spacer.gif (820 bytes)
4blauw.gif (837 bytes)

 uit ADO 117

spacer.gif (820 bytes)

Exoten in het bos

spacer.gif (820 bytes)
 

Twee merkwaardige confrontaties in het bos, in één week tijd! Meer was er niet nodig om ons op weg te helpen om dit artikeltje in te leiden.
Bij onze ochtendlijke joggingsessies in het bos kijken we al lang niet meer op van een ontmoeting met een ree. De meeste reeën doen dat trouwens ook niet. Heel wat groter was onze verbazing toen we vorige week een koe, plompverloren midden in het bos tegenkwamen. Even later kwamen we ook een boerin tegen, met een andere koe aan het zeel. Die eerste koe terugjagen naar haar vaste stek wou maar niet lukken, kloeg de boerin. Maar met deze lok-koe moest het wel lukken, beweerde ze. En het lukte, bleek later.


Wie durft nog beweren dat joggen een vervelende bezigheid is? Enige dagen later stonden we aan de Parnassusdreef oog in oog met een volwassen Vietnamees hangbuikzwijn. Het dier was volkomen op zijn gemak. Wij iets minder.

Om maar te zeggen, enige eeuwen terug liep het hier nog vol inheemse everzwijnen, wie weet welke exotische bewoners we de volgende eeuw nog mogen verwachten?

Dat in de dierenwereld de immigratie steeds sneller en sneller verloopt valt niet te ontkennen. Vroeger was immigratie een natuurlijke zaak, een diersoort verlegde langzaamaan de grenzen van zijn territorium. Omwille van het gewijzigde klimaat, het wegvallen van een natuurlijke vijand of het opduiken van geschikte begroeiing. Soms ten koste van de oorspronkelijke fauna, vaak ook als bijkomende soort. 
Maar tegenwoordig is het natuurlijk vooral de mens die voor die toenemende verspreiding verantwoordelijk is. Soms gebeurt dat onbewust. Eitjes en larven van insecten kunnen meereizen met transporten van planten en voedsel. Andere soorten worden bewust geïntroduceerd, als leveranciers van bont of als exotische toets voor de tuinvijver. Bij vogelliefhebbers kunnen uitheemse soorten weleens ontsnappen.

Zo recent is het fenomeen natuurlijk ook niet. Ook de fazant is eigenlijk een exoot, maar komt toch al een vijftal eeuwen in onze streken voor. Ook de Coloradokever, zoals de naam het zegt uit Colorado (VS), is een exoot.
Oplettende wandelaars hebben in ons dorp zeker al de Nijlgans aan ‘tZoet Water opgemerkt, of een helgroene halsbandparkiet aan het Broek.

Plaag

Exotische dieren hoeven natuurlijk geen probleem te zijn, maar soms groeien ze echt wel uit tot een plaag.
Zolang uitheemse dieren in gevangenschap worden gehouden, goed worden verzorgd en veilig zijn gehuisvest, hoeft hun aanwezigheid geen problemen te geven. Sommige exoten zijn gemakkelijk te verzorgen (goudvissen bijvoorbeeld). Andere stellen echter zulke hoge eisen aan de kwaliteit van huisvesting, voedsel en temperatuur, dat aan de verzorging veel tijd besteed moet worden. Wanneer zij ontsnappen of bewust worden losgelaten, kan dat het begin van veel ellende betekenen. 
Ellende, in de eerste plaats voor de dieren zelf. De omgeving is hun vreemd, ze zijn niet gewend of in staat zelf voedsel te zoeken. Kortom een bestaan vol stress, honger en gevaren. De meeste ontsnapte dieren komen dan ook spoedig aan hun eind.
Sommige exoten weten zich hier echter prima te handhaven. Ze vinden een andere ontsnapte of losgelaten soortgenoot en vermenigvuldigen zich. Bij gebrek aan natuurlijke vijanden en in een voor hen gunstige omgeving kan hun aantal snel toenemen. Het dier kan dan een bron van ellende gaan vormen voor eigen flora, fauna en mensen. Een klassiek voorbeeld van een exotenplaag is die van het konijn in Australië. In het Zoniënwoud groeide een groepje Aziatische grondeekhoorns in tien jaar tijd van enkele tientallen tot anderhalf duizend exemplaren. Deze dieren kunnen grote schade aan bossen aanrichten. Wat schade betreft hebben we ervaring genoeg met de uit Amerika afkomstige Muskusrat. De bestrijding van deze exoot kost jaarlijks vele miljoenen. Kortom: een uitheems huisdier in de vrije natuur kan een hoop ellende meemaken, maar ook veroorzaken. 

spacer.gif (820 bytes)Drie exoten die zorgen baren

4blauw.gif (837 bytes) spacer.gif (820 bytes) De roodwangschildpad is één van de meest verkochte en gehouden reptielen in Europa. Ook bij ons aan de Abdij van ’t Park en aan de Kluis in Weert is het een bekende verschijning. Aangetrokken door de attractieve kleuren, het groene pantser en de felrode slaapstreep, vonden de nauwelijks drie centimeter lange jonge schildpadjes gretig aftrek in dierenspeciaalzaken. Ondanks de bewustwordingcampagnes die de laatste jaren zijn gehouden, lijkt het aanbod niet echt af te nemen. 
De “vijvertrend” van de laatste jaren is daar natuurlijk niet vreemd aan. Van deze schildpadden is bekend dat een overgroot deel het eerste jaar niet overleeft ten gevolge van verwaarlozing of verkeerde verzorging. Exemplaren die wel halfwas worden of zelfs het volwassen stadium bereiken, vormen voor veel eigenaren op den duur toch een probleem. Afgezien van de ruimte die deze dieren nodig hebben, is het zo dat de eetlust almaar toeneemt. De eetlust wordt weer vertaald in het snel bevuilen van het watergedeelte van hun verblijf. Bovendien kunnen grote schildpadden ook bijtgraag zijn, zodat ze niet altijd makkelijk in de hand genomen kunnen worden. Vroeg of laat wordt vaak een fase bereikt dat de “lastige” schildpadden een probleem worden en men de schildpadden van de hand wil doen. Een klein deel wordt bij andere liefhebbers ondergebracht, maar een ander groot deel wordt eenvoudigweg in sloten en kanalen gedumpt; “De schildpad krijgt weer de vrijheid”, wordt dan wel eens gezegd. De bedoeling is goed, maar een voorbeeld van een “goede daad” is het helaas niet.
  De Blauwband is een amper 10 cm lang visje met een donkere band van de neus tot aan de staart. Mannetjes zijn donkerder van kleur, in de paaitijd staalblauw. Kop en kieuwdeksels zijn dan violet tot roodachtig.
Het visje is oorspronkelijk afkomstig uit Oost-Azië, maar aan een merkwaardige opmars begonnen. In Roemenië werd hij veertig jaar geleden voor het eerst waargenomen. Beetje bij beetje plant hij meer en meer gebied in. Bij een recente inventarisatie bleek dat de Blauwband nu ook al voorkomt in poelen langs de Demer, de Kleine Gete, de Velpe en de Dijle.
Voor de sportvissers is deze vissoort interessant omwille van zijn explosief voortplantingsvermogen en hij wordt dan ook gekweekt als levend aas. Een wijfje kan tot negen keer per seizoen één miljoen eieren leggen. Bovendien is deze vis niet kieskeurig wat waterkwaliteit betreft. Positieve eigenschappen dus, ware het niet dat in poelen waar de Blauwband massaal voorkomt, geen andere amfibieën of vissoorten meer worden waargenomen.
 

Luister naar het imposante geluid van de brulkikker

De Brulkikker is niet alleen angstaanjagend vanwege zijn eetgewoonten. Wanneer de mannetjes volwassen zijn en in het voorjaar en de zomer op zoek gaan naar een vrouwtje, blijken ze wat betreft geluidsproductie niet onder te doen voor een rund. In Amerika (land van herkomst) dankt het dier er zijn naam aan (Stierkikker). De naam Brulkikker is echter ook wel op zijn plaats. Het geluid van de paringslustige mannetjes houdt omwonenden uit hun slaap. Het geluid is onmiskenbaar. Verwarring met inheemse soorten is uitgesloten. Een roepend Brulkikkermannetje in uw tuinvijver kan de indruk geven dat er een koe in uw tuin staat. Luister maar eens mee op onze website! De Brulkikker was oorspronkelijk een weinig populair terrariumdier. Het werd bijna niet in terraria gehouden, omdat het zo groot werd. Met de opkomst van de tuinvijver en de onstuitbare behoefte aan kikkers op de oever heeft de handel zich aan de brulkikker vergrepen. Ook al omdat de inheemse soorten beschermd zijn en op de handel een fikse boete stond. Als gevolg daarvan zijn in de tachtiger jaren de brulkikkerlarven bij tuincentra en dierenspeciaalzaken als zoete broodjes over de toonbank gegaan. 
twee keer nadenken voor de aanschaf van exotische planten en dieren.

• Laat u goed informeren over de verzorging (huisvesting, voeding, temperatuur) van de dieren. 
• Besef dat u de meeste huisdieren, maar zeker exotische dieren, niet voor meer dan een dag alleen kunt achterlaten. 
• Wanneer u een dier kwijt wilt, breng het dan terug naar de dierenwinkel of geef het aan iemand die het echt hebben wil. Het beste kunt u het dier naar een dierenasiel, dierentuin of gespecialiseerd opvangcentrum brengen. Vraag eventueel raad aan uw dierenarts. 
• Zorg ervoor dat uw uitheemse huisdier niet kan ontsnappen uit zijn kooi, volière, terrarium, e.d. 
• Voorkom dat exotische planten(resten) in de vrije natuur terechtkomen.

spacer.gif (820 bytes)