spacer.gif (820 bytes)

Uit ADO 142

De Tersaert wandeling,
een modulaire wandeling

spacer.gif (820 bytes)

Klik voor een grote kaart

De zomerse wandeling die we u aanbieden is er eentje die van begin (Dijlebrug Sint-Joris-Weert) tot einde 14 km telt. Laarzen hoef je niet, gewoon schoeisel volstaat, al zijn er na regenweer wel wat modderige stukken waar je de plassen wel kan omzeilen.
Buggies zullen je meer een last zijn dan een hulp: het gaat vaak over veldwegels.
Er zijn weinig of geen steile stukken, het is een licht parcours.
Onderweg voldoende banken en uitstekende picknick-plaatsen.
En in Neerijse en in Sint-Joris-Weert vind je wel een café voor de welverdiende tripel.
Je kan de wandeling ook vanaf de kerk van Neerijse?6 maken. Dan hou je nog een 9 km over.
Een verrekijker komt onderweg goed van pas.

We starten de wandeling aan de Dijlebrug in Sint-Joris-Weert.
(1) Die vind je als je aan de kerk van Sint-Joris-Weert de hoofdweg bergaf volgt, de scherpe bocht voorbij, de spoorweg over en een 300 tal meter verder voorbij het benzinestation komt. Daar kan je parkeren.

Even verder ligt de brug over de Dijle. Daar beginnen we onze wandeling vanuit Sint-Joris-Weert. Trein- of busreizigers wandelen vanaf het station even richting kerk, en nemen dan de Beekstraat naar links om het vertrekpunt te vinden.

We lopen aan de overkant van de Dijle, de Dijlestraat in, in de richting van 'het Appelfabriek'.

spacer.gif (820 bytes)
Het Appelfabriek herbergt in de gebouwen van een aloude “usine de produits chimiques” de verkoopsruimte van een familiebedrijf dat sinds 1923 actief is in de fruitteelt. Vroeger was dit een fabriekje een witselfabriek waar witte zavel in poeder werd vermalen. En voorzien van een waterrad en sluiswerk. Nadien kwam er een schrijnwerkerij, een papierfabriek, en vanaf 1918 produceerde men er kopersulfaat.
In die tijd fungeerde de bovenverdieping ook als cinemazaal. Het huidige fruitbedrijf zette vanaf 1996 de eerste stappen naar biologische teelt. Bijenvolken in de verschillende boomgaarden zijn nuttig bij de bestuiving in de bloei en leveren bovendien gezonde honing.
Een kudde schapen met lokale rassen verbetert de bodem van de niet beplante oppervlakte. Nergens worden scheikundige meststoffen gebruikt. De onkruidbestrijding gebeurt mechanisch en manueel. Bij plagen worden alleen natuurlijke middelen (plantextracten,…) ingezet.
Van minder mooi fruit worden allerlei producten gemaakt zoals appelsap, appelmoes, perensiroop, gelei en opgelegde peren.
spacer.gif (820 bytes)

We volgen de kasseiweg en verder de aardeweg langsheen de Dijle. Even opletten: na een 500-tal meter, aan een Dijlebocht waar een boom in de Dijle ligt, is er naar links een afslag tussen twee weideafspanningen. 
(2) Je vindt er een rode pijl, van de zuidelijke luswandeling van de Doode Bemde. We volgen de pijl en dat smalle padje tussen de twee afsluitingen, en vervoegen na de haakse bocht de oude trambedding.
spacer.gif (820 bytes)
De oude trambedding. Van 1905 tot 1958 kwam hier de tram van Tervuren naar Tienen en Geldenaken langs. De sporen zijn gesloopt, maar de dijk en spoorbedding zijn er nog en die gaan in rechte lijn dwars door de Doode Bemde. Het oude tramstation ligt tegenover het treinstation van Sint-Joris-Weert, herkenbaar aan zijn trapgevel. De buurtspoorweg was er ook voor het vrachtvervoer van bieten, en van kolen voor de serres. Vandaar ook de verbinding naar Tienen.
spacer.gif (820 bytes)

Op het einde van de oude trambedding nemen we op de splitsing naar links (3),
we volgen verder het rode pijltje van de Doode Bemde wandeling.
We vervoegen even verderop de brede aardeweg en volgen de weg rechtdoor, loodrecht op de richting van de oude trambedding.
Zo komen we weer in de bewoonde wereld en langsheen de drie huizen van de Elsenstraat.


Op de hoek (4) gaan we naar links en volgen de Lindenhoflaan, een mooie dreef. We gaan het kapelletje en de banken voorbij en vervolgen de Lindenhoflaan omhoog.
spacer.gif (820 bytes)
Het Lindenhof is een monumentale kasteelhoeve uit 1756. Het is nu ook een rustoord voor oude paarden, dat merk je wel als je in de weide kijkt. Het gebouw is een beschermd monument en biedt binnenin ook ruimte voor uilen.
spacer.gif (820 bytes)



Net voorbij het Lindenhof (5) nemen we het paadje tussen twee afsluitingen in naar links. Een rood bordje van de Doode Bemde toont alweer de weg. We dwarsen de brede toegangsweg van de boerderij en volgen het paadje.
Langs een onwaarschijnlijk kitscherige collectie tuinkabouters, compleet met fonteintje en miniatuurvijvertje komen we voorbij De Smidse, de tot vakantiewoning omgebouwde oude smidse van Neerijse.
We komen uit op de asfaltweg rond de kerk van Neerijse. We lopen even naar beneden en nemen meteen na de groene glasbakken onze bocht rond de kerk, de trappen op (6) en het paadje omhoog.
Dan is het even opletten: ook al is het zone 30, we staan hier op de bochtige weg Leuven-Overijse. We nemen die grote weg naar links, richting Overijse, en nemen na hooguit 100 meter de tweede afslag naar rechts, de Langestraat (7),
de grote baan naar Leefdaal. Na een tiental meter nemen we het kasseiwegje naar links en laten de grote asfaltweg van de Langestraat achter ons. 

Waar het kasseiwegje na een honderdtal meter een flauwe bocht naar rechts neemt, lopen we rechtdoor het smalle veldwegeltje in dat verderop aan een groepje bomen naar beneden duikt in een holle weg. Vergeet vooral niet even achterom te kijken: je hebt een prachtig vergezicht over de Dijlevallei, met aan de overkant van de vallei het Meerdaalwoud en Sint-Joris-Weert. Bovenop de helling zie je het rusthuis Ter Meeren in Neerijse. Naast de kerk van Sint-Joris-Weert torenen de Bruggemans-appartementsblokken die de skyline van Weert hertekenden

We vervolgen de veldwegel die naast een metershoge nieuwe draadafsluiting afbuigt naar links. We volgen het wegje naast de draadafsluiting waar even verderop een bulldozer het veldwegje heeft geëffend tot een brede weg. Rechts zie je in de afgrond de resten van de oude zandgroeve Poels, die nu door de firma De Cock aan een hoog tempo wordt opgevuld met niet-verontreinigde grond.

spacer.gif (820 bytes)
De oude zandgroeve is zo stilaan een slagveld waar de milieubeweging een belangrijke veldslag verloor. In de oude zandgroeve kwamen ook vroedmeesterpadden voor, een van de drie zeldzame plaatsen in Vlaanderen waar dit diertje leeft. En tegen de steile hoge wanden van de groeve nestelden oeverzwaluwen. De firma De Cock kocht evenwel de zandgroeve. Na een reeks van juridische veldslagen, onder meer bij de Raad van State, kan de firma De Cock nu haar gang gaan en deze groeve vullen met niet-verontreinigde aarde van allerhande grondwerken. Dat gaat nu aan een hoog tempo.

spacer.gif (820 bytes)

We vervolgen de weg langsheen de oude zandgroeve en komen langs de ingang van de groeve voorbij tot op de Ganzemansstraat in Neerijse. 
Daar wel goed uitkijken: niet de eerste bocht van het camioncircuit nemen, maar wel degelijk doorlopen tot de betonweg van de Ganzemanstraat aan de hoeve met de deels ingestorte stalling.
(8)
We vervolgen onze weg naar rechts, langsheen de berm de smalle betonweg die afgewisseld wordt met kasseistroken.

In de verte zien we al de Tersaerthoeve waar we naar toe lopen. De weg maakt een haakse bocht, richting boerderij. We komen langs een poel, links in de weide, even verderop tegenover de Tersaerthoeve is er een tweede poel.

De vroedmeesterpadden die hier huizen begluren je vast, verscholen van tussen het gras.
spacer.gif (820 bytes)

Vroedmeesterpadden zijn ongetwijfeld de lievelings-paddensoort van feministen en nieuwe mannen. Nog meer dan nieuwe mannen zijn ze echt zeldzaam in België, en slechts op een paar plaatsen terug te vinden. Bijzonder aan deze paddensoort is het ijverige mannetje.
Die draagt de eitjes van zijn vrouwtje 5 tot 7 weken lang op zijn rug rond en zorgt zo voorbeeldig voor zijn nog ongeboren kroost.
Zo voorkomt die dat de eieren beschimmelen of worden opgegeten. Omdat op zijn rug maar plaats is voor enkele tientallen eitjes, en niet voor lange snoeren van honderden eitjes zoals andere padden in vijvers en poelen deponeren, is het een erg kwetsbare soort. Vroedmeesterpadden produceren anders dan andere padden een ongewone fluittoon, een korte hoge toon die een 40-tal keer per minuut herhaald wordt. Een beetje als het aloude koperen langwerpig scheidsrechtersfluitje bij een volleybalwedstrijd.
Te beluisteren na zonsondergang, van april tot einde augustus.
spacer.gif (820 bytes)

We vervolgen onze weg en maken een kwartcirkel rond de Tersaerthoeve. 

(9) Links, aan de overkant van de tweede toegangsweg van de Tersaerthoeve ligt een weide met daarin terug een grote ronde poel. Een natuurvereniging houdt de poel mooi gaaf, zodat de vroedmeesterpad er langs kan komen. Koeien vergezeld van een vervaarlijke stier houden er de wacht. We nemen er de weg langsheen de weide, waarbij we de weide met poel links van ons laten liggen en de bosrand volgen. Die weg langsheen de bosrand van het Tersaertbos blijven we volgen, we negeren de afslag naar links. Nu komt er ook links een bosje en de weg komt uit op een kruispunt. Wij vervolgen onze weg rechtdoor, de brede weg, en dwarsen even later de Langestraat, de verbindingsweg tussen Neerijse en Leefdaal. Die steken we over en we vervolgen de betonweg tussen de velden, de Bredeweg.

Vanop dat hoogplateau tussen Leefdaal en Neerijse krijg je een prachtig uitzicht op de Dijlevallei richting Leuven. Je ziet er de Leuvense skyline in volle glorie: de witte Philips gebouwen, de toren van de universiteitsbibliotheek aan het Ladeuzeplein, Gasthuisberg, …

spacer.gif (820 bytes)
Hamsters en vogelaars.
Voor vogelaars ten lande geniet deze plaats zo ongeveer van een natio­nale bekendheid. Door het weide uitzicht en de hoge ligging is het een ideale plaats om de vogeltrek te observeren: in die periodes is de Bredeweg een vaste plaats waar vogelliefhebbers met kijkers de vogeltrek registreren, tellen, en daarvan verslag uitbrengen.
Dat levert verrassende waarnemingen op en soms ook spectaculaire foto’s. Zoals bijvoorbeeld die van een groep van een tiental ooievaars die een van de omliggende velden uitkozen als avondlijke en nachtelijke rustplaats bij hun trektochten.
En niet alleen boven de grond (vogels), op de grond (vogelaars) maar ook onder de grond gebeuren er merkwaardige dingen.
De landbouwvelden in de omgeving herbergen zowaar wilde hamsters, een van de weinige plaatsen waar deze diertjes nog in het wild leven. ’s Zomers, na de oogst, worden door natuurverenigingen steevast vrijwilligers gezocht voor de telling van nesten.
spacer.gif (820 bytes)
We nemen de eerste afslag, een betonwegje naar rechts aan het eerste kruispuntje (10), vlak voor een partij bomen.
Naar links staat een pijltje voor de Veronawandeling.
Wij gaan naar rechts en nemen meteen nadien terug de eerste afslag naar rechts wat al snel een aardeweg wordt.
We houden bij de splitsingen rechts aan (11) en volgen zo de weg die richting Neerijse gaat.

In het veldwegeltje duikt plots een bunker op, bijna helemaal overgroeid, je merkt het pas als je vlakbij bent.
spacer.gif (820 bytes)
Bunkers.
Die bunker maakte deel uit van de “KW-linie”, de” ijzeren muur” tussen Koningshooikt en Waver die in de jaren ’30 werd gebouwd. Daar achter wilden de Belgische troepen zich opstellen om een Duitse inval lang genoeg tegen te houden. Dat zou de geallieerden de kans te geven om naar het Albertkanaal op te rukken. De bunkers en de moerassige riviervallei van de Dijle waren daarbij een belangrijke schakel. De bunkers waren bewapend met twee mitrailleurs, 8 manschappen, en meestal gecamoufleerd in hun omgeving.

Ze hadden soms muren van 1,5 meter dik, en waren bestand tegen inslagen van houwitsers-kanonnen. In de praktijk rolden de Duitsers deze linie, met inbegrip van het oninneembare fort van Eben-Emael in twee dagen op.
spacer.gif (820 bytes)


Even verder komt ons veldwegje uit op een betonnen fietspad (12)
dat we naar links volgen.
Via de Kamstraat lopen we Neerijse-dorp weer binnen.

Bijna op het einde, vlak over de bibliotheek, en voor de parking,
nemen we het smalle voetpad naar links en lopen achter de school door.
Net voorbij de bank nemen we de trapjes naar rechts,
vervolgen het voetpad en komen zo weer uit aan de kerk van Neerijse.

Via het wandelpaadje langsheen de Smidse en de collectie tuinkabouters lopen we terug langs de Lindenhoflaan, voorbij het kasteel van Overschie, rechtdoor de Doode Bemde in.

spacer.gif (820 bytes)

Het kasteel van Neerijse was oorspronkelijk een omwaterd jachtpaviljoen dat in 1735 werd aangekocht door Charles-Joseph D’Overschie. In de jaren 1770 werd het in classicistische stijl verbouw door zoon Jean-Albert. Die wou zijn tuin helemaal inrichten zoals de tuinen van Versailles. Het was er echter zeer drassig, en overstroomde regelmatig, ondanks een afwateringsgracht die liep tot aan de Ijse-monding. Zijn landmeter-hovenier had echter opgemerkt dat de Dijle na de Ijsemonding een sterker verval had. Er werd daarop een ontwateringsgracht gegraven die onder de Ijse doorging en verder liep tot Korbeek-Dijle. Zo kon het overtollige water op een beduidend lager niveau dan het niveau van de Dijle bij de Ijsemonding afgeleverd worden. En de kasteeltuin droger gemaakt worden. Tot voor een aantal jaren was dat nog steeds zo: vlakbij de Ijsemonding van de Dijle in de Doode Beemde ging een sifon onder de Ijse door zodat de Leigracht er verder kon lopen: een beek die onder een rivier doorging.

Om de Doode Beemde terug te vernatten zoals vroeger, werd deze sifon een paar jaar geleden door het Vlaams gewest verbroken. Zo stijgt het grondwaterpeil terug in de Doode Beemde. Voor de kasteeltuin maakt het geen verschil meer: een van de adellijke erfgenamen hield niet van Versailletuinen, en maakte na 1850 de hele tuinaanleg van zijn grootvader ongedaan. De Engelse mode in de tuinaanleg met kronkelwegen en tuinen met een natuurlijk uitzicht kwam eraan: de kasteeltuin kreeg zelfs verlichting met carbidlantaarns.

Het kasteel wordt, na een korte carrière als verblijfplaats voor de Duitse bezetter in de Eerste Wereldoorlog, kinderkolonie, gemeentehuis tijdens de Tweede Wereldoorlog, kliniek, kasteel-restaurant, nu – al jarenlang en met een wissel van bouwheer – verbouwd tot luxe- appartementen.

spacer.gif (820 bytes)
Links en rechts van ons zijn de grote kasteelvijvers. Links kan je de gracht over aan een bruggetje. Als je bij het begin van het knuppelpad even het pad naar rechts loopt kom je aan de kijkhut de Roerdomp. Van binnenin heb je een mooi en verborgen uitzicht op de grote vijver.

Na wat uitkijken vervolgen we het knuppelpad dat ons feilloos tot bij de Koebrug brengt. We steken de Dijle niet over, en volgen het pad naar rechts. Het pad voert ons langsheen de Dijleoevers, over een weide heen, terug tot het Appelfabriek waar het allemaal begon.
spacer.gif (820 bytes)