spacer.gif (820 bytes)
4blauw.gif (837 bytes)

  

spacer.gif (820 bytes)

Hoe zal ons dorp er over 50 jaar uitzien?

Het Provinciaal Structuurplan Vlaams -Brabant is klaar

In ADO 116 hebben we al uitgebreid bericht over het Provinciaal Structuurplan Vlaams-Brabant dat in de maak was. Sindsdien is er wel heel wat gesleuteld aan dat plan. Nu het bijna in een definitieve plooi ligt, is het hoog tijd om eens te kijken wat er instaat, of niet instaat, over mijn achtertuintje.

spacer.gif (820 bytes)
4blauw.gif (837 bytes)

Een provinciaal structuurplan?

spacer.gif (820 bytes)

De beschikbare ruimte in Vlaanderen is beperkt en er zijn vele verschillende belangen en meningen over het gebruik van die ruimte. Net zoals in het verkeer zijn ook hier duidelijke spelregels en afspraken nodig over wat waar kan. Deze regels vastleggen, dat is de ambitie van de verschillende structuurplannen. In Vlaanderen zijn er drie beleidsniveaus die elk hun plan opstellen. Het principe is logisch en eenvoudig: de Vlaamse regering, de hoogste beleidstrap, stelde eerder al het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen op, dat voor heel Vlaanderen de regels inzake Ruimtelijke Ordening vastlegt. Nu is het de beurt aan de provincies. De provincies maken fijnmaziger plannen die natuurlijk de Vlaamse regels moeten respecteren, maar waarin ze voor hun grondgebied eigen accenten kunnen leggen. Deze structuurplannen bevatten alle elementen die het gemeentelijk niveau overstijgen of gemeenschappelijk zijn voor meerdere gemeenten. De laatste stap zal dan de uitwerking zijn van gemeentelijke structuurplannen, die dus op hun beurt moeten aansluiten op de provinciale structuurplannen. Het provinciaal structuurplan is dus niet zonder belang voor het structuurplan dat ook onze gemeente aan het opstellen is. Op termijn kunnen deze plannen de befaamde en beruchte gewestplannen vervangen. Maar daarover verder meer…

Hoe ver staat het nu met dit provinciaal structuurplan?

In januari 1995 legden de plannen-makers een eerste “startnota” voor. Deze nota werd nu via allerlei tussenstappen of “discussienota’s” aangepast. Uiteindelijk resulteerde dat in een ontwerp van ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant dat eind vorig jaar aan een openbaar onderzoek onderworpen werd. In een volgende stap wordt er door de provincieraad gestemd over het definitief goedkeuren van het provinciaal ruimtelijk structuurplan. Indien de provincieraad het structuurplan goedkeurt, dan dient de Vlaamse Regering haar instemming te verlenen met de voorgestelde opties, waarbij ze nagaat in hoeverre deze opties conform zijn met de bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Vijftien dagen na publicatie van het besluit van de Vlaamse Regering in het Belgisch Staatsblad treedt het plan in werking. ‘t Is dus nog niet voor morgen, dat provinciale Structuurplan.

Wat staat erin, en wat staat er niet in?

Zoals gezegd bevat dit structuurplan alle elementen die het niveau van de gemeente overstijgen. De behoefteverdeling van bedrijventerreinen en bijkomende woningen is bv. zo’n element. Of het statuut van een verbindingsweg: is deze of gene weg van bovengemeentelijk belang? Wat het zeker niet bevat zijn gedetailleerde plannen die voor elk perceel de bestemming vastleggen.

Een samenvatting

In een notendop de samenvatting van dit lange rapport. Het rapport is zo’n 400 bladzijden dik, u begrijpt dat deze samenvatting dus geen volledigheid biedt . We leggen uiteraard de nadruk op onze regio. Leuven behoort samen met Gent, Brussel, Antwerpen en de luchthaven van Zaventem tot de Vlaamse Ruit, en geniet op economisch vlak topprioriteit. Het krijgt volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen het statuut van regionaal stedelijk gebied. Dit betekent dat Leuven een belangrijke rol krijgt in het opnemen van nieuwe activiteiten. Zo zullen ondermeer oude industriële sites opnieuw uitgerust moeten worden en ruimte bieden voor nieuwe activiteiten (bedrijven, woningen, recratie-infrastructuur of zelfs natuur). De aanwezigheid van studenten en van gediplomeerde nablijvers vergroot de druk op de woningmarkt. De ruimte in Leuven is echter beperkt en zal misschien niet alle woonwensen kunnen opnemen. Een vijftiental stedelijke kernen waaronder Aarschot, Diest en Tienen, krijgen iets minder ruimtelijke activiteiten toegespeeld, en zouden eventueel een deel van de woon-wensen van Leuven kunnen opnemen. Tienen kan de troef uitspelen van de E40 en de spoorweg. Een aantal bedrijven en woongelegenheid kunnen verhuizen van Leuven naar Tienen.

Haasrode -Blanden wordt één hoofddorp (zie schema )

In enkele gemeenten krijgt de kern het statuut van hoofddorp. Bij ons is dat alleen Haasrode-Blanden die als één kern beschouwd worden, en dus verder mogen aaneensmelten. In deze categorie vallen ook ondermeer Herent, Bertem, Huldenberg, Boutersem en Bierbeek. 

Die indeling is niet zonder belang want enkel in een hoofddorp kan de gemeente in haar ruimtelijk structuurplan een lokaal bedrijventerrein voorzien voornamelijk voor herlocatie van zonevreemde bedrijven. De woonkernen vormen de volgende categorie. Dat zijn de kernen of gehuchten op het platteland met huisvesting als voornaamste functie: Oud-Heverlee, Sint-Joris-Weert, enz.. In deze categorie vallen ook ondermeer Heverlee, Kessel-Lo, Korbeek-Lo en Leefdaal.

De laatste categorie vormen de kernen in het buitengebied. Bij ons in dat Vaalbeek. In de buurt vallen Opvelp, Sint-Agatha-Rode en Korbeek-Dijle daar ook onder.

Een ambachtelijke zone in Haasrode?

In het structuurplan is ruimte voorzien voor nieuwe ambachtelijke zones. 2097 hectare zou er in Vlaams-Brabant nog mogen bijkomen. Weliswaar in verschillende fasen en naargelang de nood zich voordoet. Van die 1350 hectare mag er hoogstens 295 ha aansluitend aan een hoofddorp bijkomen. Aangezien er 57 hoofddorpen zijn, kunnen we ons voorstellen dat er zal gevochten worden voor deze hectaren. De beste inplantingplaats wordt gekozen aan de hand van een soort prioriteitenlijst: bereikbaarheid via de weg en het spoor, aansluiting bij bestaande bedrijventerreinen enz. Aan de hand van die lijst scoort in onze regio de zone rond de vaart Leuven-Mechelen het hoogst. Maar met wat “goede wil” kan ook de zandgroeve in Haasrode, nu nog landbouwgrond, langs de zuidzijde van de E40 in Haasrode ook bij de kanshebbers gerekend worden. Maar eerst dient werk van gemaakt te worden van een betere benutting van de bestaande bedrijventerreinen, vooraleer nieuwe open ruimte wordt aangesneden, stelt de discussienota. De bestaande worden slecht benut.

spacer.gif (820 bytes)
4blauw.gif (837 bytes)   spacer.gif (820 bytes)

De wegen (zie schema)

De verbindingswegen tussen al deze woonkernen worden ingedeeld in verschillende categorieën. De E40 heeft het statuut van hoofdweg (autosnelweg, vooral verbindende functie). De Expresweg N25 van de afrit Haasrode van de E40 naar Korbeek-Lo wordt een primaire weg (een stedelijke autosnelweg met een verzamelende en verbindende functie); het stukje Expressweg naar Blanden en door Meerdaalwoud naar Hamme-Mille zit één categorie lager als secundaire weg type I (bovenlokaal niveau, verbindende functie). 

Belangrijk is dat op dit type weg filters kunnen geplaatst worden. Een filter is een maatregel die de reistijd over het traject verhoogt en/of selectief verkeer toelaat. Concreet kan men hier dus maatregelen invoeren zoals verkeerslichtenbeïnvloeding of een doortochtconcept inpassen. Ook een beperking inzake tonnenmaat is mogelijk, om te vermijden dat regionaal verkeer gebruik maakt van deze weg in plaats van de hoofdweg. De rest van de wegen in ons dorp zijn allemaal van het laagste niveau: lokale wegen. Zelfs de Naamse steenweg en de Waversebaan zijn in deze versie van het structuurplan gedegradeerd tot lokale weg.

spacer.gif (820 bytes)
     spacer.gif (820 bytes)

de hoofddorpen en de primaire wegen                                                             de toekomstige knooppunten van het openbaar vervoer

spacer.gif (820 bytes)
4blauw.gif (837 bytes)   spacer.gif (820 bytes)

En verder

Uiteraard staat er nog veel en veel meer in deze discussienota, ondermeer een uitgebreid hoofdstuk openbaar vervoer, waar voor een Leuvens voorstadsnetwerk gepleit wordt. In Haasrode zou een bijkomend treinstation komen, een onderdeel van een belangrijk openbaar vervoersknooppunt. Op sommige thema’s gaan we hier niet verder in, sommige zijn erg vaag of technisch ingewikkeld, zoals de verdeling van woonuitbreiding.

Heel wat aandacht gaat uit naar het behoud van ons nog relatief gave landschap: “Een kwaliteitsvolle open ruimte met een recreatief karakter”. Brussel, Mechelen en Leuven krijgen de hoofdrol toebedeeld en het gebied ertussen moet zoveel mogelijk zijn huidige kwaliteit bewaren, met name open en groen. De zone tussen Brussel en Leuven zou een park- en natuurkarakter moeten krijgen . Zowel de bosgebieden als de brede dalbodem van de Dijle en enkele zijrivieren behoren tot een natuurlijke structuur van Europees belang. Het recreatief medegebruik van deze open ruimte rechtvaardigt een toeristisch aangelegd fietsnetwerk. Het is de intentie om de nog gave gebieden met natuurwaarde zoveel als mogelijk met elkaar te verbinden. Zo wordt de verbinding Heverleebos-Meerdaalwoud én het verbinden van de natuurkernen langs de Dijlevallei én de verbinding Heverleebos –Dijlevallei expliciet als natuurverbindingsgebied opgenomen.

Waarvoor dient dat nu allemaal?

Na de goedkeuring van het ruimtelijk structuurplan kunnen er provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) worden opgemaakt. Deze hebben verordenende kracht en vormen daardoor de link met de praktijk. Elk RUP legt voor een bepaald gebied of voor een bepaald thema specifieke verordenende eisen op. Pas wanneer de overheid vindt dat een bepaalde situatie niet voldoet kan ze een RUP voor dat gebied opstellen. Het gewestplan en de bestaande bpa’s blijven dus geldig zolang ze niet vervangen worden door een RUP. De overgang van gewestplan en bpa’s naar RUP’s gebeurt dus erg geleidelijk. Voorbeelden van op te maken ruimtelijke uitvoeringsplannen zijn: • RUP afbakening natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur, in het kader van het VEN bv, • RUP afbakening en realisatie overstromingsgebieden, spaar- en wachtbekkens en bufferreservoirs, • RUP afbakening regionale bedrijventerreinen in economische knooppunten.

Hoe inzage krijgen in het ontwerp ruimtelijk structuurplan?

Het ontwerp kan integraal gedownload worden van de website www.vlaamsbrabant.be/structuurplan
  U kunt het ontwerp op CD-ROM telefonisch aanvragen op het nummer 070 66 00 89 of via de provincie-website.

samenvatting van de vorige versie van het structuurplan uit ADO 116

 

spacer.gif (820 bytes)