Uit ADO nr. 81

   jarenlang hadden Frans en Leentje een café in Oud-Heverlee.Achter d'oechelen ging ze even opzoeken voor een openhartig gesprek.
 

Het alfabet van Leentje van 'Bij Frans en Leentje'

een gesprek...

A van al heel lang, van aanpassen en van ambras.

 

Veertig jaar heeft Leentje in het café gestaan, nee, eigenlijk al vijftig jaar. Want van zodra ze groot genoeg was, moest ze meehelpen in het café. 'Van zodra ik kon tappen', zegt Leentje.

Aanpassen aan de rust. Moeilijk, vertelt Leentje, vreselijk moeilijk. Ze mist het café. Op 23 december 1994 sloten ze het café en verhuisden ze naar hun nieuwe huis. Zeker in het begin liep ik de muren op: geen mensen meer zien, jaren lang altijd een gezellige babbel gehad en nu plots niet meer. Gelukkig komen nog heel wat mensen eens binnen om goedendag te zeggen. Dat doet deugd. En iedereen is natuurlijk heel erg welkom!

Ambras gehad? Nee, niet echt. Natuurlijk discussieerden de mensen wel eens, maar een goede cafébazin hield dat wel onder controle. Eén keer, herinnert ze zich, kwam er een echte groep ambraszoekers het café binnen. Men had ons verteld dat we ze niets mochten laten doen: niets schenken, niet laten spelen op de flipperkasten,... We hadden wel schrik, maar dat mag je natuurlijk niet tonen! Frans heeft ze dan gezegd dat ze niet binnen mochten. En dan zijn ze vertrokken...

B van boeremensen en van boogschieten.

 

Boeremensen kwamen altijd in het café. Op het veld hadden ze soms een flesje jenever mee. 't Schijnt dat dat de dorst lest? Velen kwamen van 't veld rechtstreeks naar 't café. Er kwamen hier vroeger ook veel kasseileggers.

Boogschieten heeft altijd in Oud-Hever bestaan. Er werd niet op een wip geschoten, maar op doel. Dat werd hier bij 't café verschillende jaren gedaan. Ooit is zelfs hier het kampioenschap van België gehouden.

C van cafés

Veel cafés toen in Oud-Heverlee! Leentje begint een opsomming te geven en we hebben het moeilijk om alles op tijd op te schrijven: waar de superette was, daar was een café, en waar de gazettenwinkel is, en waar de ASLK is. En ook aan de andere hoek van de F. Crabbéstraat. En twee huizen verder had mijn grootvader langs moeders kant een café. En op den hoek bij "den tist". En waar de bakker was, aan de kerk bij Siske en bij Bernadine, en waar Knops woont, dat was bij Gènetje, en bij Manuel. Aan 't gemeentehuis was ook een café, bij Nelleke. En aan de Genenhoek waren d'r twee, maar vroeger nog wel meer.

D van Zwarte Duivels en van duivenconcours

Al van voor de oorlog was het hier het lokaal van de Zwarte Duivels. Tijdens de oorlog zijn ze gestopt en nadien terug begonnen. Na een tijd zijn ze komen vragen of we het niet erg vonden dat ze een ander lokaal gingen zoeken.

Ik deed de was voor de SVK. Mijn grootmoeder kuiste de schoenen ook, maar dat heb ik niet gedaan!

Ach, het duivenconcours! Er kwamen hier veel duivenmelkers, ook van andere gemeenten. Leentje is zeker dat veel oudere mannen haar missen, want, 'je moet weten hoe je ze moet aanpakken en ze zijn opgesmeten lijk ne hond met vlooien.'

E van eerlijk.

F van feestzaal en van Frans en van farcekes.

 

Altijd braaf en eerlijk geweest!

In 1962 verbouwden ze het café, in 1976 hebben ze er een feestzaal bijgezet. Dat bracht veel werk met zich mee: zo'n investering moest je natuurlijk afbetalen.

Farcen. Alle dagen waren plezant, ik heb steeds mijn werk 'met mijn goesting' gedaan. Maar waar ik echt met plezier aan terugdenk zijn de 'farcekes'. Een grap die de mannen vaak uithaalden was dat ze vlees pikten van iemand die pas naar de beenhouwer geweest was. Dat werd dan door mij gebakken en samen opgegeten. Natuurlijk werd dan nadien bijeen gelegd en mocht het 'slachtoffer' opnieuw naar de slager.

Zo gaf Siske van Jomme ooit eens een pakje pensen aan mij. "â betrââf ik nog', zei hij. Maar hij zat nog niet neer of de pan stond al op de stoof. We dekten de tafel met propere kolenzakken en de bierkaartjes waren de borden. We zaten er allemaal gezellig rond. Plotseling zei Siske van Jomme: 'zoude geloven dat ik hier mijn eigen pensen aan 't eten ben?'

Frans sukkelt met zijn benen, maar ook voor mij werd het café te veel...

G van grootmoeder.

Leentjes grootmoeder voedde haar op. Toen Leentje 4 en een half jaar was stierf haar moeder. Haar grootmoeder was geboren in 1876 en toen was er al café.

H van handpomp en van hanen.

Vroeger zat er geen koolzuur in het vat en moesten wij alles met de hand pompen. Er zat zo'n handpomp op de houten vaten met 100 liter Peterman ... en dan maar pompen!

De Snelkraaiers? Dat was een vereniging van nog voor den oorlog. Maar verleden jaar is het gestopt, de voorzitter was van buiten 't dorp en toen zijn ook andere mensen gestorven... en 't is stilgezet. Je moest, wat was het ook alweer?, 50 Fr. inzetten en je kon 70 Fr. trekken. Eigenlijk deden ze het voor hun plezier. De hanen werden in een kot gestopt in de barak naast 't café en mochten een half uur 'zingen'. Daar was zo'n groot horloge. Er was telkens één man die moest tellen hoeveel keer twee hanen kraaiden. Na 't half uur schoven ze de plank toe zodat hij niet meer kon schrijven. Wie 't dichtst bij een vooraf afgesproken getal zat was gewonnen.

Maar ja, je kon die beesten dresseren, hé. Dan gingen ze voor hun haan staan en haalden een zakdoek boven of gaven een ander teken, en dan stopte die haan natuurlijk.

Mijn vader heeft trouwens nog eens een servies gewonnen, en dat heb ik nog altijd. Zulke dingen doe je niet weg, hé...

I van iedereen was welkom

J van jeugd

De centen van de socialisten zijn evenveel waard als die van de CVP. Als zelfstandige moet je daarin voorzichtig zijn. Wel was het zo dat iedere 'kleur' zijn eigen avond had.

Wij hebben altijd jong en oud volk gehad. Al gaan de jongeren vandaag de dag veel vroeger op café. En waar ze dan zoveel geld halen?

K van Koffie en van Kermis

L van lastig

Al van toen ik 10 jaar was en ik de grote kruik met koffie kon dragen, moest ik naar het voetbalveld gaan, met koffie voor tijdens de pauze.

Een hoogtepunt vond ik altijd de verkleedpartijen op vastenavond, of de dorpskermis in augustus.

Ja natuurlijk was het dikwijls lastig! Ik ben nooit gaan slapen voordat alle glazen gewassen waren, gedroogd en in de kast gestopt, voor alles opgekuist was. Ik zie mij nog staan leunen op de borstel na een feest, vroeg in de ochtend: 'Zie mij hier nu staan en al de mensen slapen.' En dan 's morgens ging het café weer open...

M van mannen en vrouwen.

N van niet open

Zeker vroeger waren het vooral de mannen die naar het café kwamen. Ja, soms op zondagavond, dan kwamen de vrouwen een kaartje mee leggen.

In het begin waren we zeven dagen op zeven open. En dikwijls kwamen de mannen van het bos, of de mannen die de nacht hadden gedaan, langs de keuken naar binnen om nog vlug eentje borreltje te drinken. Later waren we 's maandagsavonds om 7 uur gesloten, maar dat was eigenlijk te weinig. Toen sloten we op donderdag.

Voor elf uur open doen was eigenlijk niet nodig, behalve als er een begrafenis was in het dorp, want dan kwamen de mensen nog voordien een koffie drinken.

In de vakantie gunden ze ons wel drie weken vakantie, dat waren ze gewoon, toen we weer open gingen, kwamen de klanten terug. Want te lang sluiten, dat gaat niet, hé, je mag de klanten het niet gewoon laten worden in een ander café.

P van Peterman en van 'pintke'.

O van het orgel in de danstent

Met de kermis kwam hier een spiegeltent met een orgel. Toen werd er twee weekends gedanst. De laatste keer dat er nog een feesttent was, was met het honderdjarig bestaan van de fanfare in 1980. Ook op de Genenhoek-kermis was er een danstent. Maar 't is nu voor de jeugd 'alle dagen feest'.

Leentje 'rappelleert' zich de namen niet meer van al het bier dat de klanten konden krijgen. Wel weet ze nog goed hoe de vaten met paard en kar gebracht werden. De vaten hingen in ijzeren kettingen onder de kar. Er staat trouwens nog een authentiek houten Peterman-vat in haar woonkamer.

R van radio & ruzie

En als er teveel ruzie was, of klanten schreeuwden te hard tegen elkaar, dan zette ik gewoon de radio vierkant open, dan was dat gedaan.

S van 'Schol mannen', van 'Santé' en van Senneke kermis.

Leentje bewaart nog ergens een grote flesopener vanuit het café, waarop je in een heleboel talen gezondheid gewenst wordt. Maar waar komt 'schol' vandaan?

We gingen altijd naar Senneke kermis, je weet wel in Vaalbeek. Zo herinner ik mij dat wij met een grote groep jong volk rond het paard en de kar met lichtjes van mijn vader door het bos trokken.

T van tv en van de tien geboden

Met de televisie is het naar 't café gaan fel verminderd, de mensen gaan 's avonds hun huis niet meer uit.

Ge moest ons in Leuven bezig zien zegden de jonge gasten wel eens. Daar trekt ge uw plan, hier moet ge u 'voegen' zegde Leentje. Van Leentje namen ze meer aan dan van Frans. En als er een 'gvd' tussen kwam, dan wisten ze hoe laat het was. Want zeg nu zelf, je moet die dingen in handen houden! En dan zei ik duidelijk wat kon en wat niet kon. Of een blik was al genoeg!

U van uitschenken 'en morsen.

V van 'Vorreke Buffel'

Bij 't uitschenken van onze (tweede) witte gaat er iets mis. Teveel geschud? 'Enfin, daarmee stink ik nog ne keer naar bier!'

Vorreke (vaderke) Buffel was klein en kromgebogen. Toen ze hem van het veld zagen aankomen, zei haar grootmoeder: 'Vorreke Buffel is daar', en meteen werd een Peterman klaargezet. Vorreke ging zitten en hop, in één slok naar binnen. En dan de tweede tot de bodem, en dan eventjes wachten tot de derde... Jaja, er werd heel veel gedronken.

W van Wat gadegij drinken?

Bijna het eerste wat Leentje zegt als we aan tafel bij schuiven bij het begin van het gesprek. En wij: ne witte. Gewoontes raak je niet zomaar kwijt.

van 'Portex'

...de brouwerij in Tielt die zo lang bier leverde aan het café. Vroeger hadden de klanten niet zoveel keus. De meesten dronken een Peterman of 'ne klaar pintke' van Portex.

Z van Zat.

k heb het gevoel dat er vroeger meer gedronken werd. Soms waren ze zelfs crimineel zat. De mensen hadden niets anders, hé, maar dat is eigenlijk nog van voor mijn tijd.

Ik heb altijd een goed oog gehad om te zien wie teveel op had. Zo kwam er iemand binnen en hij zie: ''ich zal u maar geen pintke vragen, zeker?' Of die keer, toen we een beschonken klant naar huis brachten met de auto, die konden we de Waverse Baan toch niet laten oversteken. Toen we weer thuis kwamen, stond die er ook weer!