uit ADO 85

Natuurminnaars voerlen nattigheid

Eerder al (ADO 79) signaleerden we plannen van de Vlaamse Maatschappij voor watervoorziening om een groot drinkwaterbekken aan te leggen. Dat drinkwaterbekken zou 44 (jawel, vierenveertig) hectaren groot zijn. Op het plannetje ziet u waar het komt, tussen de Kauwereelstraat, Beekstraat en de Neerijsebaan in Sint-Joris-Weert en de Wolfshagenstraat in Neerijse.

De V.M.W. zit immers met het probleem dat ze tegen het jaar 2000 in Vlaams-Brabant 44.000 kubieke meter per dag méér drinkwater moet hebben dan de huidige produktiecapaciteit. Nieuwe grootschalige projecten van grondwaterwinning zijn in Brabant niet meer mogelijk. Door een politieke beslissing wil men ook geen water importeren uit het waterrijke Wallonië. Daarom wordt uitgekeken naar mogelijkheden om oppervlaktewater (van beken en rivieren) te gebruiken voor drinkwaterwinning. En daarvoor komt het water van de Laan, de Ijse en de Nethen in aanmerking.

In een eerste faze zou het water van de Laan worden gebruikt voor de produktie van drinkwater. Naast een pompinstallatie zouden er ook installaties komen voor de zuivering, de voorbehandeling en de nabehandeling van drinkwater, een slibbehandeling en een slibverwerkingsinstallatie. Het slib zou afgevoerd worden naar stortplaatsen. Voor dit alles is een reeks gebouwen, filterinstallaties, doorstroombekkens en een administratief gebouw nodig, alles samen op een totale oppervlakte van 14.000 vierkante meter. De totale terrein-inname is, zoals gezegd, 44 hectare of zowat 90 voetbalvelden.
De kostprijs van het geheel wordt geraamd op 1,17 miljard frank. Daarmee zou dan een extra capaciteit van 36.000 kubieke meter per dag gerealiseerd worden.

De Vrienden van heverleebos en Meerdaalwoud en de VZW Natuurreservaten trokken onlangs weer aan de alarmbel. Het Milieu-Effecten-Rapport (M.E.R.) ligt immers momenteel bij de Vlaamse Minister van Leefmilieu Kelchtermans ter beslissing. Voor het rapport openbaar gemaakt wordt moet het nog conform de voorschriften verklaard worden. Wat er instaat is dus voorlopig nog geheim.. Dergelijk rapport gaat een aanvraag voor een wijziging van het gewestplan vooraf.

Alhoewel beide verenigingen zeker voorstander zijn van oppervlaktewinning (eerder dan grondwaterwinning) zijn zij ten zeerste gekant tegen de aanleg van een spaarbekken zoals dat nu voorligt. De huidige plannen nemen een onaanvaardbaar grote oppervlakte weg uit een nog ongeschonden, open en ecologisch uiterst waardevol natuurgebied. Een gebied dat trouwens "beschermd" wordt door zijn inkleuring als natuurgebied op het Gewestplan, door de E.G. als vogelrichtlijngebied wordt erkend, én deel uitmaakt van het Ecologisch Impulsgebied Demer -Dijle om op termijn tot grote eenheden beschermde natuur te komen.

Zij eisen dat alle mogelijke alternatieve inplantingsplaatsen worden onderzocht zoals b.v. de vele nabije zandgroeven. Deze zouden op zich een natuurlijke berging vormen. Er dienen dan geen grootschalige grondwerken te gebeuren met alle verkeers- en geluidsoverlast vandien. Bovendien zou een inbedding in deze groeven het voordeel opleveren dat het spaarbekken en de gebouwen weinig visuele hinder zouden veroorzaken.

De inspanningen in het verleden om de Dijlevallei ongeschonden te houden, werden door de aanleg van een super zuiveringsstation te Neerijse al aangetast. Een waterproductiecentrum zou deze vallei definitief verminken, alle beschermingsmaatregelen te spijt.
Gezien de duidelijk zwaar-negatieve gevolgen op het milieu vraagt de milieubeweging de inplanting negatief te adviseren zodat de V.M.W. naar een minder natuurvernietigende oplossing moet uitkijken.