
de kerk van Oud-Heverlee

Het recreatiepark Zoet Water

deroey, open plek in het bos

Heverleebos

De derde vijver van de Zoete Waters

Mandarijneend

Fuut

't Spaans Dak en de Huysvijver

Don Bosco klooster

sleedoorn

Het station van Oud-Heverlee

Hev bos,mooi in elk seizoen
|
Voor ik vertrek geniet ik aan de kerk van Oud-Heverlee nog even van het dorpszicht.
Een beschermd dorpszicht trouwens, en terecht. (De kerk en omgeving wordt in de wandeling
naar het Broek besproken) Nu zet ik er flink de pas in. Tegenover de kerk brengt een oud
voetpad ons tot de Francis Crabbéstraat. Die volg ik, rechtsaf tot het volgende kruispunt
waar ik links de Vaalbeekstraat neem. Ik steek de altijd drukke Waversebaan over.
Aan de overkant, aan de vrije school van Oud-Heverlee, splitst de Vaalbeekstraat zich in
een weg naar Vaalbeek en één naar het gehucht Pragen. Twee oeroude verbindingswegen door
het bos. Om te wandelen kies ik altijd de Pragenstraat. Op de hoek van de Waversebaan en
deze weg is het oude sprookjeshuisje blijven staan. Gelukkig werd het niet opgeblazen tot
een "fermette"
.. Ik stap al vlug door een echte holle weg met begroeide kanten. Zo vlakbij de dorpskern
wordt dit zeldzaam. Er ligt wat sneeuw, maar einde januari kiemen op de zonbeschenen kant
al vele zaden. Vele jonge blaadjes vertellen me dat de winter vordert. De braamranken
dragen nog wat oude donkergroene bladeren. Ook één enkele kleine varen hield zich groen.
Vele (valse) acacia's leggen met hun wortelgestel de bermen vast. Rechts een
"zavelkot". Lang geleden werd dit gemeentebezit weggegraven. De gemeentediensten
storten hier puin.
Een gat in de holle weg. De natuur zoekt een nieuw evenwicht en brem groeit hier nu
overheersend... Op de rand in de hoogte de hele mooie silhouetten van enkele eiken.
Verderop in de eerste bocht ook weer eiken. Iedere keer geniet ik van hun schoonheid, van
de wijze waarop ze met hun dikke wortels de wegberm omknellen.
Vijftien jaar geleden schreven we nogal profetisch:" Ik mag er niet aan denken: aan
deze rijkdom heeft de natuur zeventig, honderd jaar gewerkt - enkele minuten met een
kettingzaag en alles zou kapot zijn." En inderdaad, in 1996 was het zover: één week
na het afleveren van een verkavelingvergunning waarin duidelijk vermeld stond dat de berm
moest gespaard blijven, lag alles tegen de vlakte. De eigenaar, die blijkbaar zijn best
deed om zijn stulp te laten vloeken in het landschap, kon gerust zijn, één en ander werd
geregulariseerd
Eens de bocht voorbij, kijk ik nog eens naar rechts, over het open veld, voorbij de kerk
van Oud-Heverlee, tot aan Bertembos met zijn watertoren. Vliegtuigen dalen naar Zaventem.
Hier ligt één van de laatste resten landbouwzone (gewestplan) maar serieus bedreigd door
verkavelingdrang.
Links een kapelletje in de grasberm die 's zomers blauw en geel bloeit. Enkele huizen
klitten samen tegen de bosrand. Nog even kijk ik om, naar een verre horizon en stap dan
het bos in over hele oude kasseien, hier en daar uitgesleten door karren.
De weg duikt terug naar beneden, een grote magnifieke plek in het bos opent zich: de Roey,
met zijn akkers en weiden volledig door bos omringd.
Zoiets weet ik nergens anders. Gelukkig werd de bebouwing hier een halt toegeroepen. Toch
nog enkele bungalows aan de rand, een beetje weggecamoufleerd achter de bomen.
De kasseiweg houdt nu op en na wat geploeter door rioolwater op straat, stap ik verder
over een mooie zandweg begrensd door lage sleedoorns, bramen en ander klein gewas.
Eens terug in het bos kronkelt de Pragenstraat verder naar haar bestemming en graaft
zich dieper en dieper; grote beuken en enkele dikke dennen zorgen ervoor dat op de hoge
kanten bijna alleen mossen groeien: diepgroene vlekken met rechte bruine strepen getrokken
door afspoelend water. Hier en daar een door mens of dier uitgegraven gat waar volgens de
kinderen zeker een wolf woont. Hier voel ik mij gerust, hier mag de natuur nog heersen.
Het geruis van water kondigt de Vaalbeek aan. Als ik doorga sta ik meteen aan de rand van
het dorp Vaalbeek, zo ongeveer waar tot voor enkele jaren de oude hoeve van Coppens of het
"Hof ter Pragen" stond. De oude hoeve ging helaas onder de slopershamer en
maakte plaats voor een verkaveling
Ik volg rechts de Vaalbeek stroomafwaarts. De waterkwaliteit is zichtbaar - en ruikbaar
- beter nu, met het zuiveringsstation even hogerop. Het kronkelende brede bospad brengt me
bij de monding van dit beekje. Daar voedt het een privé visvijvertje, waar enkele
machtige moerascipressen geen last schijnen te hebben van natte voeten.
Ik volg even de Maurice Noëstraat naar links. Achter de eerste van de vier vijvers die
samen "t Zoet Water vormen nemen we rechts de Meerdaalweg en, je ruikt het, we
wandelen weldra voorbij de grote manege Meerdaalhof. Wij stappen langs deze kasseiweg
verder omhoog. Deze hoogte noemt men de Steenberg. Inderdaad, de grond zit hier vol keien.
Meteen de gelegenheid om iets te vertellen over "De Heerlijkheid Steenbergen",
ook wel eens "Vaalbeek-in-het-bos" genoemd.
Van deze heerlijkheid is al sprake tijdens de middeleeuwen. In de veertiende eeuw
woonde in het gebouwencomplex, dat onder meer een molen, een hoeve en zelfs een brouwerij
omvatte, het beroemde geslacht Van Wesele. Generaties lang waren het beroemde artsen en
professoren geneeskunde. Eén ervan, de onwettige zoon van Everaert Van Wesele, was
niemand minder dan Andreas Vesalius, de Latijnse naam van Andries Wesele. Andreas was de
grondlegger van de anatomie en onder meer hofapotheker van Karel de Vijfde.
Bovengekomen nemen we de bosweg rechts. Ik wandel nu een uniek deel van Heverleebos
in: het Kouterbos. Het Kouterbos is een zogenaamd bronbos. Even onder de oppervlakte zit
namelijk een waterdichte kleilaag. Waarop die hellende valleiflank naar 't Zoet Water toe
die kleilaag aan de oppervlakte komt, ontspringen dan ook her en der bronnetjes. Door de
afwisseling van relatief droge en heel natte plekken biedt dit type bos een uitzonderlijk
rijke variëteit aan plantengroei. Hoge kathedraalbestanden van beuk, afgewisseld met
nieuwe aanplantingen leveren prachtige beelden op. Hier is nauwelijks onderbegroeiing,
tenzij enkele lentebloeiers zoals dalkruid en bosanemoon. Maar vooral de kruiden en de
mosvegetatie zijn opmerkelijk. Wat hier allemaal groeit is teveel om op te noemen. De
"Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud" schreven er een heel boekje mee vol .
Om een voorbeeld te geven: een tachtigtal mossoorten, waarvan sommige buiten de
Dijlevallei niet meer voorkomen, werden gedetermineerd. Ondertussen ben ik al op de Witte
Bomendreef beland, die ik links een eindje zal volgen, tot ik, rechts afslaand, aan het
Spaans Dak uitkom. Het Spaans Dak, daterend uit de 16de of de 17de eeuw, was het
"hof" van de Heerlijkheid Steenbergen. Door de bouwtrant is het aan zijn naam
gekomen. Zowel overdag als 's nachts steekt het gebouw fraai af tegen de groene omgeving.
Voor het zijn huidige bestemming als restaurant kreeg, deed het nog een tijdje dienst als
boswachterswoning.
Ik wandel nu langs de rand van de vijvers een eindje terug. De bodem wordt drassig hier.
In de late lente bloeit hier de grote keverorchis. Dit deel van het Kouterbos is sinds
1995 een bosreservaat: 'De kleine moerassen'. In een bosreservaat wil men een zo
natuurlijk mogelijk bos creëren. Daarom worden er hier geen bomen geplant. Maar het is
ook een kwetsbaar gebied, bijzonder gevoelig voor betreding. Hou er rekening mee en blijf
op de wegen. Er is trouwens vanop de weg genoeg te ontdekken. Als was het om deze gedachte
kracht bij te zetten, flitst de ijsvogel, het juweel uit ons vogelbestand, over de vijver.
Hoog in de lucht hangt een blauwe reiger. Teveel volk om te landen, vindt hij.
Ik ga verder en merk de eerste waterhoentjes op. Op hun grappig hoge poten lopen ze snel
naar de waterkant. Op de volgende vijver merk ik wilde eenden. Aha, hier zijn het
duidelijk de mannetjes die het mooist zijn, met hun groene kop en hals... Aan die kuif en
aan het goudgele oog is ook de kuifeend makkelijk te herkennen. Het mannetje is
zwart-paars, het vrouwtje bruin-paars.
Een vaste broedvogel - en wat voor één - is de fuut. Deze prachtige duikvogel is alleen
in de zomer aanwezig. Wie eens de balts (paringsritueel) van een paar futen meegemaakt
heeft, zal dit nooit meer vergeten.
De knobbelzwaan is 20 jaar afwezig geweest als broedvogel. Gelukkig zag ik in 1996 een
koppel fiere ouders rondzwemmen met 5 grijs-bruine jongen. De zwanen die ik nu, in de
winter, aantref zijn vogels uit het hoge noorden, die deze streken moesten verlaten voor
het barre klimaat ginder.
De laatste jaren doet er zich op 't Zoet Water een eigenaardig fenomeen voor: er komen
steeds meer watervogels die hier eigenlijk niet thuishoren. Regelmatig worden er
brandganzen, Mandarijn- en Carolina-eendjes en Hawaïganzen gezien. Sinds 1986 zitten er
ook Egyptische Nijlganzen, met in 1994 een eerste broedgeval. Zijn het ontsnapte
exemplaren uit één of ander dierenpark?
Ondertussen doemt een pareltje van een kapel voor mij op. Ook deze kapel behoorde tot de
Heerlijkheid Steenbergen. De allereerste kapel op die plaats, was een Mariabeeld dat,
opgehangen in een eik, bezocht werd om genezing af te smeken voor "de hete
koorts".
In 1606 kwam er een heuse kapel, nadat een commissie de wonderbaarlijke genezingen had
onderzocht. In 1651 kwam er dan de huidige, barokke kapel. Het originele Mariabeeld werd
wel gestolen in 1975. In 1981 werd de kapel grondig gerestaureerd, de buitenkant
tenminste. Recent is men begonnen met de binnenrestauratie, onder andere twee waardevolle
schilderijen worden grondig gerestaureerd. Er is een vereniging actief in Oud-Heverlee die
zich het lot van de kapel aantrekt, en regelmatig processies organiseert.
Het bronnetje aan de kapel zal elke inwoner van Oud-Heverlee wel kennen. Hoeveel mensen
kwamen vroeger niet naar hier voor drinkwater? Nu staat er toch een waarschuwing om het
water eerst te koken. Ik ga tussen de vijvers door, (het bronnetje vind je aan je
linkerkant). De luchtwortels van de moerascipressen in de vijver rechts komen boven het
wateroppervlak uit. Ik kruis de M. Noëstraat.
Nog even kan ik genieten van de rust. Iets verder, kom ik aan de voetbalvelden van De
Zwarte Duivels. Ik loop verder en kom aan de Waversebaan. Die volg ik zo'n 300 meter naar
links, en neem dan de Kloosterdreef. Vlak voor de ingang van het klooster is er links een
wegje dat afdaalt naar de Rozenbergstraat. Deze straat volg ik naar rechts en ik
neem opnieuw rechts de hobbelige Groenstraat. Deze holle weg, waar het uithollingsproces
zich nog dagelijks verderzet, volg ik tot waar een boswegeltje zich links afsplitst. Hier
moet ik even opletten, want het is niet zo duidelijk waar dit paadje tussen het dennenbos
juist begint. Ik volg linksaf het smalle pad langs de diep uitgegraven spoorwegbedding.
Massa's sleedoorn bezetten hier de wegberm. Niet te verwonderen, dat ik deze planten hier
aantref, met hun fijnmazige, diepe wortels houden ze de berm op zijn plaats.
Het uitzicht over de Dijlevallei wordt werkelijk adembenemend mooi. Niet voor niets
wordt dit romantische paadje wel eens het "vrijerspaadje" genoemd. Afdalend kom
ik aan het station. Hier stoppen nog treinen, maar het station is wel verkocht. De
eigenaar van het station was van plan om een deel van het gebouw ter beschikking
stellen van de VZW "Oud- Hever statie", die hier dan natuur-educatieve
initiatieven zou uitbouwen. (Over de perikelen rond dit initiatief kan u op onze
website alles vernemen)
Mogelijkheden zat om terug te keren naar het beginpunt van de wandeling. Via de woonwijk,
gelukkig enkel te voet door te steken, of via de Korbeekdamstraat en de Groenstraat of,
het verst maar ook het mooist, steeds rechtdoor langs de sporen, tot aan de zogenaamde
Koebrug Zo zit je meteen op het tracé van de wandeling naar het Broek, elders in deze
gids.
|