
Leeuwenpoort
Abdijhoeve

Norbertuspoort

TGV werf

Hoegaardsestraat

op naar St. Camillus

heerlijk voetpadje...

hoeve

H. Geesthof

Dalemhof
Meer info
Elke zondag om 4 uur kan men bij de prior terecht voor een rondleiding in de abdij van
't Park
De "Vrienden van de abdij van 't Park" organiseren af en toe rondleidingen,
ook op aanvraag. Inlichtingen over deze vereniging: Mevr. Van Bragt Ruelensvest 123,
Leuven tel 20 70 98
Bij de Leuvense dienst voor Toerisme (stadhuis Leuven) is er een interessante nieuwe
brochure verschenen over de abdij. (60 frank) |
Deze zomerse achter d'oechelen - wandeling zit vol contrasten. We vertrekken van een
oeroude site, maar onze tocht brengt ons langs en door de werf van één van de
paradepaardjes van de nieuwe technologieën: de TGV. Een groter contrast is nauwelijks
denkbaar. Zal alles langs deze wandeling er dan binnenkort anders uitzien? Het park
zelf wordt bedreigd door de (inmiddels weer afgeblazen ?)plannen om het voormalige VRT-
orkest in de Tiendenschuur en het voormalige VRT- koor in de Norbertijnenpoort onderdak te
geven. Voorts zou de oude molen een restaurant worden. Dat kan niet zonder gevolg blijven
voor de site, zeggen de "Vrienden van de abdij van 't Park". Zal het neerhof
niet verworden tot een ordinaire parking? Zal een harde restauratie de charme niet
wegnemen?
De doortocht van de TGV dan. Wordt het een spoor van vernieling of van vernieuwing? De plannen
laten het laatste vermoeden.
En het kan niet op. Langs deze 10 km lange wandeling begint Aquafin aan de collector die
de Molenbeek moet saneren. De vissen in de abdijvijvers zullen alvast tevreden zijn. U
merkt het, heel wat te zien en te beleven langs deze wandeling. We hebben ons best gedaan
om de voornaamste informatie in deze ADO te wurmen. Maar om alle wetenswaardigheden te
vermelden -over de Parkabdij alleen al kan je een boek schrijven - ontbreekt ons natuurlijk
de plaats. Voor u de wandeling begint, leest u best eens de info onderaan deze
routebeschrijving. Veel wandelgenot!
De beschrijving van de wandeling begint aan de abdij van Park. Hoe u daar geraakt?
met de fiets natuurlijk. Heeft u het nieuwe fietspad aan het station van Heverlee
naar de Geldenaaksebaan al geprobeerd? Ook kan u de terugweg van fietstocht "Fietsen
naar Fonske" overwegen. |
De abdij van Park
voor een Plattegrond
klik hier
De abdij van Park kwam tot stand in 1129. Uit de geschiedenis van Leuven weten we dat
Godfried met de Baard, graaf van Leuven, van wie de afstammelingen hertogen van Brabant
zouden worden, een park met een warande voor wilde dieren had laten aanleggen in het
Vinkenbos gelegen tussen de latere Parkpoort en Tiense Poort. Dit domein schonk hij in
1128 aan de Norbertijnen van Laon om zo een abdij dicht bij de stad Leuven te stichten. De
orde kende trouwens een grote bloei in Brabant. Naast het convent van 't park kwam er nog
een convent in Heylissem, Grimbergen, Tongerlo, Averbode en Dielegem. Wegens hun
missiefunctie noemde men de Norbertijnen reguliere kanunniken, en dus niet monniken. Hun
witte kledij verzinnebeeldt de armoede. Daarom spreekt men ook wel eens van witheren.
Naast de kanunniken die de H. Schrift bestudeerden waren er ook lekenbroeders of
conversen. Ze legden ook geloften af. Zij verrichtten handenarbeid in de abdij of op de
afhankelijke hoeven. De kanunniken kregen spoedig grote bezittingen, vooral door
schenkingen. De abdij kwam in het bezit van een 20 tal pachthoven, o.a. de Rooikapelhoeve
in Blanden. Verder bezaten ze meer dan 350 ha land, wijngaarden, molens, steengroeven en,
belangrijk in tijden van oorlog, toevluchtshuizen in de stad. De abdijkerk werd opgericht
van 1280 tot 1297. Alhoewel verschillende malen geplunderd, is de abdij nooit echt
verwoest geweest. Wel zijn de kloosterlingen verschillende keren moeten vluchten. In 1797,
toen 350 kloosterorden afgeschaft werden, werd de abdij openbaar verkocht. Een abt kon de
abdij kopen. Ook onder Napoleon moesten de inmiddels teruggekeerde kanunniken vluchten.
Pas in 1831, toen de vrijheid van vereniging in de grondwet werd opgenomen, keerde de rust
voorgoed weer. In een notendop beschrijven we wat u zoal te zien krijgt. Maar de
geïnteresseerden raden we zeker de zopas verschenen brochure aan over deze abdij (info)
Bij het binnenkomen passeren we de monumentale leeuwenpoort (1) uit de 17de eeuw. Destijds
hing er een zware ijzeren poort aan die in tijden van oorlog werd afgesloten. Door de
dreef wandelen we nu naar de Mariapoort . Rechts van ons kabbelt de Molenbeek, die we op
onze wandeling nog meermaals gaan ontmoeten. Deze beek voedt ook de keten van 4 vijvers .
Deze vijvers voorzagen de kanunniken tijdens de vele vastendagen van verse vis. Later
verhuurde de abdij de vijvers aan viskwekers. Nu is dit gebied één van de voornaamste
winningsgebieden voor drinkwater van het Leuvense. De Mariapoort had vroeger een
ophaalbrug over een nu verdwenen arm van de Molenbeek. Rechts bemerken we het molenhuis
met watermolen uit het begin van de 16de eeuw. Via de St.- Janspoort, ook wel armenpoort
genoemd vanwege de wekelijkse brood- en visbedeling aan de armen, komen we op het
monumentale neerhof. (2) Beginnend aan de St.- Janspoort bemerken we achtereenvolgens
koets- en rijpaardenstallen; die van de abt waren gescheiden van de andere. Dan volgt in
het midden het open wagenhuis. Verderop nog een paardenstal voor werkpaarden en een
woning, die in vroegere tijden de schaapskooi was. Daarnaast de poort die uitkomt op de
moestuin. Boven de derde paardenstal, in het trapdakvenster, was er een voor de pachthoven
van die tijd traditioneel 'duyfhuys' of duiventil. Zie de foto op de voorzijde. Naast de
lochtingspoort had men eerst de varkensstal en daarnaast de koe- en ossenstal.
Daartegenaan de enorme langschuur, met aan de twee uiteinden een rondboog in- en
uitrijpoort en nog een rondboogpoortje in het midden. De huurders van de pachthoven hebben
hun grondhuur een hele tijd in graan betaald, later geleidelijkaan in geld. Het graan werd
ongedorst in de schuur gestapeld. Men noemde ze daarom ook wel tiendenschuur, want er
moest steeds één tiende van de opbrengst afgestaan worden. Als we door het
provisorenhuis wandelen, eertijds de werk-, ontvangst- en woonruimte van de
provisor, komen we aan de ingang van het hoofdgebouw(3) met de abdijkerk(4). Het is niet
doenbaar al het moois dat zich in de abdij en de kerk bevindt hier te beschrijven. Maar
het is beslist de moeite waard eens een geleid bezoek mee te maken. (info) We keren even
op onze stappen terug en verlaten de abdij door de Norbertuspoort (5). I |
In de verte merken we de gigantische werf van de HST. We
bemerken dat het wegje door het weiland afgesloten is. Tijdelijk want deze verbinding met
Kessel-Lo wordt aangepast. De steile trap wordt vervangen door een helling in zigzag. Wij
nemen rechts en naderen de "oude" spoorlijn Leuven -Luik. Nu wordt de omvang van
de werken pas goed duidelijk. Met de schets en het kaderstukje krijg je zeker een beter
zicht op de werken. We steken de werf over en nemen het konijnenpijpje onder de spoorweg.
We volgen de Hoegaardsestraat rechts en duiken de Meerdaalboslaan (beter gekend als
"de Expressweg") onderdoor. We slaan rechtsaf, kruisen opnieuw de spoorweg. Dan
nemen we onmiddellijk links.
Maar voor we dat doen kunnen we even rechtdoor. Aan de merktekens zien we waar de TGV
onder de Expressweg zal doorkomen. Aan de overkant merk je nog de resten van een oude
vierkantshoeve die pal op het tracé lag en werd afgebroken. Vanop het erf zie je dat
tracé goed liggen. De teelaarde is vorig jaar verwijderd en het lint van jong groen
slingert zich naar de autostrade.
De Hoegaardsestraat en even verder de Herpendaalstraat brengen ons dus tot het
"Stenen Kruis" een kruispunt van wegen. In deze buurt woonden vroeger al Romeinen.
We nemen links de holle weg die naar het St.-Camillusinstituut leidt.
Aan de splitsing nemen we links het wegeltje dat ons omheen het instituut leidt en met de
spoorlijn naar Luik afbuigt. We volgen het pad langs het spoor tot aan de Bierbeekstraat.
Hier nemen we links de spoorweg onderdoor. Nog geen 100 meter verder nemen we opnieuw
links de Kortstraat. Deze landweg met weelderig bloeiende bermen waar nu, eind mei, het
witte fluitenkruid en de paarse dagkoekoeksbloem de hoofdtonen voeren. We komen
uiteindelijk terug aan de Molenbeek. Daarna komen we in de Stichelweg en vlak voor we de
Oude baan bereiken, nemen we links de Witteweg. Aan de linkerkant bevindt zich het papiermoleken.
Op het einde van de Witteweg wandelen we door een prachtige holle weg en komen vervolgens
in de Oaselaan, die we links volgen. Wat verder zien we rechts de Heilige
Geesthoeve en vervolgens links het Dalemhof.
Op een 100-tal meters van de spoorweg verlaten we de Oaselaan om rechts de Wittehoevelaan
te nemen die ons terug op de Hoegaardsestraat brengt. Voor een klein stukje nemen we
dezelfde weg terug, maar iets verder nemen we het wegje links de spoorbaan onderdoor. We
staan nu temidden de TGV werf. Op dagen dat er niet gewerkt wordt kunt u langs daar
veilig terug naar ons vertrekpunt. |