![]() |
|
Uit ADO 144 |
|
![]() |
|
|
Wil u dat het sneller gaat? Geïnteresseerden
zouden het dossier kunnen bespoedigen door met een eigen advocaat tussen te
komen in dit lopende geding, en resoluut een datum van rechtszitting te vragen.
De redactie wil graag geïnteresseerden met elkaar in contact brengen: dat kan
helpen om een gezamenlijke raadsman aan te duiden, kosten te delen, … Stuurt
u een mailtje naar de redactie? |
![]() |
|
Voetweg
36 in Sint Joris Weert komt hier uit aan de kruising tussen de Leuvensestraat
en de Heidestraat. De eigenaar sloot het destijds af omdat hij geen hinder
wenste van spelende kinderen
.... |
|
Deel 1 voetweg 36 |
Volgens de officiële atlas der voetwegen ligt er in Sint-Joris-Weert een voetweg nr. 36. Die zou de verbinding moetenmaken tussen de Kaubergstraat en het kruispunt tussen de Leuvensestraat en de Heidestraat in Sint-Joris-Weert. Mocht die voetweg bruikbaar zijn, dan zou die nuttig zijn als kortere verbinding tussen de nieuwe wijk langs de Kaubergstraat met de Leuvensestraat (o.a. autobushaltes, …). En uiteraard zouden ook de bewoners van de aanpalende straten langsheen de Oud-Nethensebaan daarmee over een extra voetweg beschikken. Het
illegaal afgesloten stuk voetweg ligt over twee percelen,het eerste perceel in
bezit van het echtpaar Berckmans-Dillen (verder: B.-D.) die het in 1984 zo
aankochten van de vorige eigenaar. En die met de voetweg de tuin van hun woning
aan de Heidestraat groter maakten. De voetweg werd eerst afgesloten met een
hek, nadien met aanplantingen van struiken. Een
tweede deel van de voetweg 36 was eveneens ten onrechte aangehecht bij de tuin
van een vervallen woning op het perceel Heidestraat nr. 2. Dat laatste perceel
kwam in 1996 te koop. Op initiatief van de technische dienst beslist het
schepencollege in 1996 om tussen te komen bij notaris Bosmans, die de verkoop afhandelde.
Ze wezen erop dat op dit perceel een voetweg loopt die sinds jaren is
afgesloten: “Het goed is niet belast met een ondergrondse inneming. Wel rust op
het perceel een wettelijke erfdienstbaarheid. De voetweg is 1,65 meter breed en
loopt volledig op het betrokken goed, vertrekkende van de Heidestraat naar de
Kaubergstraat “ (sic). De
vervallen woning met de illegaal aangehechte voetweg werd eveneens aangekocht
door het echtpaar B.-D. Daarmee ligt het geheel van de illegaal afgesloten
voetweg 36 op hun eigendom. De eigenaars wisten dus zeer goed bij de aankoop
van het tweede perceel dat de voetweg ten onrechte bij het perceel was gevoegd. Pagina begin |
Het Feuilleton![]() |
1981:
de gemeente schrijft een eerste brief Al in
1981 schreef de gemeente de toenmalige eigenaar Overloop aan met het verzoek de
voetweg terug open te maken. Deze antwoordde op 2 november 1981 dat de voetweg
werd afgesloten
door de vorige eigenaar van het aanpalend stuk grond, de echtgenoten J., “reeds
7 jaar geleden”. En voegde er een omstandig verhaal aan toe over
onbruikbaarheid van de voetweg
wegens lang en nat gras en schade aan zijn eigendom door spelende kinderen op
de voetweg. Hij hoopte op het begrip van burgemeester Vandezande. 1996:
omwonenden schrijven een brief 4
eigenaars van de Panoramalaan vragen in 1996 bij de gemeente het heropenen van
voetweg 36. Er komt een anonieme melding binnen bij de gemeente dat het perceel
van B.-D. onregelmatig is afgebakend. Niet enkel is het geheel van voetweg 36
over zijn gehele lengte achteraan bij de tuin gevoegd van B.-D. maar ook nog
een stuk van de toenmalige OCMWgrond aan de overkant van voetweg 36. Ongelukkig
genoeg heeft het OCMW inmiddels dat aanpalend stuk bouwgrond verkocht. Interleuven,
die de opmetingen deed voor deze verkoop en het verkavelingsdossier opmaakte,
heeft niets gemerkt van die
onregelmatigheden. Er wordt na de klacht door de gemeente door Interleuven
inderdaad vastgesteld dat het OCMW daar nog een “vergeten” stuk grond heeft
liggen van 69 ca dat door die meetfouten nooit is mee verkocht. April
1996: de gemeente schrijft de notaris In
april 1996 wordt de woning aan de Heidestraat nr. 2 verkocht. De gemeente
verwittigt de notaris dat er een onterecht afgesloten voetweg langsheen het
perceel loopt. November
1996: de gemeente schrijft weer een brief In
november 1996 richt het gemeentebestuur nogmaals een brief aan B.-D. en vraagt
om voetweg 36 vrij te maken en het perceel grond te verkopen. Er volgt wat
briefwisseling over het vergeten stuk grond van het OCMW, niet over de voetweg.
De gemeente stelt daarop in maart 1997 een studiebureau aan. Die meet alles
uitgebreid op, vindt de perceelsgrens-paal terug op een diepte van 70 cm, maakt
een heel duidelijk verslag over de situatie en de precieze perceelsgrenzen. Juni 1997: een studierapport verder, de gemeente schrijft een brief Op 10
juni 1997 stuurt de gemeente een nieuwe brief aan B.-D., vraagt om hun
afsluitingen en beplantingen te verwijderen uit het ene stuk van het “vergeten”
perceeltje dat aan de buren is verkocht, en vraagt nogmaals om voetweg 36 vrij
te maken. Ze bieden ook het andere resterende stuk van het “vergeten” perceel te
koop aan. Er volgt nog wat briefwisseling om en weer met de advocaat van B.-D.,
die meent dat de gemeente stilzwijgend heeft verzaakt aan de voetweg. Op 22
oktober 1997 stuurt de gemeente opnieuw een brief aan de advocaat van B.-D. en stelt
dat ze aan de gemeenteraad zullen voorstellen om een raadsman aan te stellen
indien voor 28 oktober geen aanvang werd gemaakt met het vrijmaken van de
voetweg. In november 1997 schrijft de advocaat van B.-D. dat hij bij zijn
standpunt blijft en dat de “zogenaamde voetweg zonder enige twijfel is verjaard”. Oktober
1997: artikel in Achter d’oechelen In
oktober 1997 publiceren we in Achter d’oechelen een
artikel en foto over de afgesloten voetweg. Op de foto is goed merkbaar hoe de
toegang tot de voetweg in de Kaubergstraat is
afgesloten met een hek en met aanplanting van dan nog jonge laurierstruiken. December
1997: de gemeente stelt een advocaat aan De
gemeente vraagt OMOB om via de rechtsverzekering een advocaat aan te stellen, en
vraagt OMOB om, als dat kan, advocaat Jan Goedhuys hiervoor aan te stellen. OMOB
stelt Jan Goedhuys aan als advocaat op 1 december 1997. Januari
1998: advocaat van B.-D. beweert dat alles verjaard is Brief
van de advocaat van B.-D. aan de gemeente: de zaak is verjaard, meent hij. Maart
1998: toch nog even het advies van de provincie vragen De
gemeente vraagt in maart 1998 over deze zaak bijkomend een advies van de
provincie. Inmiddels stelt advocaat Goedhuys (van de gemeente) voor om de
tegenpartij nog aan te manen en een plaatsbezoek te organiseren. Mei
1998: de provincie zegt dat voetweg open kan De
provincie laat inmiddels weten dat volgens haar de gemeente het recht heeft om
de openstelling van de voetweg te vorderen. In mei 1998 laat de advocaat van
B.-D. weten dat hij de metingen betwist, en wel tijd wil maken voor een
plaatsbezoek. In maart 1999 meldt de advocaat van de gemeente dat het
plaatsbezoek geen effect heeft gehad en dat hij machtiging wil krijgen om een
rechtsgeding in te stellen. April
1999: de gemeenteraad beslist een rechtszaak te beginnen Dat
gebeurt op de gemeenteraad van 27 april 1999. Op 11 mei 1999 doet het OCMW dat
op zijn beurt zodat de advocaat kan optreden voor gemeente en OCMW. September
1999: eerst Interleuven vragen om kosten van geding te delen Vervolgens
is het schepencollege van oordeel dat ook Interleuven moet tussenkomen in de
kosten omdat hun foutieve meting mee aan de basis ligt van het geschil. Een
reeks brieven en aanmaningen
blijven onbeantwoord door Interleuven, tot op 5 december 2000. December
2000: Interleuven beantwoordt de brief Interleuven
verklaart dan bereid te zijn tot tussenkomst in de kosten en vraagt een
voorstel. Februari
2001: gemeente vraagt rechtszaak te starten Op 13
februari 2001 geeft het gemeentebestuur aan mevrouw Smets van hetzelfde advocatenkantoor
(advocaat Jan Goedhuys werd inmiddels voorzitter van het OCMW) de opdracht om
de procedure te starten tot het openstellen van de voetweg. Juni
2001: advocaat gemeente vraagt of gemeente wel zeker is dat ze rechtszaak wil
starten Op 26
juni 2001 stuurt advocaat Goedhuys een brief aan het schepencollege waarin hij vraagt
(drie en een half jaar na zijn aanstelling) of het wel opportuun is om de
vordering tot het openen van de voetweg in te stellen. En hij vraagt na of de gemeente
wel degelijk een dergelijke procedure wil starten. Augustus
2001: schepencollege is zeker dat ze wil starten Het
schepencollege van 3 augustus 2001 beslist om zo spoedig mogelijk de procedure
te starten. November
2001: begin van de rechtszaak: dagvaarding In
november 2001 wordt een ontwerp van dagvaarding overgemaakt door de advocaat
van de gemeente en op 22 november ingeleid bij het vredegerecht. December
2001: uitstel van nieuwe rechtszitting tot juni 2002 Juni 2002: advocaat van
Berckmans vraagt nogmaals uitstel De
conclusies van de tegenpartij worden uitgewisseld, de advocaat van de
tegenpartij vraagt op de zitting van 25 juni 2002 nogmaals uitstel om een
antwoordconclusie op te stellen. Dat uitstel krijgt hij ook. Vlak voor de
zitting lijvige conclusies indienen, en dan uitstel vragen, is een beproefde
techniek om een zaak te rekken. November
2002: nieuwe datum van rechtszitting Een
nieuwe datum wordt door de vrederechter vastgesteld op 5 november 2002. Korte
tijd voordien komt er een telefoontje van de advocaat van B.-D. aan de
gemeentesecretaris om een “regeling” te treffen. November
2002: gemeente gaat akkoord met nieuw uitstel Kennelijk
wordt op basis van dat telefoontje beslist de procedure stil te leggen. Januari
2003: advocaat gemeente vraag duidelijkheid van gemeente Er
volgen vanaf januari 2003 nog wat (rappel-)brieven waarin de advocaat van de
gemeente vraagt of de gemeente afstand van geding wenst of afstand van
vordering. Februari
2003: gemeente akkoord met uitstel, niet met afstel Het
schepencollege van 14 februari 2003 beslist dat het dossier “naar de rol mag
worden verzonden”, of met andere woorden, uitgesteld zonder meteen een datum te
bepalen. De gemeente wil de overtreders de mogelijkheid bieden een dossier in
te dienen om de voetweg in zijn geheel af te schaffen. Indien er tijdens het
openbaar onderzoek geen gegronde klachten worden ingediend is de gemeente
bereid de aanvraag ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen mits de
bekomen meerwaarde wordt betaald. Oktober
2003: wachten tot burgemeester wat laat weten Een
notitie van 8/10/2003 meldt dat het dossier “voorlopig moet bijgehouden
worden”. “Burgemeester laat weten zodra er stappen dienen ondernomen te worden
– burgemeester contacteert onze raadsman”. Januari
2004: advocaat gemeente wil van gemeente nog steeds weten hoe het zit Tot
in januari 2004 blijkt de advocaat van de gemeente nog steeds geen antwoord te hebben
gehad van de gemeente op zijn brieven en twee rappelbrieven sinds januari 2003.
Hij wenst te weten of er nu afstand van geding of afstand van vordering wordt
gedaan. Bij afstand van geding kan het geding nog worden hernomen, bij afstand
van vordering niet. Geen antwoord. Maart
2005: Achter d’oechelen roert
in het potje In
maart 2005 stelt Achter d’oechelen een
voetwegendossier op en vraagt de aandacht van het gemeentebestuur voor allerlei
afgesloten voetwegen. Er komt een voetwegenwandeling in Blanden en Haasrode met
60 deelnemers, het dossier wordt aan de pers en aan de aanwezige schepen
Daniëls voorgesteld, op de Weertse feesten van april staat Achter
d’oechelen met een standje rond voetweg 36. Meer dan honderd
langskomende inwoners tekenden er in enkele uren onze petitie om deze voetweg
te heropenen. Juni
2005: de gemeente schrijft weer een brief B.-D.
krijgt op 22 juni 2005 een aangetekende brief van de gemeente (met expliciete
verwijzing naar de klachten van Achter d’Oechelen) om
tegen 31 juli een dossier in te dienen om de
voetweg in zijn geheel af te schaffen en de meerwaarde te betalen. Zoniet zal
de gemeente de gerechtelijke procedure verder zetten en bespoedigen. De
gemeente informeert begin juli ook haar advocaat van deze stap. Juni
2005: B.-D. laat weten een planoloog aan te stellen Op 30
juni 2005 laat B.-D. weten dat ze een planoloog-landmeter hebben aangesproken.
Die zou een aanvraag kunnen opstellen om de voetweg te laten afschaffen. Ze
laten weten eveneens akkoord te zijn om de meerwaarde te betalen. Augustus
2005: gemeente vraagt advocaat om gerechtszaak te activeren Begin
augustus 2005 beslist het schepencollege om een eventueel dossier van B.-D.
niet langer af te wachten en intussen het gerecht zijn gang te laten gaan. De
advocaat van de gemeente krijgt opdracht om de zaak terug te activeren. Er werd
een zittingsdatum vastgelegd. Januari
2006: rechter beslist tot plaatsopneming Op 24
januari neemt de rechter een tussenvonnis: er wordt beslist om op vraag van de
advocaat van B.-D. die de dag voordien zijn conclusies indient (kwestie van
uitstel uit te lokken) om eerst eens ter plaatse te gaan kijken. Maart
2006: plaatsopneming ter plaatse Op 8
maart 2006 neemt een plaatsvervangend vrederechter in aanwezigheid van alle
partijen de situatie ter plaatse op. Er wordt een proces-verbaal met de
vaststellingen opgesteld. Dat is niet veel soeps: op een half blaadje stellen
ze vast dat er “geen aanzet zichtbaar is van een voetweg” in de Kaubergstraat. En
Berckmans verklaart dat alle problemen ontstonden toen hij een achterliggend
perceel grond kocht waar een aannemer zijn materialen wou stallen. Maart
2006: advocaat B.-D. vraagt gemeente zaak te laten vallen Na de
plaatsopneming dient de advocaat van B.-D. nieuwe conclusies in. Van het
opstellen van een dossier tot afschaffen van de voetweg is geen sprake meer. De
advocaat van Berckmans zoekt ook procedurefouten bij de gemeente en meent dat
de advocaat van de gemeente niet langer gemachtigd is, omdat de raadsbeslissing
om een advocaat aan te stellen al van te lang geleden dateert. Mei
2006: advocaat gemeente vraagt nieuwe datum van rechtszitting Omdat
de tegenpartij niets meer laat horen vraagt de gemeente de rechtbank een nieuwe
datum voor de rechtszitting vast te stellen. Maart
2007: nieuwe rechtszitting De
advocaat van de gemeente stuurt zijn stukken door met het oog op een nieuwe
rechtszitting op 6 maart 2007. Hij meldt in een brief van 1 maart 2007 dat hij
de gemeente verder op de hoogte zal houden. Sindsdien verneemt de gemeente
niets meer. Het dossier bij de gemeente eindigt met dit stuk. Maart
2008: de gemeente schrijft een brief aan haar advocaat Het schepencollege beslist eind februari 2008 om een brief te sturen aan de eigen advocaat met de vraag om uitleg bij het dossier: hoe zit het ? Het laatste stuk in het dossier van de gemeente dateert van 1 maart 2007! Sindsdien is er niets meer vernomen op de gemeente: geen brief, geen kennisgeving, niets. |
![]() |
|
De
eigenaar van het perceel langsheen de Kartuizerstraat 62 in Blanden sloot de
voetweg 16 af met een soort hek, een barricade en aanplantingen. |
|
Deel 2 voetweg 16/19 ![]() |
Ook
een andere afgesloten voetweg in Blanden, de voetweg nr. 16 maakte in 2005 al
deel uit van het voetwegendossier van Achter d’oechelen. De
voetweg 16 begint langs de Kartuizerstraat naast het huis nr. 62. Aan de
overkant van de straat komt voetweg 14 uit,
die dwars door de Kouter loopt. Ter
hoogte van de Kartuizerstraat 62 is de voetweg 16 volstrekt illegaal afgesloten
door de aanpalende eigenaar met een hek, struiken, … – zowat dezelfde methode
als in Sint-Joris-Weert. De
afsluiting van deze voetweg 16 werd jaren geleden al aangeklaagd door onder
meer de werkgroep verkeer van de gemeentelijke basisschool van Haasrode. Het
zou immers een ideale verbindingsweg zijn met het centrum van Haasrode. Weliswaar
is het verlengde van de voetweg 16, de voetweg 75 destijds afgeschaft, maar
mogelijks komt er een nieuwe verbinding met de Keiberg in Haasrode. Vorig
jaar stapte het schepencollege hier ter plaatse af voor een bezoek en een
plaatsopname. De eigenaar werd aangeschreven met de mededeling dat de gemeente
de voetweg terug wil openmaken, en met het verzoek de hindernissen weg te
nemen. De
eigenaar reageerde met de aanstelling van een advocaat die zich verzet tegen de
openstelling, de verjaring inroept. Daarop vroeg de gemeente het advies van de
provincie. De provincie liet weten dat de voetweg niet is afgeschaft en dat de
gemeente de openstelling kan vorderen. Eind
februari 2008 besliste het schepencollege een nieuwe brief te sturen aan de
advocaat van de eigenaar met een herhaling van haar voornemen om de voetweg
vrij te maken. Voor het vervolgstuk van voetweg 16 zal via een reeds bestaande
voetweg ontsluiting naar de Keiberg worden gezocht. Wordt hopelijk vervolgd. |
![]() |
|
![]() Op de grens van het braakliggend terrein en het perceel met de woning aan de Kauwereelstraat ligt volgens de deskundigen het tracé van het zeepwegje richting Roodsestraat. |
|
Deel 3 voetweg 30 ![]() Het
zeepwegje komt aan de Roodsestraat uit vlakbij de gemeentegrens met
Sint-Agatha-Rode.
Even verderop begint het nieuwe wandelpad van het natuurreservaat aan de vijver van Sint Agatha Rode. |
In
Sint-Joris-Weert is er de wat vergeten voetweg tussen de Kauwereelstraat en de
Roodsestraat. Het is het tweede deel van het zogeheten zeepwegje (vroeger zo
genoemd omdat het er in de winter zo glad kon zijn). Het eerste deel van dat
zeepwegje, een voetpad tussen de Kauwereelstraat en de Neerveldstraat, is een
veelgebruikt voetpad. Het
belang van dat afgesloten stukje zeepweg is sterk toegenomen na de werken aan
wandelwegen in het natuurreservaat van Sint-Agatha-Rode. Even verderop waar het
zeepwegje uitkomt op de Roodsestraat is een nagelnieuw wandelpad aangelegd door
het Vlaams Gewest. Een fraai slingerend pad, met een knuppelpad langsheen
poelen en vijvers, Mocht het zeepwegje terug in eer hersteld worden, en ook het wandelpad langsheen de Dijle-oever tussen Sint-Agatha-Rode en Sint-Joris-Weert, dan was er een nieuwe mooie wandellus voor wandelaars en natuurliefhebbers. Die kunnen dan te voet langs wandelwegen van de Doode Beemde naar de vijvers van Sint-Agatha-Rode. Nu moet je voor het stukje tussen de Kauwereelstraat en de Roodsestraat een lange omweg maken langs de smalle asfaltwegen zonder voetpad. |
Alweer een lang verhaal. |
Het
stuk van het zeepwegje tussen de Roodsestraat en de Kauwereelstraat was volgens
het Nationaal Geografisch Instituut tot 1985 in gebruik. Zo staat het ook op
hun stafkaarten, die zijn opgemaakt op basis van luchtfoto’s en plaatsbezoeken
door cartografen. Eerder aanvaardde de vrederechter in Leuven dergelijke
stukken als voldoende bewijsmateriaal. Ook het studiekantoor Kockaerts gaat
ervan uit dat deze voetweg “tot zeker in de jaren ’80” werd gebruikt. Van een
verjaring waarvoor de eigenaar dient te bewijzen dat er 30 jaar lang niemand
dit wegje ooit één keer heeft gebruikt, kan geen sprake zijn. Aan
het verdwijnen van het deel van de voetweg in de tuin langsheen het perceel van
de huidige eigenaar Vandenbempt-Herssens (V.-H.) gaat een lange
voorgeschiedenis vooraf, waarbij het perceel meermaals van eigenaar wisselde.
En waarbij het vroegere gemeente bestuur van Sint-Joris-Weert niet zorgvuldig
omsprong met dit tracé in verkavelingsdossiers. Volgt
u even mee:
De
bulldozer rukt nog niet meteen uit … |
![]() |