spacer.gif (820 bytes)

Uit ADO 144


De ondraaglijke traaaaaaaaaaaaaaaaagheid
van de aanpak van geblokkeerde voetwegen

spacer.gif (820 bytes)



  • Deel 1: voetweg 36, tussen Kaubergstraat en Leuvensestraat
  • Deel 2: voetweg 16/19 langs de Kartuizerstraat in Blanden
  • Deel 3: voetweg 30, het zeepwegje, tussen Kauwereelstraat en Roodsestraat

  • Zie ook: ADO voetwegendossier

Wil u dat het sneller gaat?

Geïnteresseerden zouden het dossier kunnen bespoedigen door met een eigen advocaat tussen te komen in dit lopende geding, en resoluut een datum van rechtszitting te vragen. De redactie wil graag geïnteresseerden met elkaar in contact brengen: dat kan helpen om een gezamenlijke raadsman aan te duiden, kosten te delen, …

Stuurt u een mailtje naar de redactie?
Wij nemen met u contact op.

Of  reageer op de ADO weblog

spacer.gif (820 bytes)

Voetweg 36 in Sint Joris Weert komt hier uit aan de kruising tussen de Leuvensestraat en de Heidestraat. De eigenaar sloot het destijds af omdat hij geen hinder wenste van spelende kinderen ....

Deel 1
voetweg 36

Volgens de officiële atlas der voetwegen ligt er in Sint-Joris-Weert een voetweg nr. 36. Die zou de verbinding moetenmaken tussen de Kaubergstraat en het kruispunt tussen de Leuvensestraat en de Heidestraat in Sint-Joris-Weert. Mocht die voetweg bruikbaar zijn, dan zou die nuttig zijn als kortere verbinding tussen de nieuwe wijk langs de Kaubergstraat met de Leuvensestraat (o.a. autobushaltes, …). En uiteraard zouden ook de bewoners van de aanpalende straten langsheen de Oud-Nethensebaan daarmee over een extra voetweg beschikken.

Het illegaal afgesloten stuk voetweg ligt over twee percelen,het eerste perceel in bezit van het echtpaar Berckmans-Dillen (verder: B.-D.) die het in 1984 zo aankochten van de vorige eigenaar. En die met de voetweg de tuin van hun woning aan de Heidestraat groter maakten. De voetweg werd eerst afgesloten met een hek, nadien met aanplantingen van struiken.

Een tweede deel van de voetweg 36 was eveneens ten onrechte aangehecht bij de tuin van een vervallen woning op het perceel Heidestraat nr. 2. Dat laatste perceel kwam in 1996 te koop. Op initiatief van de technische dienst beslist het schepencollege in 1996 om tussen te komen bij notaris Bosmans, die de verkoop afhandelde. Ze wezen erop dat op dit perceel een voetweg loopt die sinds jaren is afgesloten: “Het goed is niet belast met een ondergrondse inneming. Wel rust op het perceel een wettelijke erfdienstbaarheid. De voetweg is 1,65 meter breed en loopt volledig op het betrokken goed, vertrekkende van de Heidestraat naar de Kaubergstraat “ (sic).

De vervallen woning met de illegaal aangehechte voetweg werd eveneens aangekocht door het echtpaar B.-D. Daarmee ligt het geheel van de illegaal afgesloten voetweg 36 op hun eigendom. De eigenaars wisten dus zeer goed bij de aankoop van het tweede perceel dat de voetweg ten onrechte bij het perceel was gevoegd.

De hele zaak sleept al aan van in 1981. We overlopen met u het feuilleton.

Pagina begin
Het Feuilleton




































1981: de gemeente schrijft een eerste brief

Al in 1981 schreef de gemeente de toenmalige eigenaar Overloop aan met het verzoek de voetweg terug open te maken. Deze antwoordde op 2 november 1981 dat de voetweg werd

afgesloten door de vorige eigenaar van het aanpalend stuk grond, de echtgenoten J., “reeds 7 jaar geleden”. En voegde er een omstandig verhaal aan toe over onbruikbaarheid van de

voetweg wegens lang en nat gras en schade aan zijn eigendom door spelende kinderen op de voetweg. Hij hoopte op het begrip van burgemeester Vandezande.

1996: omwonenden schrijven een brief

4 eigenaars van de Panoramalaan vragen in 1996 bij de gemeente het heropenen van voetweg 36. Er komt een anonieme melding binnen bij de gemeente dat het perceel van B.-D. onregelmatig is afgebakend. Niet enkel is het geheel van voetweg 36 over zijn gehele lengte achteraan bij de tuin gevoegd van B.-D. maar ook nog een stuk van de toenmalige OCMWgrond aan de overkant van voetweg 36. Ongelukkig genoeg heeft het OCMW inmiddels dat aanpalend stuk bouwgrond verkocht. Interleuven, die de opmetingen deed voor deze verkoop en het verkavelingsdossier opmaakte, heeft niets gemerkt van

die onregelmatigheden. Er wordt na de klacht door de gemeente door Interleuven inderdaad vastgesteld dat het OCMW daar nog een “vergeten” stuk grond heeft liggen van 69 ca dat door die meetfouten nooit is mee verkocht.

April 1996: de gemeente schrijft de notaris

In april 1996 wordt de woning aan de Heidestraat nr. 2 verkocht. De gemeente verwittigt de notaris dat er een onterecht afgesloten voetweg langsheen het perceel loopt.

November 1996: de gemeente schrijft weer een brief

In november 1996 richt het gemeentebestuur nogmaals een brief aan B.-D. en vraagt om voetweg 36 vrij te maken en het perceel grond te verkopen. Er volgt wat briefwisseling over het vergeten stuk grond van het OCMW, niet over de voetweg. De gemeente stelt daarop in maart 1997 een studiebureau aan. Die meet alles uitgebreid op, vindt de perceelsgrens-paal terug op een diepte van 70 cm, maakt een heel duidelijk verslag over de situatie en de precieze perceelsgrenzen.

Juni 1997: een studierapport verder, de gemeente schrijft een brief

Op 10 juni 1997 stuurt de gemeente een nieuwe brief aan B.-D., vraagt om hun afsluitingen en beplantingen te verwijderen uit het ene stuk van het “vergeten” perceeltje dat aan de buren is verkocht, en vraagt nogmaals om voetweg 36 vrij te maken. Ze bieden ook het andere resterende stuk van het “vergeten” perceel te koop aan. Er volgt nog wat briefwisseling om en weer met de advocaat van B.-D., die meent dat de gemeente stilzwijgend heeft verzaakt aan de voetweg. Op 22 oktober 1997 stuurt de gemeente opnieuw een brief aan de advocaat van B.-D. en stelt dat ze aan de gemeenteraad zullen voorstellen om een raadsman aan te stellen indien voor 28 oktober geen aanvang werd gemaakt met het vrijmaken van de voetweg. In november 1997 schrijft de advocaat van B.-D. dat hij bij zijn standpunt blijft en dat de “zogenaamde voetweg zonder enige twijfel is verjaard”.

Oktober 1997: artikel in Achter d’oechelen

In oktober 1997 publiceren we in Achter d’oechelen een artikel en foto over de afgesloten voetweg. Op de foto is goed merkbaar hoe de toegang tot de voetweg in de Kaubergstraat

is afgesloten met een hek en met aanplanting van dan nog jonge laurierstruiken.

December 1997: de gemeente stelt een advocaat aan

De gemeente vraagt OMOB om via de rechtsverzekering een advocaat aan te stellen, en vraagt OMOB om, als dat kan, advocaat Jan Goedhuys hiervoor aan te stellen. OMOB stelt Jan Goedhuys aan als advocaat op 1 december 1997.

Januari 1998: advocaat van B.-D. beweert dat alles verjaard is

Brief van de advocaat van B.-D. aan de gemeente: de zaak is verjaard, meent hij.

Maart 1998: toch nog even het advies van de provincie vragen

De gemeente vraagt in maart 1998 over deze zaak bijkomend een advies van de provincie. Inmiddels stelt advocaat Goedhuys (van de gemeente) voor om de tegenpartij nog aan te manen en een plaatsbezoek te organiseren.

Mei 1998: de provincie zegt dat voetweg open kan

De provincie laat inmiddels weten dat volgens haar de gemeente het recht heeft om de openstelling van de voetweg te vorderen. In mei 1998 laat de advocaat van B.-D. weten dat hij de metingen betwist, en wel tijd wil maken voor een plaatsbezoek. In maart 1999 meldt de advocaat van de gemeente dat het plaatsbezoek geen effect heeft gehad en dat hij machtiging wil krijgen om een rechtsgeding in te stellen.

April 1999: de gemeenteraad beslist een rechtszaak te beginnen

Dat gebeurt op de gemeenteraad van 27 april 1999. Op 11 mei 1999 doet het OCMW dat op zijn beurt zodat de advocaat kan optreden voor gemeente en OCMW.

September 1999: eerst Interleuven vragen om kosten van geding te delen

Vervolgens is het schepencollege van oordeel dat ook Interleuven moet tussenkomen in de kosten omdat hun foutieve meting mee aan de basis ligt van het geschil. Een reeks brieven

en aanmaningen blijven onbeantwoord door Interleuven, tot op 5 december 2000.

December 2000: Interleuven beantwoordt de brief

Interleuven verklaart dan bereid te zijn tot tussenkomst in de kosten en vraagt een voorstel.

Februari 2001: gemeente vraagt rechtszaak te starten

Op 13 februari 2001 geeft het gemeentebestuur aan mevrouw Smets van hetzelfde advocatenkantoor (advocaat Jan Goedhuys werd inmiddels voorzitter van het OCMW) de opdracht om de procedure te starten tot het openstellen van de voetweg.

Juni 2001: advocaat gemeente vraagt of gemeente wel zeker is dat ze rechtszaak wil starten

Op 26 juni 2001 stuurt advocaat Goedhuys een brief aan het schepencollege waarin hij vraagt (drie en een half jaar na zijn aanstelling) of het wel opportuun is om de vordering tot het openen van de voetweg in te stellen. En hij vraagt na of de gemeente wel degelijk een dergelijke procedure wil starten.

Augustus 2001: schepencollege is zeker dat ze wil starten

Het schepencollege van 3 augustus 2001 beslist om zo spoedig mogelijk de procedure te starten.

November 2001: begin van de rechtszaak: dagvaarding

In november 2001 wordt een ontwerp van dagvaarding overgemaakt door de advocaat van de gemeente en op 22 november ingeleid bij het vredegerecht.

December 2001: uitstel van nieuwe rechtszitting tot juni 2002 Juni 2002: advocaat van Berckmans vraagt nogmaals uitstel

De conclusies van de tegenpartij worden uitgewisseld, de advocaat van de tegenpartij vraagt op de zitting van 25 juni 2002 nogmaals uitstel om een antwoordconclusie op te stellen. Dat uitstel krijgt hij ook. Vlak voor de zitting lijvige conclusies indienen, en dan uitstel vragen, is een beproefde techniek om een zaak te rekken.

November 2002: nieuwe datum van rechtszitting

Een nieuwe datum wordt door de vrederechter vastgesteld op 5 november 2002. Korte tijd voordien komt er een telefoontje van de advocaat van B.-D. aan de gemeentesecretaris om een “regeling” te treffen.

November 2002: gemeente gaat akkoord met nieuw uitstel

Kennelijk wordt op basis van dat telefoontje beslist de procedure stil te leggen.

Januari 2003: advocaat gemeente vraag duidelijkheid van gemeente

Er volgen vanaf januari 2003 nog wat (rappel-)brieven waarin de advocaat van de gemeente vraagt of de gemeente afstand van geding wenst of afstand van vordering.

Februari 2003: gemeente akkoord met uitstel, niet met afstel

Het schepencollege van 14 februari 2003 beslist dat het dossier “naar de rol mag worden verzonden”, of met andere woorden, uitgesteld zonder meteen een datum te bepalen. De gemeente wil de overtreders de mogelijkheid bieden een dossier in te dienen om de voetweg in zijn geheel af te schaffen. Indien er tijdens het openbaar onderzoek geen gegronde klachten worden ingediend is de gemeente bereid de aanvraag ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen mits de bekomen meerwaarde wordt betaald.

Oktober 2003: wachten tot burgemeester wat laat weten

Een notitie van 8/10/2003 meldt dat het dossier “voorlopig moet bijgehouden worden”. “Burgemeester laat weten zodra er stappen dienen ondernomen te worden – burgemeester contacteert onze raadsman”.

Januari 2004: advocaat gemeente wil van gemeente nog steeds weten hoe het zit

Tot in januari 2004 blijkt de advocaat van de gemeente nog steeds geen antwoord te hebben gehad van de gemeente op zijn brieven en twee rappelbrieven sinds januari 2003. Hij wenst te weten of er nu afstand van geding of afstand van vordering wordt gedaan. Bij afstand van geding kan het geding nog worden hernomen, bij afstand van vordering niet. Geen antwoord.

Maart 2005: Achter d’oechelen roert in het potje

In maart 2005 stelt Achter d’oechelen een voetwegendossier op en vraagt de aandacht van het gemeentebestuur voor allerlei afgesloten voetwegen. Er komt een voetwegenwandeling in Blanden en Haasrode met 60 deelnemers, het dossier wordt aan de pers en aan de aanwezige schepen Daniëls voorgesteld, op de Weertse feesten van april staat Achter d’oechelen met een standje rond voetweg 36. Meer dan honderd langskomende inwoners tekenden er in enkele uren onze petitie om deze voetweg te heropenen.

Juni 2005: de gemeente schrijft weer een brief

B.-D. krijgt op 22 juni 2005 een aangetekende brief van de gemeente (met expliciete verwijzing naar de klachten van Achter d’Oechelen) om tegen 31 juli een dossier in te dienen

om de voetweg in zijn geheel af te schaffen en de meerwaarde te betalen. Zoniet zal de gemeente de gerechtelijke procedure verder zetten en bespoedigen. De gemeente informeert begin juli ook haar advocaat van deze stap.

Juni 2005: B.-D. laat weten een planoloog aan te stellen

Op 30 juni 2005 laat B.-D. weten dat ze een planoloog-landmeter hebben aangesproken. Die zou een aanvraag kunnen opstellen om de voetweg te laten afschaffen. Ze laten weten eveneens akkoord te zijn om de meerwaarde te betalen.

Augustus 2005: gemeente vraagt advocaat om gerechtszaak te activeren

Begin augustus 2005 beslist het schepencollege om een eventueel dossier van B.-D. niet langer af te wachten en intussen het gerecht zijn gang te laten gaan. De advocaat van de gemeente krijgt opdracht om de zaak terug te activeren. Er werd een zittingsdatum vastgelegd.

Januari 2006: rechter beslist tot plaatsopneming

Op 24 januari neemt de rechter een tussenvonnis: er wordt beslist om op vraag van de advocaat van B.-D. die de dag voordien zijn conclusies indient (kwestie van uitstel uit te lokken) om eerst eens ter plaatse te gaan kijken.

Maart 2006: plaatsopneming ter plaatse

Op 8 maart 2006 neemt een plaatsvervangend vrederechter in aanwezigheid van alle partijen de situatie ter plaatse op. Er wordt een proces-verbaal met de vaststellingen opgesteld. Dat is niet veel soeps: op een half blaadje stellen ze vast dat er “geen aanzet zichtbaar is van een voetweg” in de Kaubergstraat. En Berckmans verklaart dat alle problemen ontstonden toen hij een achterliggend perceel grond kocht waar een aannemer zijn materialen wou stallen.

Maart 2006: advocaat B.-D. vraagt gemeente zaak te laten vallen

Na de plaatsopneming dient de advocaat van B.-D. nieuwe conclusies in. Van het opstellen van een dossier tot afschaffen van de voetweg is geen sprake meer. De advocaat van Berckmans zoekt ook procedurefouten bij de gemeente en meent dat de advocaat van de gemeente niet langer gemachtigd is, omdat de raadsbeslissing om een advocaat aan te stellen al van te lang geleden dateert.

Mei 2006: advocaat gemeente vraagt nieuwe datum van rechtszitting

Omdat de tegenpartij niets meer laat horen vraagt de gemeente de rechtbank een nieuwe datum voor de rechtszitting vast te stellen.

Maart 2007: nieuwe rechtszitting

De advocaat van de gemeente stuurt zijn stukken door met het oog op een nieuwe rechtszitting op 6 maart 2007. Hij meldt in een brief van 1 maart 2007 dat hij de gemeente verder op de hoogte zal houden. Sindsdien verneemt de gemeente niets meer. Het dossier bij de gemeente eindigt met dit stuk.

Maart 2008: de gemeente schrijft een brief aan haar advocaat

Het schepencollege beslist eind februari 2008 om een brief te sturen aan de eigen advocaat met de vraag om uitleg bij het dossier: hoe zit het ? Het laatste stuk in het dossier van de gemeente dateert van 1 maart 2007! Sindsdien is er niets meer vernomen op de gemeente: geen brief, geen kennisgeving, niets.

Pagina begin

spacer.gif (820 bytes)

De eigenaar van het perceel langsheen de Kartuizerstraat 62 in Blanden sloot de voetweg 16 af met een soort hek, een barricade en aanplantingen.
De voetweg loopt links van de betonnen paal richting Keiberg.

Pagina begin

Deel 2
voetweg 16/19


Ook een andere afgesloten voetweg in Blanden, de voetweg nr. 16 maakte in 2005 al deel uit van het voetwegendossier van Achter d’oechelen. De voetweg 16 begint langs de Kartuizerstraat naast het huis nr. 62. Aan de overkant van de straat komt voetweg 14 uit, die dwars door de Kouter loopt.

Ter hoogte van de Kartuizerstraat 62 is de voetweg 16 volstrekt illegaal afgesloten door de aanpalende eigenaar met een hek, struiken, … – zowat dezelfde methode als in Sint-Joris-Weert.

De afsluiting van deze voetweg 16 werd jaren geleden al aangeklaagd door onder meer de werkgroep verkeer van de gemeentelijke basisschool van Haasrode. Het zou immers een ideale verbindingsweg zijn met het centrum van Haasrode. Weliswaar is het verlengde van de voetweg 16, de voetweg 75 destijds afgeschaft, maar mogelijks komt er een nieuwe verbinding met de Keiberg in Haasrode.

Vorig jaar stapte het schepencollege hier ter plaatse af voor een bezoek en een plaatsopname. De eigenaar werd aangeschreven met de mededeling dat de gemeente de voetweg terug wil openmaken, en met het verzoek de hindernissen weg te nemen.

De eigenaar reageerde met de aanstelling van een advocaat die zich verzet tegen de openstelling, de verjaring inroept. Daarop vroeg de gemeente het advies van de provincie. De provincie liet weten dat de voetweg niet is afgeschaft en dat de gemeente de openstelling kan vorderen.

Eind februari 2008 besliste het schepencollege een nieuwe brief te sturen aan de advocaat van de eigenaar met een herhaling van haar voornemen om de voetweg vrij te maken. Voor het vervolgstuk van voetweg 16 zal via een reeds bestaande voetweg ontsluiting naar de Keiberg worden gezocht.


Wordt hopelijk vervolgd.

Pagina begin

spacer.gif (820 bytes)

Op de grens van het braakliggend terrein en het perceel met de woning aan de Kauwereelstraat ligt volgens de deskundigen het tracé van het zeepwegje richting Roodsestraat.

Pagina begin

Deel 3
voetweg 30


Het zeepwegje komt aan de Roodsestraat uit vlakbij de gemeentegrens met Sint-Agatha-Rode.
Even verderop begint
het nieuwe wandelpad
van het natuurreservaat
aan de vijver van Sint Agatha Rode.

In Sint-Joris-Weert is er de wat vergeten voetweg tussen de Kauwereelstraat en de Roodsestraat. Het is het tweede deel van het zogeheten zeepwegje (vroeger zo genoemd omdat het er in de winter zo glad kon zijn). Het eerste deel van dat zeepwegje, een voetpad tussen de Kauwereelstraat en de Neerveldstraat, is een veelgebruikt voetpad.

Het belang van dat afgesloten stukje zeepweg is sterk toegenomen na de werken aan wandelwegen in het natuurreservaat van Sint-Agatha-Rode. Even verderop waar het zeepwegje uitkomt op de Roodsestraat is een nagelnieuw wandelpad aangelegd door het Vlaams Gewest. Een fraai slingerend pad, met een knuppelpad langsheen poelen en vijvers, brengt u er voortaan naar de grote vijver van Sint-Agatha-Rode. Daar heeft het Vlaams Gewest een houten uitkijktoren van twee etages hoog gebouwd.
Verderop werd de oude kijkhut van betonnen platen vervangen door een mooie houten kijkhut.

Mocht het zeepwegje terug in eer hersteld worden, en ook het wandelpad langsheen de Dijle-oever tussen Sint-Agatha-Rode en Sint-Joris-Weert, dan was er een nieuwe mooie wandellus voor wandelaars en natuurliefhebbers. Die kunnen dan te voet langs wandelwegen van de Doode Beemde naar de vijvers van Sint-Agatha-Rode. Nu moet je voor het stukje tussen de Kauwereelstraat en de Roodsestraat een lange omweg maken langs de smalle asfaltwegen zonder voetpad.

Pagina begin

Alweer een lang verhaal.

Het stuk van het zeepwegje tussen de Roodsestraat en de Kauwereelstraat was volgens het Nationaal Geografisch Instituut tot 1985 in gebruik. Zo staat het ook op hun stafkaarten, die zijn opgemaakt op basis van luchtfoto’s en plaatsbezoeken door cartografen. Eerder aanvaardde de vrederechter in Leuven dergelijke stukken als voldoende bewijsmateriaal. Ook het studiekantoor Kockaerts gaat ervan uit dat deze voetweg “tot zeker in de jaren ’80” werd gebruikt. Van een verjaring waarvoor de eigenaar dient te bewijzen dat er 30 jaar lang niemand dit wegje ooit één keer heeft gebruikt, kan geen sprake zijn.

Aan het verdwijnen van het deel van de voetweg in de tuin langsheen het perceel van de huidige eigenaar Vandenbempt-Herssens (V.-H.) gaat een lange voorgeschiedenis vooraf, waarbij het perceel meermaals van eigenaar wisselde. En waarbij het vroegere gemeente bestuur van Sint-Joris-Weert niet zorgvuldig omsprong met dit tracé in verkavelingsdossiers.

Volgt u even mee:

  • bij de akte van de openbare verkoop van de percelen in 1926 werd zeer uitdrukkelijk voorbehoud gemaakt voor de eventuele ligging van de voetweg: “Indien er wegen, voetwegen of loswegen niet wettiglijk worden afgeschaft, zullen de kopers er de wederstelling moeten van dragen zonder tussenkomst van de verkooper te zullen kunnen eischen”. “De verkoopster waarborgt geen juiste limieten langsheen de straten, wegen, waterloopen en aangepaalde eigendommen, het verschil in min of meer dat hieruit zou den spruiten zal tot schade of tot profijt der kopers zijn”. De voetweg stond als dusdanig aangeduid op het bijhorende grondplan.
  • In 1976 werd een verkavelingsvergunning afgeleverd door de gemeente Sint-Joris-Weert aan de toenmalige eigenaar. Daarin werd geen uitdrukkelijke melding gemaakt van de voetweg op het verkavelingsplan en ook niet op het meetplan. De voetweg viel toen echter net buiten de verkaveling.
  • In oktober 1979 werd een deel van de voetweg (voornamelijk ondergronds) ingenomen door PBE voor het plaatsen van een hoogspanningscabine. Dat was toen voorzien voor de elektriciteitsbehoefte van zeefdrukkerij De Boer die toen nog gevestigd was in de kelderverdieping van een aansluitend perceel. Inmiddels is de drukkerij verhuisd, en overwoog PBE al eerder de cabine op te doeken.
  • Er werd nooit een officiële aanvraag werd ingediend tot het verleggen of afschaffen van de voetweg, zodat de officiële ligging bijgevolg ongewijzigd is.
  • Het stuk grond waarop het tracé van de voetweg ligt wisselde de afgelopen decennia herhaaldelijk van eigenaar. Het voetwegtracé ligt nu aan de rand van deerceelsgrens van de familie V.-H. in de Kauwereelstraat en is ingenomen door hun tuin. Aan de andere kant van de voetweg ligt een braakliggend perceel bouwgrond dat ook recent wisselde van eigenaar.
  • De verkoopakte waarmee de huidige eigenaars het perceel grond kochten maakte voorbehoud voor zichtbare en onzichtbare erfdienstbaarheden, en onjuistheden in de beschrijving. Of in het notaristaaltje: het goed werd afgestaan “met al haar heersende en lijdenden, voortdurende zichtbare en onzichtbare erfdienstbaarheden en gemeenschappen waarmede zij zouden bevoordeeld of benadeeld wezen”.
  • Door de gemeente werd in 2005 een expert aangesteld om de precieze ligging van de voetweg te achterhalen. Dat rapport werd begin juni 2006 afgeleverd en duidt nu exact de ligging aan.
  • Tot na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 gebeurde er niets meer met dit dossier.
  • Nadien werden alle eigenaars aangeschreven langsheen de voetweg met de mededeling dat de gemeente terug wou openmaken, en de vraag aan de eigenaars om alle hindernissen te verwijderen.
  • Eigenaar V.-H. reageerde met een schrijven van zijn advocaat. Daarin stelden ze bij de aankoop van het perceel geen weet te hebben van het voetpad, er was geen melding van in hun verkoopakte (behalve het voorbehoud), en ze meenden dat de zaak verjaard was, en de grond van hen.
  • De gemeente won daarop het advies van de provincie in. Die leverde haar advies af begin februari 2008. Enkel de atlas der voetwegen telt, meent de provincie. De voetweg werd nooit afgeschaft, de verjaring kan enkel via de rechter worden uitgesproken en daarvoor moet de eigenaar kunnen bewijzen dat de voetweg in 30 jaar niet één keer betreden werd. De provincie adviseerde derhalve met de eigenaars een billijke regeling te zoeken om de voetweg terug open te stellen. Die regeling kan dan gaan over praktische aangelegenheden als afsluiting en verplaatsing van aanplantingen.
  • Op het schepencollege van 29 februari 2008 werd beslist om opnieuw een brief met dit voorstel te sturen aan de eigenaars.

De bulldozer rukt nog niet meteen uit …

Pagina begin

spacer.gif (820 bytes)