rusische lucht om de Kyoto-norm te halen). Tenslotte hield men nog rekening met de potentiële baten die het gebruik van een milieugoed eventueel kunnen opleveren. Want ook al heeft men het natuurgebied in kwestie nog nooit bezocht, het kan zijn dat men het boscomplex in de toekomst toch een bezoek brengt. De niet-gebruikswaarde, is de waarde van het gebied, zelfs als het niet wordt gebruikt. Dat vereist misschien meer uitleg! Ook al maken mensen zelf geen gebruik van een milieugoed en vinden ze de kans onbestaande dat ze dat in de toekomst wél zullen doen, dan nog kunnen zij een positieve waardering voor dat gebied hebben. Ze hechten er dus een zekere waarde aan, net zoals zij ook waarde hechten aan het voortbestaan van het Amazonewoud of aan het opruimen van de stranden na een olieramp met een tanker voor de Bretoense kust. Tenslotte hechten mensen ook waarde aan een goed omdat ze vinden dat het goed intact moet blijven voor toekomstige generaties. Heverleebos en Meerdaalwoud hebben dus ook een zekere waarde voor mensen die het bos zelf nooit bezochten en dat ook niet zullen doen in de toekomst, gewoon omdat ze wensen dat anderen er in de toekomst wel gebruik van kunnen maken. Het onderzoek en de resultatenDe gebruikswaarde van het boscomplexDe reiskostenmethode is de meest geschikte methode om de recreatieve of directe gebruikswaarde van Heverleebos-Meerdaalwoud te bepalen voor de bezoekers. Met behulp van bepaalde technieken wordt de vraag naar bosbezoeken geschat in functie van de kostprijs van een bosbezoek Men hield rekening met een massa factoren: reiskosten en de tijdskosten van de verplaatsing, de kenmerken van het bos, de prijs van andere mogelijkheden bv. het Zoniënwoud en de socio-demografische gegevens van de bezoekers. Hieruit kan een curve afgeleid worden die het aantal bosbezoeken in functie van de kostprijs per bezoek aangeeft. Zo komt men dan tot de waarde van één bosbezoek voor één specifieke persoon. Om de totale jaarlijkse recreatiewaarde te kennen, moet deze waarde van één bezoek voor één bezoeker vermenigvuldigd worden met het totaal aantal bezoeken per jaar. Dit bedrag wordt tot slot geactualiseerd zodat de totale toekomstige stroom van recreatiebaten kan worden berekend voor Heverleebos-Meerdaalwoud. De noodzakelijke gegevens werden bekomen door tellingen en via enquêtes bij een representatief staal van 1.140 recreanten tijdens hun bezoek aan het bos. Zij leiden tot een geschatte waarde van een bezoek voor één bezoeker van gemiddeld ongeveer 800-900 BEF Afhankelijk van de schatting van de totale bezoekomvang (ongeveer 750.000 bezoeken per jaar) en de gehanteerde waarde per persoon, ligt de geschatte jaarlijkse recreatieve waarde tussen 523 miljoen BEF en 748 miljoen BEF en de totale netto actuele waarde van het bos tussen 10 miljard BEF en 15 miljard BEF. Dit zijn de baten die verloren gaan wanneer recreatie in het gebied onmogelijk wordt.Het zijn bruto baten, d.w.z. dat er geen rekening wordt gehouden met allerhande kosten voor onderhoud van het bos De niet-gebruikwaarde van het boscomplex.De niet-gebruikswaarden van Heverleebos-Meerdaalwoud worden ingeschat aan de hand van een enquête. Die enquête peilde naar de betalingsbereidheid van de Vlaamse bevolking voor drie hypothetische projecten. In tegenstelling tot de studie over de recreatieve waarde, werden zowel bezoekers als niet-bezoekers geïnterviewd. Beide groepen hechten immers belang aan het bestaan van het boscomplex en kunnen een positieve waardering voor het bos hebben. Dit gebeurde aan de hand van een uitgebreide vragenlijst bij een willekeurige steekproef van ruim 780 Vlaamse gezinnen, waarin onder meer informatie werd gegeven over de ligging en de geschiedenis van het bos, fauna en flora, recreatiemogelijkheden en het beheer,... Vragen werden gesteld naar leeftijd, gezinssamenstelling, burgerlijke stand, beroep, opleiding en inkomen en er werd gepeild naar de bereidheid om via een éénmalige bijzondere belasting te betalen voor drie projecten. De drie projecten zijn: de omvorming van het Militair Domein in een recreatiezone, de omvorming van ditzelfde Militair Domein in een bosreservaat (zonder recreatie) en de aanleg van een ecoduct over een drukke verkeersweg die het boscomplex doormidden snijdt. Uit de resultaten blijkt dat de afstand tot en de bekendheid met het bos een invloed hebben op de betalingsbereidheid voor bijkomende recreatiemogelijkheden maar niet voor de echte niet-gebruiks- of natuurfuncties van het bos. Ook iets jongere mensen, mensen met een hogere opleiding en mensen met een hoger inkomen hebben een hogere betalingsbereidheid. De totale betalingsbereidheid kan opnieuw worden berekend als het product van de betalingsbereidheid per gezin en het aantal gezinnen in de populatie. Uit de analyse blijkt dat de gemiddelde bereidheid tot betalen ongeveer 3.700 BEF bedraagt. Statistische testen leveren geen significant verschil op in de betalingsbereidheid tussen bezoekers en niet-bosbezoekers. De totale betalingsbereidheid van de Vlaamse bevolking wordt geschat op 5,5 à 8,7 miljard BEF. De studie van de niet-gebruikswaarden toont aan dat een bos- of natuurgebied een waarde heeft op zichzelf, los van het gebruik dat mensen van het gebied maken. Hieruit blijkt dat investeringen in natuur- en bosreservaten zinvol zijn ondanks een hoge opportuniteitskost, i.e. de opbrengst van hetzelfde terrein als landbouwgrond, woonzone of industriezone. Samengeteld komen we aan het duizelingwekkende bedrag van rond 500 miljoen euro (20 miljard BEF). Vermits bos- en natuurgebieden, rust en stilte steeds schaarser worden, en dus duurder, zal de waarde in de toekomst nog hand over hand toenemen. Zouden de plannenmakers deze studie ook gelezen hebben? |
||
![]() |
|||
![]() |
![]() Ellen Moons en Stef Proost zijn respectievelijk als onderzoeker en hoogleraar verbonden aan de werkgroep Energie, Transport en Milieu van het Centrum voor Economische Studiën van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, K.U.Leuven. Katrien Eggermont en Martin Hermy zijn respectievelijk als onderzoeker en hoogleraar verbonden aan het labo Bos, Natuur en Landschap, Departement Landbeheer van de Faculteit Landbouwkundige, K.U.Leuven. URL: http://www.econ.kuleuven.ac.be/ew/academic/energmil/publications/vlinaboek.htm |
||
![]() |