Onvermoed groen tussen klaverbladen |
|
Met de fiets naar het startpunt...
|
Onze wandeling start aan het AC- motel langs de autosnelweg. Je kan uiteraard tot daar
rijden met de wagen, maar fietsen is leuker. Aan de kruising van de Waversebaan met de E40
neem je het paadje dat parallel met de autosnelweg loopt. De Hazefonteinstraat en de
spoorweg over en opnieuw het paadje op het talud van de autostrade volgen. Steeds
rechtdoor rijdend kom je vanzelf tot op de parking. Daar parkeren we onze fiets (of onze
wagen). Sommige delen van de wandeling zijn drassig en niet te doen met de fiets. Ook
kinderwagens zijn problematisch. Op de parking steek je het bloemrijke grasperkje over.
Zie je de verkeersplaat 'ruiters verboden' daar tussen de oechelen? Dat is het eigenlijke
startpunt van onze wandeling. Als we het wegeltje volgen, dan komen we weldra op een
breder pad. Rechts zie je een leibeek die door heel het bos loopt. Egenbovenbos, 54 ha groot, is het kleinste van de ons omliggende bossen. Door de aanleg van de E40 en het motel zo'n vijfentwintig jaar geleden is het heel wat kleiner geworden. Het is het type van een broekbos, zeer waterrijk, dat zal je nog merken. Het is zeker geen natuurbos. Pas halfweg de vorige eeuw staat dit gebied op kaarten aangeduid als bebost. Pas door de waterbeheersingswerken, de leibeek en een heel stel van afwateringsgrachten werd het terrein geschikt voor bosbouw. Veel oude bomen zul je er niet aantreffen. Doordat de leibeek, waarlangs je wandelt, rond 1935 een tijdlang niet werd geruimd stierven heel wat bomen af. Deze leibeek heeft begroeide oevers met een erg gevarieerde kruidlaag. Op de beken gele lis, waterviolieren, grote waterweegbree. Heb je een flora bij? Het fluitenkruid, de ereprijs, het kruisbladwalstro en het speenkruid zijn nu al uitgebloeid. Nu in volle zomer moet je zeker de grote weegbree, de eivormige bloemhoofdjes van de wilde kaardenbol opmerken. Ook de paarse bloemen van de brunel en de grote bladeren van de berenklauw vallen gauw op. Opgelet, het sap van deze plant is erg giftig, in combinatie met zonneschijn kan men er erge brandwonden door oplopen. We wandelen door tot aan het brugje over de leibeek. Straks nemen we daar rechts, nu slaan we links in. Na enige tientallen meters weer linksaf. Aan beide zijden van deze weg staan moerascipressen. Merkwaardige bomen zijn het, niet alleen zijn het bladverliezende naaldbomen, bovendien kunnen deze bomen zich aanpassen aan de grondwaterstand. Staat het grondwater hoog dan dreigt er zuurstofgebrek voor de wortels. De moerascipres ontwikkelt dan vanuit zijn wortelstelsel lucht- of ademwortels. Dat zijn die knoestige, holle uitsteeksels bij sommige exemplaren. We slaan opnieuw rechtsaf. Ook hier veel moerascipressen, vele met uitgewaaide top. Allicht werden deze bomen vroeger beschermd door inmiddels gekapte populieren. Merk op dat heel wat bomen getooid zijn met lianen. Twee planten die deze bomen gebruiken als steun om naar het licht te klimmen zijn de bitterzoet en de hop. Bitterzoet dankt zijn naam aan de typische smaak van zijn takken, eerst bitter, daarna zoet. Toch maar niet proberen, want zowat alles aan deze plant is giftig. Alhoewel niet uitgerust met ranken, zuignappen of klimbaren raakt deze plant vrij hoog langs stammen en struiken. Ook hop is algemeen in deze broekbossen. Hop is een tweehuizige plant. Dat betekent dat de mannelijke en de vrouwelijke bloemen aan verschillende planten zitten. Het zijn de vrouwelijke hopbellen, die wat op denappels lijken, die gebruikt worden voor de bereiding van het bier. Wist u dat het verboden is de mannelijke plant te kweken om de soort zuiver te houden? In de buurt van kwekerijen wordt de mannelijke plant trouwens verdelgd. Het wordt hoe langer hoe drassiger nu. En dat merk je ook aan de planten die zich hier thuis voelen. Watermuur, ,moeraszegge .... de naam alleen al. Rechts afslaand komen we in een dreef met canada's. Canada's zijn een kruising tussen de Amerikaanse populier en onze inheemse zwarte populier. Zomer- eik, ruwe iep, vlas, hondsroos, wilg en meidoorn vinden we hier ruimschoots. Enkele grote betonnen rioolbuizen zijn bedekt met mossen. Mossen hebben namelijk geen wortels maar celdraden zonder bladgroenkorrels die ook op een harde ondergrond kunnen vasthechten. Mossen zijn erg belangrijk voor de waterhuishouding in het bos: ze kunnen tot 20 liter water per m2 stockeren. Op de gracht links wordt waterkers gekweekt. Het water in Egenhovenbos is trouwens van een uitstekende kwaliteit. Op het einde van de dreef komen we aan een 17e eeuwse hoeve met een mooie duiventoren. Deze hoeve hoort bij het Jezuïeten hof dat we even verder wandelend zullen tegenkomen. Inderdaad, als we de inrijpoort binnengaan, hebben we een mooi zicht op het park en het mooi gerestaureerde Renaissancekasteeltje. Het gebouw, drie verdiepingen hoog heeft een vierkant grondplan. Een piramidaal tentdak met 16 kappellen bekroont het geheel. We keren op onze stappen terug en nemen de dreef recht voor ons. Dit gedeelte van het bos is heel wat droger en de bomen zijn wat ouder. Aan de verharde weg nemen we linksaf. Maar eerst kunnen we enkele meters rechtdoor nog een pracht van een oude olm bekijken. Vóór de gevreesde olmenziekte toesloeg moeten er hier veel gestaan hebben, getuigt de naam Olmendreef. Via de rustige kasseiweg, afgesloten voor auto's, met rechts de kabbelende Voer komen we snel in Egenhoven, een rustig gehucht van Heverlee. Misschien hadden de inwoners hier eertijds een 'eigen' 'hof', wat niet evident was zolang kloosters en hertogen alle grond in bezit hadden. Aan de splitsing nemen we schuin rechts de Kapeldreef Achter de moderne kapel naar links en zo komen we opnieuw op de weg (Rotspoelstraat) die we net verlieten. We volgen enkele honderden meter de St.-Jansbergsteenweg tot de eerste zijweg links . Deze 'Bredestraat' versmalt snel tot een landweg. We zijn volop in een mooi landbouwgebied. De volgende kilometer komen we zowat alle gangbare boerderijdieren tegen! Achter de houtwal naar rechts en zo stappen we de wijk Dooleeg door. We komen uit in de Doleegstraat, die we even volgen tot aan de brug onder de autosnelweg. Daar nemen we het geïmproviseerde voetpaadje rechts langs het talud. Het lawaai van het autoverkeer nemen we maar even voor lief. Nadat we de Voer oversteken loopt het voetpad even sterk hellend verder. Weldra wordt het breder en even later, na een bocht naar rechts krijgt het paadje het karakter van een holle weg. We komen uit in de Veldstraat. We nemen hier links de Termunckdreef. Via een konijnenpijp onder de snelwegafrit komen we in het Termunckveld, een ander gaaf landbouwgebied. Maar voor hoelang nog? De universiteit heeft een begerig oog laten vallen op dit gebied. Ze zou spin-off bedrijven van het het micro-electronicacentrum IMEC hier willen groeperen in een soort mini 'Silicon Valley'. De politici, die het gebied eerder omschreven als 'landschappelijk waardevol landbouwgebied' haastten zich niettemin om het gewestplan aan te passen. Een buurtcomité heeft tot nu de boot kunnen afhouden en zal waarschijnlijk gelijk krijgen van de Raad van State. Maar niets belet natuurlijk dat na een negatieve uitspraak weer een nieuwe poging ondernomen wordt.... Als we de Tervuursesteenweg naderen nemen we rechts een voetpad, juist voor een begroeide berm. Opgelet, de eerste 50 meter van het pad ontbreken, dus dat wordt even door het gras laveren. We komen opnieuw in de bewoonde wereld en volgen rechts de Groeneweg. Als we de St.-Jansbergsteenweg bereiken, doemt aan de overkant het Jezuïetenpark op. Vroeger het theologicum van de Jezuïeten, herbergt het nu het Instituut voor Bijbelstudie. We stappen het park in, en blijven rechts van de hoofdingang. Een charmant parkje overigens. Achter het tennisveld kruis je een laan met hoge bomen. We nemen het kleine stukje dreef linksaf en komen schuin afdalend op de Oude Nijvelseweg. Deze weg is zopas aangepast tot fietspad naar Leuven. We volgen dit pad naar rechts en komen op het kruispunt met de drukke Boudewijnlaan terecht. We steken het kruispunt over en door de struiken geraak je snel op een parallelweg. Deze weg volgen we ...tot hij doodloopt in een zompig moerassig ruig grasland met plukjes kreupelhout. Een echte weg is er niet, maar enigszins de richting houdend, vind je snel één van de oversteekplaatsjes over het begrenzend beekje. (foto voorpagina) Vlak voor ons doemt een berm op. Deze berm, die we een hele poos zullen volgen, was bedoeld als berm voor de spoorlijn Leuven - Waver. Achteraf veranderde men van idee en koos men voor de andere zijde van de Dijle! Aan de driesprong rechts, duiken we opnieuw dieper het Egenhovenbos in. Langs deze weg vinden we vooral zomereik, Noorse en gewone esdoorn. Merk op dat vele bomen hier met klimop behangen zijn. Zo komen we terug aan het kruispunt van het begin van onze wandeling. Nu steken we echter de leibeek over en lopen door tot aan het mooi aangelegde Dijlepad. Langs de linkerkant privé-bossen met populieren. Een beetje een troosteloos zicht, zo'n populierenaanplant, zeker nu hele stukken pas gerooid zijn. We volgen het Dijlepad, dat ons terug naar de doorsteek onder de autostrade brengt. Rechtsaf komen we terug aan het beginpunt van onze wandeling. Rechts kijkend kunnen we nog even genieten van een bloemrijke weide met grazende paarden. |