![]() |
|
Uit
ADO 139
|
De rubriek
|
![]() |
|
![]() |
Lees even mee: … de bus die van Leuven kwam. De chauffeur, die Eddy heette,
was een gezette dertiger met sproeten en al wat kalend. Hij stopte op twee
haltes van de Ruitersweg, de smalle verbinding tussen de Groenstraat en de
Waversebaan in Oud-Heverlee, en zette zijn zonnebril op.… Deze passage
verzin ik niet, maar komt uit het boek dat ik op dit eigenste moment lees: ‘De
hakbijlmoorden’ van Pieter De Wever. 200 meter van mijn deur jandorie. En waar heb ik
dat boek gehaald - inderdaad, in de bibliotheek. Ik bedoel hier niet het
gelijknamig eethuis, wat u op een verkeerd been zou kunnen zetten. Trouwens
naar analogie van een hakbijlmoord is de beenham er uitstekend, maar dit
volledig terzijde. En ik dacht zo,
eindelijk de mogelijkheid om eens positief te schrijven over onze gemeente in
mijn vergelijkend onderzoek met mijn hei-mat (is beter dan een Perzisch tapijt)
Bierbeek. Want, Oud-Heverlee heeft nog een echte bib met een
handgeschreven kaartje, met een stempel, met een sigarendoosje als centenbakje
voor de enkele centjes boete die je soms oploopt, met gerecycleerde papiertjes
om iets op te schrijven, met potlood en gom, maar vooral met ‘ons kent
ons’. |
![]() |
|
|
De meeste bibs -
voor alle goede verstaanders bedoel ik hier niet het achterwerk - zijn
tegenwoordig immers beschermde werkplaatsen. Alles digitaal, de scanner neemt
het over, je wordt in het ledenbestand gezet, de boeken staan in een
boekenbestand, de boetes gaan automatisch via Visa, de printer werkt niet, geen
streepjescode op het boek aanwezig…. Kortom, er is geen verschil meer tussen de
kassa van de GB of de Colruyt en het loket van de bibbeambte. Ik weet wel, want
de bibliothecaris Anita zegt het dikwijls genoeg, dat ook zij dromen van een
digitale bib, maar ik smeek: Anita, Anita ik hou van jou, maar laat de bib
blauw, blauw. Je moet maar eens
de proef op de som nemen. Als je in Bierbeek de bib binnenwandelt, dan zit de
bibliothecaris met uitgestreken gezicht voor zijn computer, aanslagklaar
(oppassen met Irak, daar kennen ze iets van aanslagen), zoekend op zijn bestand
(in Irak kennen ze ook iets van een bestand, alleen werkt het daar ook niet),
lijdend aan een polsmuis, met twee rimpels zoekend maar niet kunnen vinden,
mogelijks freewheelend op het internet, … kortom met alles bezig behalve met
jou als ontlener. Als je bij ons in de bib binnenkomt, ofwel is ons Anita of
één van haar even vriendelijke collega’s aan het praten met een ontlener, ofwel
zien ze je binnenkomen en zeggen ‘leg je boeken al maar hier, dan kan je gaan
kiezen’. Het scherm staat niet in de weg, open zicht, breedbeeld, lucht …. Heb
je je kaart niet bij, geen probleem, ze schrijven het wel op een minuscuul
stukje papier in potlood, dan kan het nadien nog eens gegomd en worden
herbruikt. |
![]() |
|
![]() |
Moet je eens
proberen, in een digitale bib zonder kaart binnen te gaan. Je keert
onverrichter zake terug. Net zoals je in de apotheek zonder SIS-kaart niets kan
afhalen. Trouwens: de SIS-kaart is wat benaming betreft hoogstwaarschijnlijk
afkomstig van een groottante van mij die mij altijd placht aan te spreken met
‘mijne sis’, maar dit volledig terzijde. Iets opzoeken dat niet juist
geklasseerd zit, is op computer een ramp, voor onze potloodbibliothecaressen
een evidentie, een hobby zelfs. “We zullen dat wel
opzoeken, da’s niks. Volgende keer, kijkt ne keer en dan zullen we wel
zien. Ik zal het misschien ‘misstoken’ hebben”. Dat persoonlijke
contact, dat ‘ons kent ons’, die persoonlijke dienstverlening, dat weten
welke boeken je liggen, dat reserveren van een boek gewoon door te vragen, dat
is iets wat ik apprecieer. Dit is echt dienst: graag hebben dat je komt
ontlenen. Kunnen de ambtenaren van het gemeentehuis een lesje van leren.
Vergelijk eens de openingsuren of de service van het gemeentehuis met die van
de bib. En meestal is dat formulier of zegel of stempeltje ontbrekend, zodat je
onverrichter zake naar huis keert. Ja, soms wordt wel eens, om binnen ons
centraal thema te blijven, gezegd: de ambtenaren zijn als een boek in een
bibliotheekkast: de hooggeplaatsten dienen het minst. |
![]() |
|
Onze bib heeft
trouwens nog meer authentieks als je gaat ontlenen in de
bijbibliotheek van Oud-Heverlee zelf, vlakbij de Ruiterstraat trouwens. Die
inrichting en die uitrichting, dat wat oubollig kneuterige, nemen je zo mee
naar het dorp van Miss Marple of rechtstreeks naar het Midsomer van
detective Barnaby. Zalig gewoon omdat het zo los van deze tijd is, nog zo
‘Meyhi’-achtig (je weet wel: de houthandel in Sint-Joris-Weert). Alleen het
meest gelezen boek in de wereld, met name de cataloog van de Ikea, vond ik
niet. En ook het rek met ‘gesproken boeken’ (rechts boven de bibliothecaris in
de hoofdbib) is vaak leeg, wat eens te meer bewijst dat alleen wie schrijft,
blijft en het gesproken woord vluchtig is. Maar dit volledig terzijde. Ik pleit dus voor
behoud van onze bib. Trouwens, als God de mens had geschapen om computers te
gebruiken, had hij ons zestien vingers gegeven. Gerrit |
|
![]() |