Bij het honderdste nummer...

Editoraal

   De allereerste ADO zag in februari ’79 het levenslicht. Die ADO werd alleen verdeeld in het dorp Oud-Heverlee. Meteen met een redelijk succes. Vanaf april ’83 namen we er ook Sint-Joris-Weert bij. 1n 1989 begonnen we uiteindelijk de hele fusiegemeente te bedienen. Een waagstuk, want van bij het begin was het al de bedoeling dat de lezers spontaan, met vrijwillige financiële bijdragen, het blad zouden bekostigen. Twintig jaar lang verschenen we min of meer op tijd, de inhoud werd beter en beter verzorgd en de slecht leesbare schrijfmachine ruilden we voor de computer. Zonder het goed te beseffen zijn we wellicht de langstlevende dorps/stadskrant in Vlaanderen geworden. We hoorden bij de eersten, zoals “de Lastige Bruggeling”, de “Stoete Ostendenaar, het Leuvense “Dijlepaard”....en we horen nog bij de laatste overlevenden. Onze naaste buur, de Wakkere Balder, uit Boutersem moest al in 1988 stoppen. Waarom begonnen enkele inwoners van Oud-Heverlee met deze dorpskrant? Het opzet was natuurlijk de inwoners beter te informeren. Immers, als de Amerikaanse president een slippertje maakt, dan staat de wereld op zijn kop, en de informatie wordt langs honderden kanalen in je ogen en oren geramd. Maar als, om maar iets te noemen, het gemeentebestuur een mega-verkaveling in het dorp zou plannen, dan kom je daar nauwelijks iets over te weten. Laat staan dat je ergens voor een pro en contra terecht kan. Die leemte, die wilden we opvullen. Daar komt nog bij, dat in het begin van de jaren tachtig, de inwijking in onze dorpen in volle gang was. Deze nieuwelingen werden nogal eens met een scheef oog bekeken door de oorspronkelijken. Deze nieuwe inwoners een beetje sneller integreren in het sociale weefsel van het dorp vonden we ook belangrijk. Zijn we daarin geslaagd? Honderd nummers verder kan alleen u dat beoordelen....

 20 jaar Oechelen, een terugblik...

een gesprek met de 'founding fathers (en mothers)'

ouderedactie1.JPG (48616 bytes)

wpe39.gif (2492 bytes)    Eigenlijk ontstond achter d?0echelen vanuit de werkgroep Leefmilieu. Verschillende leden ondervonden dat er toch een beetje nood was om nieuwe en minder nieuwe inwoners van de gemeente te informeren over o.a het gemeentebeleid. Temeer daar er nog geen gemeentelijk infoblad bestond en het contactblad van de parochie ermee ophield.

Achter d'oechelen, van het oude spreekwoord 'achter d?oechelen letten' (achter de struiken of figuurlijk achter de schermen kijken) werd als niet alledaagse naam gekozen. Het was toen trouwens de tijd van de dorps- en stadskranten. Allemaal zijn ze vroeg of laat ter ziele gegaan. Els Trekker, Ward Govaerts, Maria Van Nuffelen en Wim Vanderelst zorgden voor de eerste teksten, Leen De Craen typte en Bert Daniëls tekende in zijn onnavolgbare stijl de laatste vrije plekjes vol en knipte en plakte alles aan mekaar tot een mooi, herkenbaar blad.

wpe3A.gif (6400 bytes)

In maart 1979 werd het eerste nummer gedrukt op 750 exemplaren en verdeeld in Oud-Heverlee; Dat zou per jaar zo?n 15.000 frank kosten. (Nu verschijnen we op 4200 exemplaren wat ons 140.000 frank kost.) Belangstelling was er meteen, er stond dan ook zowat van alles in van wat de mensen kon interesseren: van interviews met 'gewone' inwoners en oude dorpsliedjes tot de acute dorpsproblemen: waarom is er geen gemengd onderwijs in Oud-Heverlee? Zijn graadklassen nog van deze tijd? Komt er nu een spoorviaduct in Oud-Heverlee? Komt de T.G.V. langs de autostrade? Wat met het Winkelveld, het recreatiepark enz..enz? Je kan zo aflezen wat onze bevolking toen bezighield, de betogingen tegen de kernraketten bv. Veel inbreng was er ook van Marcel Baert en de verenigingen zorgden voor een evenementenkalender.

Ja, het dorpsleven was toen veel intenser, weet Els. De mensen leefden veel nauwer samen, men deed nog moeite om nieuwe bewoners te betrekken bij het dorpsleven. Het verenigingsleven was dan ook veel boeiender dan nu. Ook ADO evolueerde een beetje mee. Door eerst Sint-Joris-Weert en later heel de fusiegemeente te bestrijken werd het, helaas, een ?serieuzer? blad, en misschien iets verder van het eigen bed.. Met weemoed werd er teruggedacht aan een 1 april nummer vol kolder, maar verpakt alsof het een gemeentelijk infoblad was. Veel mensen hebben er zich aan laten vangen, en waren daar achteraf boos om.

Alhoewel we dikwijls mensen interviewden, heeft dat toch zelden tot moeilijkheden geleid. Waar we het nodig vonden, deden we een beetje aan zelfcensuur om mensen tegen zichzelf te beschermen. Al herinner ik mij wel iemand, die op de loer lag om bij haar moeder de achter d’oechelen uit de reclame te gritsen, omdat ze vond dat haar moeder het interview met een cafébazin beter niet onder de ogen kreeg. Heel af en toe werd er meer gedaan dan schrijven: een verkiezingsdebat organiseren, of een verkiezingsshow of nog, een wandeling met geleid bezoek. Om de pizza-avonden niet te vergeten natuurlijk.

Alhoewel er nooit erg veel reacties komen, en dan meestal nog op artikels waar we het niet verwacht hadden, merken we toch dat achter d’oechelen heel goed gelezen wordt. Spreken we iemand aan dan moeten we nooit uitleggen wat ADO voor iets is.....Soms merken we dat ook aan dingen die net niét gebeuren omdat ze op tijd openbaar gemaakt werden. Oproepen, zoals onlangs over het model voor “de zaaier” van Meunier, daar krijgen we resultaat van. Of de taalfout op het welkomsbord van VKT, die was direct verwijderd na een ludiek commentaar.

Och, rechtstreekse aanvaringen met het gemeentebestuur zijn er nooit geweest, maar van enige erkentelijkheid, laat staan erkenning is ook nooit sprake geweest, zelfs een vermelding in de rubriek pers in het gemeentelijk jaarverslag heeft er nooit afgekund. Ja, ze hebben er plezier aan beleefd, merken ze nu bij het doornemen van de oude nummers. Ze hebben het trouwens allemaal heel lang volgehouden.

Els heeft er de meeste 'dienstjaren' opzitten: zij zag de opvolgers binnenkomen en de laatste 'founding father' wegtrekken: Ward, die zoals onze gedragscode het wil, ontslag nam toen hij in de politiek stapte. “Al wel honderd keer heb ik moeten uitleggen dat ik met de redactie niets meer te zien heb, en toch word ik er nog altijd over aangesproken. Vooral nogal wat politieke tegenstrevers kunnen er niet inkomen dat je persoonlijke banden niet gebruikt om aan politiek te doen.” Ja, nog zoiets. Veel mensen hebben ons direct een groen etiket opgekleefd, alhoewel we toch altijd proberen alle kanten te belichten. Maar ja, niet iedereen kan altijd goed een onderscheid maken. Zo dachten er een paar dat één van ons in naam van de volksunie in de redactie zat, gewoon omdat er V.U achter zijn naam stond als verantwoordelijk uitgever!